CDA


Ormel: Betere samenwerking nodig tussen huisartsen en dierenartsen vrijdag 14 januari 2011
De Tweede Kamer keek deze week met behulp van het rapport van de Commissie Van Dijk terug op de aanpak en de bestrijding van de Q-koorts. De Q-koorts uitbraak heeft grote gevolgen gehad voor mens en dier. Niet alleen zijn mensen overleden aan de ziekte, of geïnfecteerd geraakt, ook geitenhouders zijn door de massale ruiming van hun dieren diep getroffen. De commissie Van Dijk concludeert dat gebrekkige communicatie, verschillend denken bij ministeries en een gebrek aan daadkracht de aanpak van de ziekte geen goed hebben gedaan. Ze erkent wel dat het vraagstuk een heel complex vraagstuk was, en stelt dat voor ziekten die van dier op mens kunnen overgaan, een aantal extra maatregelen getroffen moeten worden.
Â
CDA-kamerlid Henk Jan Ormel sprak in zijn bijdrage allereerst zijn medeleven uit met de slachtoffers en de mensen die nog steeds ziek zijn, en met de getroffen geitenhouders. Ormel wijst al sinds 2006 op de gevaren van de Q-koorts. De bestrijding ervan kwam pas laat op gang door andere dierziekten die veel aandacht eisten, zoals Blauwtong. De kennis over Q-koorts is nog steeds niet volledig, maar is wel toegenomen. "Op basis van de huidige kennis hadden we direct enkele bedrijven moeten ruimen", stelt Ormel. Hij noemt het een van de belangrijkste lessen: "Er moet meer geluisterd worden naar de waarschuwingen van huisartsen en dierenartsen. Zij zien dit soort uitbraken als eerste vanuit hun praktijk. Als huisartsen en dierenartsen bovendien meer samen gaan werken, dan kunnen dit soort drama's eerder worden herkend. Q-koorts is tenslotte niet de enige ziekte die kan overgaan van dier op mens."