Rijksoverheid
Ons kenmerk
MC)U)3040773
Datum 17 januari 2011
Houtskoolschets Beginselenwet zorginstellingen
Geachte voorzitter,
Tijdens de behandeling van de begroting van VWS voor 2011, heb ik op 10
november toegezegd u de hoofdlijnen toe te sturen van het voorstel voor de
Beginselenwet zorginstellingen. In deze brief beschrijf ik de opzet van dit
wetsvoorstel.
Uitgangspunten
De achtergrond van de Beginselenwet in het Regeer) en het Gedoogakkoord is de
dringende wens dat de zorg voor mensen die afhankelijk zijn van zorg, ook
daadwerkelijk goed gewaarborgd wordt. Mensen met een beperking door leeftijd
of ziekte verdienen dezelfde kansen op een kwalitatief goed bestaan als mensen
zonder beperking. Ook zij willen gewaardeerd worden om wie ze zijn, willen
zeggenschap hebben over hun leven en verbonden zijn met andere mensen en
hun omgeving. Zij willen van betekenis zijn voor anderen en bijdragen aan de
samenleving. Dat betekent dat degenen die afhankelijk zijn van zorg moeten
kunnen aangeven wat zij belangrijk vinden, dat hun drijfveren gehoord worden en
dat hun mogelijkheden en wensen het uitgangspunt vormen voor de zorg die zij
krijgen. Een reactie als "dat kan bij ons niet" mag in principe niet gegeven
worden. De houding van de zorgverlener moet zijn "het gaat om u, wij denken
met u mee en proberen met u een creatieve oplossing te vinden".
De zelfredzaamheid van een ieder is voor mij het uitgangspunt. In de zorg gaan
we uit van iemands mogelijkheden, in plaats van dat we uitgaan van zijn
beperkingen. Cliënten moeten zo veel mogelijk worden gestimuleerd gebruik te
maken en blijven maken van hun eigen mogelijkheden. Als je nog continent bent,
dan moet je geholpen worden om zo lang mogelijk continent te blijven.
Als het niet langer helemaal zelfstandig of met behulp van het eigen netwerk gaat,
moet de cliënt met de zorgaanbieder kunnen afspreken hoe het leven opnieuw in
te vullen, om de regie over het eigen leven zo veel mogelijk te kunnen blijven
behouden. Daarbij moet de zorg uitgaan van wat mensen gewend zijn en wat
mensen willen. Dat betekent dat je afspraken maakt over hoe je schoon blijft,
maar dat je ook het recht hebt om "vies" te zijn, zolang je omgeving daar geen
ernstig nadeel van ondervindt. Dat je naar het toilet kan gaan op het moment dat
je aandrang voelt. Dat je niet 's ochtends om zeven uur gewassen wordt, omdat
het de organisatie goed uitkomt.
Ons kenmerk
MC)U)3040773
Pagina 2 van 8
Ook als het gaat om de invulling van de dag is het uitgangspunt wat mensen
willen en wat ze gewend zijn. Mensen willen zich nuttig voelen en helpen
misschien liever met koffie schenken, dan dat ze bingo spelen. Kwetsbare cliënten
hebben wellicht hulp nodig bij het structureren van de dag of begeleiding bij de
activiteiten. Een zinvolle dagbesteding is van belang voor de kwaliteit van het
bestaan en om te voorkomen dat mensen verder achteruitgaan.
Het gaat mij om maatwerk voor elke cliënt, passend bij zijn zorgbehoefte.
Uiteraard binnen de grenzen van het redelijke en van verantwoorde zorg. Als een
cliënt graag elke dag hulp wil hebben bij het douchen, dan moeten daarover
afspraken gemaakt worden. Als hij daarnaast ook elke dag begeleiding wil om het
dorp in te gaan, dan kan dat wellicht niet altijd met een professionele
zorgverlener, maar moet een uiterste inspanning worden gedaan om zonodig een
mantelzorger of vrijwilliger daarbij in te schakelen en kan het op die manier
wellicht een paar keer per week geregeld worden.
Hèt instrument bij uitstek om afspraken op maat te maken is het zorgplan (ook
wel zorgleefplan of ondersteuningsplan genoemd). Voor mij is cruciaal dat de
bespreking van het zorgplan (waarvoor op dit moment al een wettelijke basis
bestaat) begint met de vraag "hoe wilt u uw leven inrichten, nu u bij ons woont".
Het mag absoluut niet zo zijn dat aan de cliënt wordt verteld "slechts dit hebben
wij voor u in de aanbieding, wilt u uw handtekening zetten". Ik ben er overigens
van overtuigd dat in het overgrote deel van de zorginstellingen de wensen van de
cliënt het uitgangspunt zijn. Voor die gevallen waarin dat nu niet zo is, wil ik
wettelijk verankeren dat de bespreking van het zorgplan daadwerkelijk een
dialoog is. Het zorgplan moet heel duidelijk aangeven wat de doelen van de
zorgverlening zijn, voor iedere cliënt afgestemd op zijn persoonlijke situatie. Op
basis van de geformuleerde doelen gaan zorgverlener en cliënt met elkaar invullen
hoe de zorgverlening er concreet, van dag tot dag, uitziet. Die invulling maakt
deel uit van het zorgplan, maar kan ook in een apart document staan dat
bijvoorbeeld functioneert als een soort "agenda van de cliënt". Dat laatste biedt
cliënt en zorgverleners de mogelijkheid om veel flexibeler om te gaan met de inzet
van zorg en de wensen van de cliënt.
Hierbij vind ik het van groot belang dat de afspraken die op basis van het zorgplan
zijn gemaakt, echt worden nageleefd. Als is afgesproken dat de cliënt iedere dag
onder de douche gaat, dan moet ook geborgd zijn dat dat gebeurt. Uiteraard
kunnen er onvoorziene omstandigheden zijn, waardoor het een keer niet op het
afgesproken tijdstip kan, maar dan moet er vanzelfsprekend worden overlegd met
de cliënt over de vraag op welk ander moment die dag zou kunnen worden
gedoucht. Zomaar een keer overslaan is niet aan de orde. De verantwoordelijke
zorgverlener dient periodiek met de cliënt te bespreken of de zorg nog steeds naar
wens is, of de afspraken voldoende worden nageleefd en of ze moeten worden
aangepast. Zo'n gesprek moet met een open houding gevoerd worden. Ik
realiseer me dat dat een kwestie is van cultuur. Dat kan ik niet wettelijk regelen.
Het kan overigens voor zorgverleners best een lastige opgave zijn, om zulke
gesprekken te voeren. Niet alle cliënten kunnen hun wensen duidelijk kenbaar
maken.
Als de zorgverleners constateren dat zij de afspraken in het zorgplan niet waar
kunnen maken, omdat zij te weinig tijd hebben bijvoorbeeld, dan is het de
verantwoordelijkheid van de zorgverleners om dat te bespreken met de leiding en
Ons kenmerk
MC)U)3040773
Pagina 3 van 8
het is de verantwoordelijkheid van de leiding om dergelijke signalen serieus te
nemen en er wat mee te doen. Dit vergt van het bestuur van een zorginstelling
dat het de organisatie zo inricht dat het signalen krijgt, dat het daar iets mee doet
en daarover ook terugkoppelt naar de zorgverleners. De raad van toezicht heeft
eveneens een rol bij het bewaken van de cliëntgerichtheid en de kwaliteit van de
zorg. Op grond van de Kwaliteitswet zorginstellingen en in de toekomst op grond
van de Wet cliëntenrechten zorg (Wcz), moet de zorgaanbieder de organisatie zo
inrichten dat die leidt tot het verlenen van verantwoorde zorg. In de Wcz wordt de
verantwoordelijkheid van het bestuur voor de kwaliteit van de zorg aangescherpt.
Hoofdlijnen van de Beginselenwet
Vanuit de gedachtengang dat zorg maatwerk is, wil ik in de Beginselenwet
concrete rechten neerleggen voor bewoners van zorginstellingen. Over die rechten
moeten in het zorgplan (of zoals eerder aangegeven de weekagenda van de cliënt)
tussen cliënt en zorgverlener heldere afspraken worden gemaakt, uitgaande van
zoveel mogelijk zelfredzaamheid van de cliënt. Het gaat mij om de zaken die voor
de meeste cliënten van groot belang zijn. Ik denk aan de volgende rechten van
cliënten:
- Recht op regie over het eigen leven, zodat de cliënt zelf invloed heeft op de
kwaliteit van leven. De cliënt oefent de regie uit in contact met familie en
vrienden. Waarden en normen waaraan de cliënt hecht zijn het uitgangspunt.
Alle andere rechten staan in het teken hiervan.
- Recht op dagelijkse lichamelijke hygiëne, bijvoorbeeld door een dagelijkse
douchebeurt. Hierbij horen ook snelle hulp bij de toiletgang (geen
toiletrondes) en het tijdig wisselen van incontinentiemateriaal.
- Recht op gezonde en voldoende voeding en drinken. Het spreekt vanzelf dat
uitdroging en ondervoeding worden voorkomen.
- Recht op een eigen kamer of op een kamer met een partner, als dat de wens
is. Daarnaast vind ik een huiselijke, schone en verzorgde leefruimte
belangrijk.
- Recht op een respectvolle bejegening, passend bij de eigenheid van de cliënt
(bijvoorbeeld de seksuele geaardheid) en veilige en prettige sfeer.
- Recht op de mogelijkheid tot beleven van godsdienst of levensovertuiging. Met
godsdienst of levensovertuiging van de cliënt zal zoveel mogelijk rekening
worden gehouden.
- Recht op een zinvolle daginvulling, beweging en dagelijks buitenlucht.
- Recht op aandacht voor ontwikkeling en ontplooiing.
Met betrekking tot roken op de eigen kamer geldt dat dat is toegestaan. Er
kunnen afspraken gemaakt worden, zoals dat ook in de thuiszorg gebruikelijk is.
Zorgverleners hebben het recht om te weigeren bij rokende cliënten te werken.
Dit alles naar de behoefte van de cliënt en, nogmaals, binnen de grenzen van het
redelijke en van verantwoorde zorg. Het gaat hier om basiszorg op grond van de
AWBZ. Er mogen dus geen aanvullende eigen bijdragen worden gevraagd voor de
zorg die op basis van deze rechten wordt afgesproken in het kader van het
zorgplan. Cliënten moeten de zorg (inclusief dagbesteding) waarvoor zij
geïndiceerd zijn ook daadwerkelijk krijgen.
Zoals gezegd wordt het zorgplan steeds meer ingezet om afspraken te maken
over het doel van de zorg en de beoogde resultaten van de zorginspanningen.
Periodiek moet besproken worden of de beoogde resultaten worden gerealiseerd
Ons kenmerk
MC)U)3040773
Pagina 4 van 8
en of de doelen wellicht bijgesteld moeten worden. De afspraken die in aanvulling
hierop moeten worden gemaakt met bewoners van zorginstellingen over
bovenstaande rechten hebben een ander karakter. De wensen van de cliënt over
de manier waarop hij zijn leven wil inrichten worden liefst al voorafgaand aan de
komst van de cliënt of anders zo snel mogelijk geïnventariseerd. Via de website
kan een instelling cliënten van te voren al informeren over de mogelijkheden die
de instelling biedt. Het ligt verder voor de hand dat regelmatig aan de cliënt
gevraagd wordt of alles naar wens verloopt. Is de cliënt niet tevreden over de
totstandkoming of de naleving van de afspraken, dan kan hij zich wenden tot de
klachtencommissie of, als het klachtrecht uit de Wcz is gerealiseerd, tot de
klachtenfunctionaris en, indien nog nodig, het bestuur van de instelling. Als het
bestuur niet met een bevredigende oplossing komt, kan de cliënt zich wenden tot
de geschilleninstantie (zie voorts hierna bij "ernstige klachten over verzorging en
bejegening").
Concrete rechten in de wet
Ik kies ervoor om in de wet concreet de rechten te benoemen voor bewoners van
zorginstellingen. Ik zal dus in de wet het recht op dagelijkse lichamelijke hygiëne
opnemen. In de toelichting zal ik daarbij melden dat dat bijvoorbeeld kan door
een dagelijkse douchebeurt. Ik wil echter niet de keuzevrijheid voor cliënten
beperken. Als ik cliënten het recht zou geven op een dagelijkse douchebeurt,
zouden cliënten uiteraard kunnen afzien van dat recht, maar zouden ze
bijvoorbeeld een combinatie van in bad gaan en wassen niet kunnen afdwingen.
Als in de wet het recht op dagelijkse lichamelijke hygiëne staat, dan kan dat wel.
Toezicht
De inspectie zal toezien op de naleving van de Beginselenwet en stelt hiertoe een
handhavingskader op. Cliënt en inspectie krijgen een inhoudelijk toetsingskader
voor het tot stand komen en de inhoud van zorgplannen. Daardoor wordt
gewaarborgd dat over een aantal essentiële onderwerpen afspraken worden
gemaakt, bij gebreke waarvan de inspectie kan optreden. Daarbij zal een
substantiële toename van de toezichtslasten voor zorgaanbieders moeten worden
voorkomen. Ik zal samen met de stuurgroep Kwaliteitskader verantwoorde zorg
bezien of en zo ja, welke aanpassingen nodig zijn in het jaardocument
Maatschappelijke Verantwoording, opdat de inspectie een goede basis heeft voor
het toezicht, zonder veel werk voor de instelling. De inspectie zal voor de
handhaving van de Beginselenwet dezelfde instrumenten krijgen als voor de
handhaving van de Kwaliteitswet zorginstellingen (aanwijzing, bevel, boete,
bestuursdwang, last onder dwangsom).
Ernstige klachten over verzorging en bejegening
Op dit moment worden nog alle individuele klachten die cliënten melden bij het
IGZ)loket doorverwezen naar de klachtencommissie van de instelling. De kwaliteit
van deze klachtencommissies is wisselend en het advies van de commissie aan de
instelling is niet bindend.
Zoals hierboven is aangegeven, biedt het voorstel voor de Wcz reeds nieuwe
regels om de afhandeling van klachten door de instelling zelf te verbeteren en
biedt de Wcz cliënten de mogelijkheid om, als die afhandeling niet naar
tevredenheid geschiedt, de klacht voor te leggen aan een onafhankelijke
geschilleninstantie die bindende uitspraken doet. Naast deze verbetering in de
afhandeling van klachten zie ik ook een verantwoordelijkheid voor de overheid om
Ons kenmerk
MC)U)3040773
Pagina 5 van 8
in te grijpen bij misstanden.
Cliënten met ernstige klachten over de persoonlijke verzorging en persoonlijke
bejegening kunnen deze klachten direct bij de inspectie melden en de inspectie
dient ernstige klachten ook daadwerkelijk zelf op te pakken.
De inspectie gaat per direct haar werkwijze aanpassen zodat zij sneller in actie
kan komen bij ernstige problemen. Binnenkomende meldingen en klachten die
duiden op een ernstig probleem, krijgen een hoge prioriteit en worden snel
onderzocht. Ook de signalen van anderen die actief zijn binnen het domein van de
klachtenafhandeling, zoals geschilleninstanties, klachtenfunctionarissen en
vertrouwenspersonen gaat de inspectie systematisch oppakken. Zo kan de
inspectie sneller en effectiever optreden als kwetsbare, afhankelijke mensen
worden verwaarloosd, mishandeld of vernederd. De inspectie zal hiertoe onder
meer samenwerkingsafspraken maken met de geschilleninstanties binnen het
nieuwe klachtrecht.
In de Beginselenwet zorginstellingen regel ik tot slot dat de inspectie bij zeer
ernstige individuele klachten op het gebied van verzorging en bejegening
onmiddellijk kan optreden. Daartoe krijgt de inspectie een (wettelijk)
instrumentarium op maat via de mogelijkheid tot aanwijzing, bevel en last onder
dwangsom of bestuursdwang.
Voorkomen ouderenmishandeling
Het Regeer) en het Gedoogakkoord richten zich ook op het voorkomen en
bestrijden van mishandeling van ouderen (in de zorg). In de afgelopen jaren is
meer zicht gekomen op ouderenmishandeling en de ernst van de problematiek.
Uw Kamer ontvangt binnenkort het Actieplan "Stop ouderenmishandeling". Ik
werk in dit plan een aantal concrete acties uit over hoe ik mishandeling van
ouderen wil tegen gaan. Doel van het plan is de positie van slachtoffers te
versterken en de plegers aan te pakken.
Een van belangrijkste acties in het plan betreft het signaleren en melden van
ouderenmishandeling. Instellingen en professionals moeten weten hoe ze
mishandeling beter kunnen signaleren, hoe ze moeten handelen en melden. Ik
ben in dit kader conform het Regeer) en het Gedoogakkoord voornemens een
meldplicht ouderenmishandeling voor instellingen bij mishandeling gepleegd door
professionals in de Beginselenwet op te nemen. Voor wat betreft mishandeling
door iemand uit de huiselijke kring (zoals partner of kinderen van het slachtoffer)
heb ik u tijdens de behandeling van de VWS)begroting 2011 toegezegd u te
informeren over mijn overwegingen voor een verplichte meldcode danwel voor
een meldplicht. Mijn uitgangspunt daarbij is de effectiviteit van de maatregel. U
ontvangt binnenkort deze brief.
Ik ben ook voornemens de verplichting voor de zorgaanbieder een verklaring
omtrent gedrag op te vragen bij het aantrekken van betaald personeel in de
Beginselenwet op te nemen.
Reikwijdte van de bepalingen
De verschillende bepalingen in de Beginselenwet zullen niet alle precies dezelfde
reikwijdte kennen.
Ons kenmerk
MC)U)3040773
Pagina 6 van 8
- Bepalingen omtrent het zorgplan uit de Kwaliteitswet zorginstellingen
De huidige verplichting een zorgplan te bespreken is opgenomen in een algemene
maatregel van bestuur (amvb) op grond van de Kwaliteitswet zorginstellingen.
Gezien het cruciale belang van het zorgplan voor de dialoog tussen zorgverleners
en cliënt en daarmee ook voor de communicatie tussen zorgverleners onderling
als het gaat om een bepaalde cliënt en voor de communicatie tussen de
zorgverleners en de leiding van een instelling over de naleving van zorgplannen,
zal ik de bepalingen die nu in de amvb op basis van de Kwaliteitswet staan,
overhevelen naar de Beginselenwet. De reikwijdte van deze bepalingen laat ik
ongewijzigd: zij gelden voor alle AWBZ)zorg, collectief en privaat resp. via een
persoonsgebonden budget gefinancierd, intramuraal en extramuraal, langer
durend dan drie maanden en geleverd door een zorginstelling.
) Extra rechten voor bewoners van zorginstellingen
Conform het Regeer) en het Gedoogakkoord zal de nadere invulling van de
rechten uit de Beginselenwet waarover in het kader van het zorgplan tenminste
moet worden gesproken, beperkt blijven tot de intramurale AWBZ)zorg, dus tot
bewoners van instellingen. De groep mensen die deze zorg ontvangt is immers het
meest kwetsbaar en afhankelijk van de zorg en heeft de minste mogelijkheden om
bij ontevredenheid over de zorg of de bejegening over te stappen naar een andere
zorgaanbieder.
De verplichting om over de acht rechten met de cliënt afspraken te maken in een
zorgplan, geldt vanaf het begin van de zorgverlening; de afspraken moeten liefst
voorafgaand aan het begin van de zorgverlening, maar in elk geval zo spoedig
mogelijk na het begin daarvan worden gemaakt. Daarbij geldt, overeenkomstig de
bestaande regeling van het zorgplan, dat slechts als duidelijk is dat de
zorgverlening voor minder dan drie maanden zal plaatsvinden, deze afspraken niet
geformaliseerd hoeven te worden in een zorgplan. Te allen tijde, dus ook bij zorg
die korter duurt dan drie maanden en voordat het zorgplan is vastgesteld houdt
de inspectie toezicht op verantwoorde zorg. Ook in die gevallen zullen - om van
verantwoorde zorg te kunnen spreken - afspraken met de cliënt over de zorg
moeten worden gemaakt. Als die niet worden nagekomen, staat de reguliere
klachtprocedure open en in ernstige gevallen kan op grond van de Beginselenwet
een klacht ingediend worden bij de inspectie.
- Meldplicht en klachtrecht
De meldplicht voor mishandeling, het verplicht aanvragen van een verklaring
omtrent gedrag en de mogelijkheid over bepaalde zaken een klacht in te dienen
bij de inspectie zullen AWBZ)breed geregeld worden, voor collectief en privaat
gefinancierde zorg, geleverd door instellingen, ongeacht de duur van de zorg. De
meldplicht en de verplichte verklaring omtrent gedrag gaan ook gelden voor
maatschappelijke ondersteuning.
Relatie van de Beginselenwet met de Wet cliëntenrechten zorg, Wet zorg en
dwang en Wet verplichte ggz
De Wcz is de meest brede en algemene wet met rechten voor cliënten. De wet
geldt in principe voor alle cliënten en alle zorgaanbieders. De Beginselenwet
zorginstellingen, de Wet zorg en dwang en de Wet verplichte ggz zijn bijzondere
wetten die gelden voor een deel van de zorgaanbieders. De rechten uit de Wcz
gelden in alle gevallen, tenzij in één van de andere wetten een uitzondering wordt
gemaakt voor een aparte doelgroep. De rechten in de andere drie wetten zijn
Ons kenmerk
MC)U)3040773
Pagina 7 van 8
aanvullend op die in de Wcz of vervangen een deel van deze rechten als dat
expliciet is aangegeven. In de Beginselenwet zullen geen rechten uit de Wcz
worden geschrapt of vervangen, anders dan dat de bepalingen met betrekking tot
het zorgplan niet in de amvb op grond van de Wcz komen, maar in de
Beginselenwet. In de Beginselenwet worden de algemene rechten uit de Wcz voor
een deelgroep uitgebreid met inhoudelijke rechten met betrekking tot het
dagelijks leven in een instelling. De bepalingen uit de Beginselenwet gelden ook
voor degenen die verplicht zorg ontvangen, zij het dat de regie over het eigen
leven wordt ingeperkt door de verplichte zorg en de overige beperkingen in de
vrijheid om te gaan en staan waar men wil.
Resumé
Op grond van de huidige wetgeving
- moet de zorgaanbieder calamiteiten en seksueel misbruik melden bij de
inspectie. Niet melden leidt tot een boete;
- onderzoekt de inspectie andere meldingen als er sprake is van een situatie die
voor de veiligheid van cliënten of de zorg een ernstige bedreiging kan
betekenen, of als het belang van verantwoorde zorg daartoe anderszins
noodzaakt;
- kunnen cliënten klagen over de naleving van hun zorgplan bij de
klachtencommissie die een advies geeft aan de zorgaanbieder;
- houdt de inspectie toezicht op verantwoorde zorg en op de aanwezigheid van
zorgplannen;
- heeft de inspectie naar aanleiding van meldingen of toezicht het
instrumentarium van aanwijzing, bevel, last onder dwangsom of
bestuursdwang.
Op grond van de Wcz wordt dit als volgt aangevuld:
- cliëntenraden in de langdurige zorg krijgen instemmingsrecht bij de procedure
voor het opstellen en bespreken van zorgplannen;
- cliënten kunnen klagen bij de zorgaanbieder over de gebrekkige naleving van
hun individuele rechten inclusief het zorgplan. Handelt de zorgaanbieder niet
naar tevredenheid van de cliënt dan kan de cliënt zich wenden tot een
onafhankelijke geschilleninstantie die een bindende uitspraak doet;
- ook cliëntenorganisaties kunnen zich wenden tot de geschilleninstantie
(groepsactie);
- de geschilleninstantie en de inspectie gaan bij problemen omtrent de naleving
van zorgplannen uit van de open norm van goede zorg;
- zorgaanbieders hebben de plicht de geschiktheid van medewerkers voor hun
functie bij aantreden te onderzoeken.
Het instrumentarium van de inspectie blijft gelijk.
Op grond van de Beginselenwet zorginstellingen wordt aan het bovenstaande
toegevoegd
) de plicht om mishandeling van cliënten in de langdurige zorg te melden bij de
inspectie. De sanctie op niet melden is een boete;
) de plicht om een verklaring omtrent gedrag aan te vragen voor personeel in
de langdurige zorg;
) cliënt en inspectie krijgen een inhoudelijk toetsingskader voor het tot stand
komen en de inhoud van zorgplannen voor bewoners van zorginstellingen.
Daardoor wordt gewaarborgd dat over een aantal essentiële onderwerpen
afspraken worden gemaakt, bij gebreke waarvan de inspectie kan optreden;
Ons kenmerk
MC)U)3040773
Pagina 8 van 8
) bij ernstige klachten over persoonlijke verzorging of bejegening, zoals
meldingen van calamiteiten (door anderen dan zorgaanbieders), seksueel
misbruik, mishandeling en situaties die (grenzen aan) verwaarlozing en
vernedering, grijpt de IGZ in individuele gevallen in;
) bij het structureel niet naleven van zorgplannen door een zorgaanbieder treedt
de inspectie handhavend op.
De inspectie zal het bestaande sanctie instrumentarium benutten in deze situaties.
Financiën en administratieve lasten
De consequenties van het wetsvoorstel voor de administratieve lasten zal ik laten
berekenen. Uiteraard zal ik het wetsvoorstel vorm geven met de minst mogelijke
administratieve lasten.
Zoals hiervoor al is opgemerkt, gaat het in de Beginselenwet om het invullen van
het recht op basiszorg op grond van de AWBZ. Deze zorg zou eigenlijk
vanzelfsprekend moeten zijn. Met de Beginselenwet wordt een aantal inhoudelijke
rechten concreet benoemd, waardoor cliënten deze rechten op grond van deze
wet ook kunnen afdwingen. Ik ga er dan ook van uit dat dit wetsvoorstel
budgettair neutraal kan worden ingevoerd.
Uiteraard geldt dit niet voor de in deze brief genoemde maatregelen ten aanzien
van de aanpak van ouderenmishandeling. Hiervoor zijn in het Regeer) en
gedoogakkoord specifiek middelen ter beschikking gesteld. Daarnaast is
in het Regeer) en Gedoogakkoord een aantal maatregelen aangekondigd om de
kwaliteit van de langdurige zorg te verbeteren. Die maatregelen zijn deels
zorginhoudelijk georiënteerd, zoals het op te richten Kwaliteitsinstituut dat de
sector gaat helpen bij het ontwikkelen van richtlijnen. Het andere deel van de
aangekondigde maatregelen richt zich meer op de positie van de cliënt, waarvan
de Wet cliëntenrechten zorg en de Beginselenwet de duidelijkste voorbeelden zijn.
Verder zijn er ook lessen te leren uit de inspanningen die veldpartijen de
afgelopen jaren hebben gepleegd in de langdurige zorg. Zo wil ik, in overleg met
de betrokken partijen, in 2011 starten met het inbedden van de actuele,
opgedane kennis uit Zorg voor Beter in de zorgopleidingen. De AWBZ blijft
behouden voor mensen die echt zorg nodig hebben (levenslang en levensbreed).
De instroom in de AWBZ moet worden beperkt, maar voor degenen die zorg
krijgen, moet die zorg ook van goede kwaliteit zijn. Voor de totale investering in
de kwaliteit van de langdurige zorg is de komende periode een bedrag van ¤ 860
miljoen beschikbaar, waarmee ik een forse impuls aan de sector kan geven. In
mijn brief over de toekomst van de langdurige zorg en in het plan van aanpak
ouderenmishandeling, zal ik daar nader op ingaan.
Tijdpad
Op basis van de hoofdlijnen zoals geschetst in deze brief, bereid ik momenteel het
voorstel voor de Beginselenwet zorginstellingen voor. Ik hoop het wetsvoorstel in
het voorjaar van 2011 aan de Raad van State te kunnen toezenden voor advies.
Hoogachtend,
de Staatssecretaris van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,
mw. drs. M.L.L.E. Veldhuijzen van Zanten)Hyllner