Wageningen Universiteit en Researchcentrum
17 jan 2011
Onderdeel: LEI
'Ongezond voedsel mag, als je er maar niet dik van wordt'
Gezond en duurzaam voedsel krijgt nauwelijks aandacht van jongeren.
Voor een meer gezonde voedselkeuze krijgen ze pas belangstelling als ze
het risico lopen om te dik te worden. Duurzaam voedsel is onbekend of
iets voor later. De bewustwording ten aanzien van gezonde en duurzame
voedselkeuzes lijkt het best te kunnen worden gestimuleerd door de
ouders en door het onderwijs. Dit zijn enkele in het oog springende
conclusies van een onderzoek onder 650 jongeren tussen 12 en 16 jaar
dat Wageningen UR (University & Research Centre) heeft uitgevoerd in
opdracht van het ministerie van EL&I.
Tieners komen tussen hun elfde en achttiende jaar tot de afbakening van
hun identiteit. Het is de periode waarin ze ook gaan experimenteren met
eten, meer gaan snacken en vaker maaltijden gaan overslaan. Anderzijds
wijst eerder onderzoek uit dat jongeren in deze levensfase heel
behoudend zijn in hun voedselkeuze en veelal producten kiezen die
overeenkomen met de keuze van degenen met wie ze eten (ouders,
schoolgenoten en vrienden).
Beleving van voedsel
Voedsel blijkt jongeren amper bezig te houden. Jongeren eten
buitenshuis wat ze lekker vinden of wat ze van hun ouders mee naar
school hebben gekregen. Op school is voedsel geen gangbaar
gespreksonderwerp. Over eten wordt alleen gesproken als iemand iets
aparts eet of als ze (samen) iets gaan kopen. Eten dat ze zelf kopen
wordt gezien als een traktatie die afwijkt van wat ze (gratis) van huis
mee kunnen nemen.
Gezond eten staat bij jongeren voor het consumeren van groenten en
fruit en het laten staan van tussendoortjes. Ongezond vinden ze chips,
snoep en koek. Ongezond of gezond wordt voor hen pas een relevante
keuze als er een relatie is met (over)gewicht. Zolang het niet dik
maakt is ongezond eten voor hen aanvaardbaar.
De herkomst van voedsel is voor jongeren geen spannend
gespreksonderwerp. Ook het begrip duurzaamheid houdt hen niet bezig.
Beïnvloeding
Thuis hebben jongeren een beperkte invloed op de voedselkeuze. Ouders
beslissen wat er aan eten in huis komt. Jongeren kunnen dat hooguit
beïnvloeden. Bij de jongeren bestaat het beeld dat ze moeten eten wat
de pot schaft. De meeste ouders houden vast aan bepaalde eetregels:
samen eten en eerst uitproberen, ook al lust je iets niet. Zo bezien
lijkt de thuissituatie een belangrijk aanknopingspunt om jongeren te
interesseren voor duurzaam en gezond voedsel. Vooral omdat de uitgaven
aan voedsel door de jongeren in vergelijking tot andere uitgaven
relatief laag te zijn.
Ook de school kan invloed uitoefenen. Vooral door het aanbod in
schoolkantines gezonder, duurzamer en tevens aantrekkelijk te maken.
Het kopen in de kantine moet wel een traktatie blijven, want anders
nemen ze het eten van huis mee of gaan ze naar de horeca rondom de
school of naar de supermarkt.
Uiterlijk en life style kunnen een belangrijke ingang zijn voor
campagnes om jongeren aan te zetten tot gezonde en duurzame keuzes.
Rapport 2010-040 Voorbij het broodtrommeltje; Hoe jongeren denken
over voedsel
Contact
Gemma Tacken
Gemma.tacken@wur.nl
Profiel