Rechtbank Amsterdam
Organisatie proces Wilders onderzocht
Amsterdam, 17 januari 2011 - Het bestuur van de rechtbank Amsterdam
heeft met waardering kennis genomen van het rapport "Evaluatie van de
organisatie van de strafzaak Wilders", opgesteld door de commissie
Meijerink. Dat rapport is in opdracht van het gerechtsbestuur
uitgebracht om kritisch te bezien of zaken in de toekomst anders moeten
worden georganiseerd. Het rapport van de commissie Meijerink en de
reactie van het gerechtsbestuur handelen niet over inhoudelijke
aspecten van de zaak.
Het bestuur heeft de aanbevelingen van de commissie overgenomen en zal
daaraan op korte termijn concreet invulling geven. Dat betekent dat de
organisatie van bijzondere, grote en/of mediagevoelige zaken in de
toekomst onder stevige regie vanuit het bestuur zal plaatsvinden. Dit
zal steeds maatwerk zijn. Tijdens de looptijd van het proces zal
gemonitord worden of organisatorische aspecten veranderd of bijgesteld
moeten worden.
Bijzondere aandacht zal uitgaan naar de verhouding tussen de
rechterlijke onafhankelijkheid en de meer sturende rol van het
gerechtsbestuur. De faciliterende en sturende rol van het bestuur moet
goed gedefinieerd worden in overleg met de rechters, zodat het
rechterlijk domein gewaarborgd blijft.
De bevindingen van de commissie Meijerink worden gedeeld met andere
gerechten en de Raad voor de rechtspraak, zodat ook zij de opgedane
kennis en ervaring kunnen benutten.
Achtergrond
Het bestuur van de rechtbank Amsterdam heeft in november 2010 opdracht
gegeven om de organisatie van het eerste deel van het proces Wilders te
evalueren. De commissie die deze opdracht heeft uitgevoerd, onder
voorzitterschap van prof. drs. M.H. Meijerink, heeft eind december 2010
haar eindrapport uitgebracht.
Bron: Rechtbank Amsterdam
Datum actualiteit: 17 januari 2011 Naar boven