Rijksoverheid
14 januari 2011
vragen lid Ouwehand (PvdD) inzake de verkoop van bedreigde tonijn in Nederlandse supermarkten
Geachte Voorzitter,
Hierbij treft u, mede namens de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport de antwoorden op de vragen aan van het lid Ouwehand (PvdD), over de verkoop van bedreigde tonijn in Nederlandse supermarkten.
1. Bent u bekend met het onderzoek van Greenpeace dat aantoont dat er in tonijn in blik vaak bedreigde en overbeviste tonijnsoorten zitten? Ja. 2. Is het waar dat zolang op het blik één soort genoemd staat, terwijl er meer soorten in zitten, dit in strijd is met Richtlijn 2000/13/EC artikel 2, aangezien dit de consument misleidt? Welke conclusie trekt u hieruit? Ja. De consument dient via het etiket van juiste informatie te worden voorzien. 3. Is het waar dat vermengen van twee (of meer) soorten tonijn in een blik in strijd is met Verordening 1536/92? Welke conclusie trekt u hieruit? Nee. Het vermengen van meerdere soorten tonijn is niet in strijd met Verordening 1536/92.
4. Op welke manier vindt er op dit moment controle plaats op de naleving van genoemde Richtlijn en Verordening met betrekking tot tonijn in blik? In Nederland wordt steekproefsgewijs gecontroleerd of de soorten vis die op de verpakking vermeld staan ook daadwerkelijk in de verpakking zit. De nVWA doet dit met een chemische methode, de zogenaamde eiwit electroforese, die echter alleen werkt met rauwe, ongekookte vis. De nVWA beschikt niet over een onderzoekmethode waarmee verschillende soorten tonijn in blik (gekookt) kunnen worden aangetoond. 5. Bent u bereid een onderzoek door de nieuwe Voedsel en Waren Autoriteit (nVWA) in te stellen naar aanleiding van het onderzoek van Greenpeace? Zo ja, op welke wijze en termijn? Zo nee, waarom niet? Nee. Dergelijk onderzoek zal niet bijdragen aan het oplossen van het probleem en waarschijnlijk ook geen additionele informatie opleveren in vergelijking met het rapport van Greenpeace. Ik ben van mening dat dit in breder Europees en internationa
al verband moet worden geadresseerd. Ook het Greenpeace rapport laat zien dat problemen eerder in de visketen ontstaan. Ik zal in Europees verband aandacht vragen voor dit probleem. 6. Bent u bereid de betrokken bedrijven erop aan te spreken dat zij zwaar bedreigde vissoorten verhandelen en daarmee Europese regelgeving overschrijden? Zo ja, op welke wijze en termijn? Zo nee, waarom niet? Op de handel in bedreigde diersoorten is de CITES (Convention on International Trade in Endangered Species of Wild fauna and flora) -regelgeving van toepassing. Daartoe worden bedreigde diersoorten aangewezen in het CITESverdrag. De in blik aangetroffen tonijnsoorten vallen niet onder de werking van de CITES-regelgeving. 7. Bent u bereid deze bedrijven de toegang tot de Nederlandse markt te ontzeggen als zij zich niet aan de Europese regelgeving houden? Zo ja, op welke wijze en termijn? Zo nee, waarom niet? Bedrijven dienen zich te houden aan de Europese regelgeving dienaangaande. Voor het overige
verwijs ik u naar het antwoord op vraag 3.
8. Deelt u de mening dat het probleem van bedreigde en overbeviste tonijnsoorten in ingeblikte tonijn wordt veroorzaakt doordat de bedreigde tonijnsoorten door het gebruik van lokvlotten meegevist worden? Zo ja, bent u bereid in Europa aan te dringen op een verbod op het gebruik van lokvlotten, gezien de bijvangstproblematiek? Zo nee, waarom niet? De in blik aangetroffen soorten vallen niet onder de werking van de CITESregelgeving. Vooral in de Stille en Indische Oceaan wordt op tropische tonijnsoorten gevist. De bijvangstproblematiek van de zogenaamde lokvlotten is mij bekend. Ik zal op dit moment in Europa niet aandringen op een verbod van lokvlotten. Dergelijk optreden zou niet realistisch zijn, aangezien tijdens de onlangs gehouden jaarvergadering van ICCAT (International Commission for the Conservation of Atlantic Tunas) is gebleken dat zelfs voor beperkingen ten aanzien van het gebruik van lokvlotten op dit moment onvoldoende draagvlak bestaat. De Staatssecretaris van Econom
ische Zaken, Landbouw en Innovatie,
dr. Henk Bleker