Rechtbank Leeuwarden
Baatbelasting onverbindend
De gemeente Heerenveen heeft een aantal jaren geleden de binnenstad
van Heerenveen heringericht door de aanleg van sierbestrating,
groenvoorzieningen en plaatsing van straatmeubilair. De gemeenteraad
van Heerenveen had besloten een deel van de totale kosten van deze
herinrichting door middel van een baatbelasting te verhalen op
eigenaren van aanliggende, gebate bedrijfspanden.
Tegen deze aanslagen baatbelasting heeft een groot aantal van die
eigenaren bezwaar en beroep aangetekend. Op 6 januari 2011 heeft de
rechtbank Leeuwarden uitspraak in deze baatbelastingzaken gedaan.
Baatbelasting onverbindend
De rechtbank heeft beslist dat de Verordening op de heffing en de
invordering van de baatbelasting herinrichting centrum Heerenveen
onverbindend is. Volgens de rechtbank is geen sprake van een wezenlijke
verandering naar inrichting, aard of omvang van het geheel van
voorzieningen in de binnenstad van Heerenveen. Het criterium
âwezenlijke veranderingâ is door de Hoge Raad geformuleerd in eerdere
baatbelastingzaken.
De kern van de beslissing van de rechtbank luidt:
Weliswaar is de omvang van de voorzieningen enigszins toegenomen als
gevolg van een relatief geringe toename van het aantal bomen in het
heringerichte gebied, heeft de gewijzigde inrichting van de bestrating
geleid tot een geringe verbetering en is de inrichting van de
groenvoorzieningen door het aanbrengen van grondspots en boomroosters
gewijzigd en licht verbeterd, maar zowel afzonderlijk als in onderling
verband bezien en bijeengenomen zijn deze wijzigingen onvoldoende om te
kunnen spreken van een wezenlijke verandering van het geheel van
voorzieningen in het heringerichte gebied.
LJ Nummer
BP0814
Zie het origineel
Bron: Rechtbank Leeuwarden
Datum actualiteit: 17 januari 2011