Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut

La Niña achter regen Australië en Filippijnen
14 januari 2011 - De overstromingen in Australië en op de Filippijnen hangen samen met La Niña, een afkoeling van het zeewater langs de evenaar op de Stille Oceaan die periodiek optreedt. De overstromingen in Brazilië en op Sri Lanka staan los van dit verschijnsel. Het dodental in Brazilië is opgelopen tot meer dan vijfhonderd. Dat land werd ook in april 2010 getroffen door een regenramp die aan zeker 250 mensen het leven kostte.
Maandelijkse neerslag in het gebied 28º-28º Zuid, 145º-155º Oost (zuidelijk Queensland, rond Rockhampton) (bron: GPCC V5 dataset, t/m december 2010 aangevuld met de GPCC monitoring en first-guess analyses).
Maandelijkse neerslag in het gebied 28º-28º Zuid, 145º-155º Oost (zuidelijk Queensland, rond Rockhampton) (bron: GPCC V5 dataset, t/m december 2010 aangevuld met de GPCC monitoring en first-guess analyses).
Het Australische Bureau of Meteorology maakt melding van verschillende neerslagrecords. Volgens voorlopige meldingen viel in Tasmanië in twee dagen lokaal 400 mm. Vooral in Queensland, met name in de stad Brisbane, is de ontreddering groot. Het getroffen gebied is ongeveer even groot als Frankrijk en Duitsland samen.

De extreme weersomstandigheden zijn te wijten aan een zuidelijker ligging van een regenzone die normaal gesproken in deze tijd veel regen brengt boven zee en de eilanden ten noorden van Australië. Zo'n situatie is in het verleden vaker voorgekomen. In januari 1974, februari 1954 en januari 1918 vielen hier vergelijkbare hoeveelheden regen.

In twee van deze deze jaren vielen deze gebeurtenissen samen met La Niña, een afkoeling van het zeewater langs de evenaar op de Stille Oceaan die periodiek optreedt en goed voorspelbaar is. La Niña is de tegenhanger van de warme El Niño, die eens in de 3 tot 7 jaar zorgt voor een opwarming van het zeewater in dit deel van de Oceaan. In het afgelopen najaar ontwikkelde zich een ongekend sterke La Niña die tegen het einde van het jaar nauwelijks minder werd. Mede daardoor viel er in Queensland in december zo bijzonder veel regen en wordt ook januari hier een zeer natte maand. Het jaar 2010 was volgens het Australische Bureau of Meteorology het op twee na natste jaar in de meetgeschiedenis.

Waarnemingen bieden geen aanwijzingen dat zulke gebeurtenissen tegenwoordig vaker voorkomen dan voorheen. De gemiddelde hoeveelheid neerslag is in zuidelijk Queensland in de afgelopen honderd jaar niet veranderd. Ook klimaatmodellen voorspellen voor deze regio geen bijzondere afwijkingen door de opwarming van de aarde. Er is dus geen aanleiding om de hevige regen van 2010 in verband te brengen met het broeikaseffect. Zware neerslag komt in dit deel van Australië gemiddeld eens in de 30 tot 50 jaar voor, meestal pas in januari of februari.

Nat klimaat
Delen van de zuidelijke en oostelijke kust van Australië zien jaarlijks op 120 tot 160 dagen regen vallen. Het binnenland en de noordwestkust telt maar zo'n 20 regendagen (met 0,2 millimeter of meer). Het kan er enorm gieten zeker als een tropische cycloon passeert, vooral in heuvelachtige gebieden. De meeste regen valt langs de noordoostkust in een smalle strook ten zuiden van Cairns, waar vochtige lucht met zuidoostenwind tegen de hellingen wordt gestuwd. In Tully valt jaarlijks gemiddeld 4252 millimeter, ruim vijf keer de jaarsom van Nederland.

KNMI-Kenniscentrum
http://www.knmi.nl/cms/content/93272/zware_regen_in_australie

Eerste uitgave: 12-01-11