Winterslaap als ontstekingsremmer
Datum: 18 januari 2011
Dieren die een winterslaap houden zijn, ondanks de afgenomen
zuurstoftoevoer en sterke daling van hun lichaamstemperatuur, in staat
om dit te overleven zonder orgaanschade. Daartoe schakelen ze tijdens
de winterslaap hun immuunsysteem vrijwel geheel uit. Groninger
onderzoekers ontdekten dat het de daling van de lichaamstemperatuur is,
die ervoor zorgt dat de witte bloedcellen uit het bloed opgeslagen
worden in de lymfeklieren. Een sterk bioactief lipide,
sphingosine-1-fosfaat (S1P) genaamd, regelt de tijdelijke opslag van
witte bloedcellen, maar ook dat deze cellen direct na de winterslaap
weer terugkeren naar het bloed. Een team van onderzoekers van het
Universitair Medisch Centrum Groningen (UMCG)/Rijksuniversiteit
Groningen (RUG), waaronder Bouma, Kroese en Henning, publiceert
hierover in het gezaghebbende wetenschappelijk tijdschrift PNAS van 18
januari 2011. Zij verwachten dat dit principe uit de winterslaap ook
toe te passen is om de afweerreacties van patiënten te onderdrukken om
orgaanschade tegen te gaan, zoals bij grote operaties en in intensive
care patiënten.
Tijdens de koude wintermaanden, wanneer er slechts weinig voedsel
beschikbaar is, gaan veel dieren in winterslaap om energie te sparen.
In winterslaap vinden er grote veranderingen plaats in allerlei
lichaamsfuncties zonder dat er schade aan organen optreedt. Uit het
onderzoek van Bouma, Kroese en Henning blijkt dat het afweersysteem van
hamsters tijdens winterslaap vrijwel stil ligt, omdat hun witte
bloedcellen voor meer dan 95% uit hun bloed verdwijnen. De onderzoekers
toonden voor het eerst aan dat deze witte bloedcellen tijdelijk worden
opgeslagen in lymfeklieren. Zodra de dieren weer uit hun winterslaap
komen, keren de witte bloedcellen terug in het bloed. De tijdelijke
opslag blijkt geheel gestuurd te worden door de lage
lichaamstemperatuur, zoals die van nature optreedt tijdens winterslaap
in hamsters. De onderzoekers toonden bovendien aan dat bij verlaging
van de lichaamstemperatuur van niet-winterslapende dieren, zoals
ratten, de witte bloedcellen ook uit het bloed verdwijnen. Verder werd
duidelijk dat de opslag en terugkeer van witte bloedcellen gereguleerd
wordt door veranderende bloedspiegels van een lipide, genaamd
sphingosine-1-fosfaat (S1P). Dit lipide blijkt door rode bloedcellen
aangemaakt en uitgescheiden te worden op een temperatuur gevoelige
wijze. Gedurende de tijdelijke opslag van witte bloedcellen staat het
immuunsysteem op "stand-by", maar is klaar voor een snelle herstart na
de winterslaap. De opslag zorgt ervoor dat het geheugen van het
immuunsysteem bewaard blijft en leidt mogelijk tot meer
energiebesparing. Aan de andere kant speelt de onderdrukking van het
immuunsysteem waarschijnlijk een grote rol in de snelle verspreiding
van het "White Nose Syndrome", een recent uitgebroken schimmelinfectie
in winterslapende vleermuizen, die in de Verenigde Staten hele soorten
met uitsterven bedreigt.
Bouma denkt dat dit ontdekte mechanisme van de winterslapers wellicht
in te zetten is om afweerreacties in patiënten te onderdrukken. Koeling
van patiënten, een techniek die al toegepast wordt om orgaanschade te
beperken na hartoperaties, kan nu wellicht verder verbeterd worden. Het
ontstaan van orgaanschade na afloop van deze operaties is een gevreesde
complicatie, waar ontstekingsschade geïnduceerd door het afweersysteem
waarschijnlijk een belangrijke rol in speelt. Op basis van het ontdekte
mechanisme kunnen wellicht nieuwe geneesmiddelen ontwikkeld worden, die
de afweerreacties van patiënten onderdrukken.
Hjalmar Bouma is in 2004 begonnen met de studie Geneeskunde en
combineert zijn studie met promotieonderzoek naar de immunologische
aspecten van winterslaap en hun potentiële klinische toepassing. Frans
Kroese is hoogleraar celbiologie in het UMCG/RUG, Rob Henning is
hoogleraar farmacologie in het UMCG/RUG. De huidige resultaten komen
voort uit een samenwerking tussen de afdelingen Klinische Farmacologie,
Celbiologie en Anesthesiologie van het Universitair Medisch Centrum
Groningen, de afdelingen Chronobiologie en Massa Spectrometrie van de
Rijksuniversiteit Groningen en het Rowett Institute van de Universiteit
van Aberdeen.
Rijksuniversiteit Groningen