Rijksoverheid
17 januari 2011
Ouderbijdrage voorschoolse educatie op de peuterspeelzaal en
uitwerking school van de toekomst
Hierbij reageer ik op twee verzoeken van de vaste commissie voor Onderwijs,
Cultuur en Wetenschap over het informeren van uw Kamer.
1. De commissie heeft mij verzocht uw Kamer te informeren over de
uitkomsten van het bestuurlijk overleg met de VNG betreft de
ouderbijdrage voorschoolse educatie op de peuterspeelzaal (Kamerstuk
31989, nr. 28).
U zult voor 1 maart 2011 mijn reactie ontvangen. Dit jaar was het niet
meer mogelijk bestuurlijk overleg te plegen omdat de reactie van de
Eerste Kamer op mijn brief van 22 november 2010 hieromtrent eerst
moest worden afgewacht. De Eerste Kamer heeft op 14 december jl. deze
brief ter kennisgeving aangenomen, begin 2011 zal het bestuurlijk overleg
plaatsvinden.
2. Op 11 mei 2010 heeft u een brief ontvangen waarin is aangegeven dat de
besluitvorming omtrent de uitwerking van de school van de toekomst en
de reactie op de motie Kraneveldt)van der Veen c.s. (Kamerstukken
2009)2010, 32 123 VIII, nr. 43) wordt overgelaten aan het nieuwe
kabinet (Kamerstukken II, 2009/10, 31 322, nr. 83).
Ik wil de uitwerking van de toezegging en de reactie op de motie in
samenhang beantwoorden met mijn voorstellen tijdens de
begrotingsbehandeling om pilots te starten rond flexibele onderwijstijden.
U kunt deze reacties voor 1 april 2011 verwachten.
de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
Marja van Bijsterveldt)Vliegenthart