Rijksoverheid
14 januari 2011
Antwoorden op de vragen van de leden Van Dijk en Van Bommel over
het onderzoek van het Openbaar Ministerie naar het rapport Van den
Berg en het rapport van de Commissie van Toezicht betreffende de
Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten
Hierbij bied ik u mede namens de minister van Veiligheid en Justitie de
antwoorden aan op de vragen van de leden Van Dijk en Van Bommel (beiden SP)
over het onderzoek van het Openbaar Ministerie naar het rapport Van den Berg
en het rapport van de Commissie van Toezicht betreffende de Inlichtingen- en
Veiligheidsdiensten (ingezonden 30 november 2010 met kenmerk 2010Z18096).
DE MINISTER VAN DEFENSIE
Drs. J.S.J. Hillen
1
Hebt u kennisgenomen van de berichten dat Britse militairen in Irak
gemarteld hebben gedurende hun tijd dat zij onderdeel waren van de
bezettingstroepen en dat Nederlandse militairen op dat moment officieel
onder Brits commando vielen tijdens hun verblijf in de provincie Al
Muthanna? 1) Is het waar dat deze martelingen vanuit een basis in Um
Qasr werden georganiseerd? 2)
2
Kunt u uitsluiten dat van de in totaal 52 gevangenen die door
Nederlandse troepen in het kader van SFIR-operatie in Al Muthanna aan
de Britten in Um Qasr zijn overgedragen, mensen door de Britten zodanig
zijn behandeld dat van marteling sprake is? Indien nee, wat is er met hen
gebeurd? 3)
De genoemde berichten van The Guardian zijn bekend.
Nederlandse militairen zijn verantwoordelijk voor personen die door hen
gevangen zijn genomen. Na overdracht gaat deze verantwoordelijkheid over op
de ontvangende partij. Wel verplicht het derde Verdrag van Geneve inzake
krijgsgevangenen om in geval van notificatie, bijvoorbeeld door het Internationale
Comite van het Rode Kruis (ICRC) dat de ontvangende partij zich niet aan de
verplichtingen onder het verdrag ten opzichte van krijgsgevangenen houdt,
corrigerende maatregelen te nemen of om teruggave van gevangenen te vragen.
Nederland had en heeft geen aanleiding te veronderstellen dat Britse militairen
zich schuldig maakten aan marteling van gevangenen die door Nederland aan het
Verenigd Koninkrijk zijn overgedragen ten tijde van SFIR. Er zijn op basis van
bronnenonderzoek geen aanwijzingen dat de namen die in de artikelen van
The Guardian zijn vermeld personen betreffen die door Nederland gevangen zijn
genomen en aan het Verenigd Koninkrijk zijn overgedragen.
3
Herinnert u zich de toezegging dat de minister van Justitie de rapporten
van de commissie Van den Berg en de CTIVD onder de aandacht van het
Openbaar Ministerie zou brengen om te bezien of de inhoud van deze
rapporten aanleiding geeft tot het instellen van een (nader) oriënterend
dan wel strafrechtelijk onderzoek? 4)
Ja.
4
Wat was de conclusie van het Openbaar Ministerie? Heeft het aanleiding
gezien tot een oriënterend dan wel strafrechtelijk onderzoek? Zo ja, wat
is de stand van zaken van dat onderzoek? Indien nee, waarom niet? Kunt
u dat toelichten?
In de periode 2009/2010 is door de Koninklijke Marechaussee, onder leiding van
het openbaar ministerie te Arnhem, een oriënterend feitenonderzoek ingesteld op
basis van de reeds voorhanden en door de onderzoekscommissies beschikbaar
gestelde documentatie (in totaal circa 14.000 pagina's).
In het kader daarvan is tevens een groot aantal getuigen (nader) gehoord. Op
basis van de resultaten van dit onderzoek heeft het OM te Arnhem geconcludeerd
dat geen sprake is van mogelijke vervolgbare strafbare feiten. Voor nader
oriënterend en/of strafrechtelijk onderzoek bestaat, mede ook gezien de diepte
en uitgebreidheid van het reeds uitgevoerde feitenonderzoek, geen aanleiding.
1) The Guardian, "British servicemen suspected of murdering Iraqi civilians
Exclusive: Soldiers and airmen are suspected of killing significant number of
civilians, but have not been put on trial', 12 september 2010
2) The Guardian, 'Humiliate, strip, threaten: UK military interrogation manuals
discovered, Exclusive: Methods devised in secret in recent years may breach
international law', 25 oktober 2010
3) "Mensen in de eerste categorie moesten binnen 14 uur worden overgedragen
aan de Britse divisie waar het Nederlandse detachement onder viel. Dit gebeurde
steeds in Um Qasr, nabij Basra, in het zuiden van Irak, in totaal 52 keer."
Minister van Defensie Van Middelkoop tijdens AO d.d. 18 juni 2007, zie pagina 10,
23 432, nr. 236.
4) Zie pag. 2 van de brief van de minister van Defensie, 18 juni 2007, 23432, nr.
228