Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut

Wereld in 2010 uitzonderlijk warm
Eén van de warmste jaren ooit
14 januari 2011 - Het jaar 2010 is volgens Wereld Meteorologische Organisatie (WMO) gemiddeld over de hele wereld een van de warmste sinds het begin van de systematische metingen in 1850. In de meetreeks die de NASA hanteert (NASA/GISS) komt het temperatuurgemiddelde van 2010 vrijwel gelijk uit met dat van 2005 en is deze de hoogste ooit gemeten.
temperatuurafwijking in 2010 in de GISTEMP dataset ten opzichte van 1971-2000 (Bron: NASA/GISS)
temperatuurafwijking in 2010 in de GISTEMP dataset ten opzichte van 1971-2000 (Bron: NASA/GISS)
In ons deel van Europa was het zowel aan het begin van het jaar als in de maand mei en de laatste weken koud voor de tijd van het jaar, zodat de jaargemiddelde temperatuur hier juist onder normaal gaat uitkomen. Ons land had met 9,1 graden tegen 9,8 graden normaal het koudste jaar sinds 1996.

Wetenschappers hadden een jaar tevoren al voorspeld dat 2010 het warmste jaar in de metingen (sinds 1880) zou kunnen worden. Deze voorspelling was gebaseerd op twee factoren: de trend naar steeds hogere wereldgemiddelde temperaturen en de effecten van El Niño, een opwarming van het zeewater langs de evenaar in de Stille Oceaan. De effecten daarvan zijn voornamelijk boven de tropische Atlantische en Indische oceanen zichtbaar. Op het noordelijke halfrond speelde de eerste maanden van 2010 een zeer sterke invloed van de Noord-Atlantische Oscillatie een grote rol, net als in december. Hierdoor was het veel warmer dan normaal in noordwest Canada en Groenland en in het Midden-Oosten en Noord Afrika. In Siberië, de Verenigde Staten en Europa ten noorden van de Alpen was het juist relatief koud.

Broeikaseffect
Sinds 1975 warmt de aarde gemiddeld ongeveer 0,17 graden op per tien jaar. Dit is grotendeels het gevolg van de toename van broeikasgassen in de atmosfeer. Deze trend wil niet zeggen dat de wereldgemiddelde temperatuur elk jaar iets hoger is dan het vorige jaar. Het ene jaar is het wat warmer dan de trendlijn, het andere juist wat kouder. De twee à drie jaar na grote vulkaanuitbarstingen in de tropen is het wereldgemiddeld rond de 0,2 graden kouder, zoals in 1992 en 1993 na de uitbarsting van de Pinatubo op de Filippijnen.

Jaargemiddelde wereldgemiddelde temperatuur 1880-2010. De groene lijn is een 10-jaars lopend gemiddelde. Bron: NASA/GISS Jaargemiddelde wereldgemiddelde temperatuur 1880-2010. De groene lijn is een 10-jaars lopend gemiddelde. Bron: NASA/GISS El Niño en La Niña
Een andere belangrijke bron van schommelingen rond de trendlijn is El Niño. Zoals de naam ,,het Kerstkindje'' al aangeeft piekt deze opwarming meestal rond Kerstmis. Zo'n drie tot zes maanden later is het effect op de wereldgemiddelde temperatuur het grootst. Dit komt voornamelijk door het verzwakken van de passaatwind boven de oceanen, waardoor er minder water verdampt. Hierdoor blijft het oppervlaktewater warmer. In 1998 was de wereldgemiddelde temperatuur uitzondelijk hoog doordat El Niño zeer sterk was. El Niño was in 2009 ook relatief sterk, zodat al met vrij grote zekerheid voorspeld kon worden dat ook 2010 bijzonder warm zou worden. Ook het weer is een belangrijke bron van kortdurende variaties in de wereldgemiddelde temperatuur. Vooral de wintertemperaturen boven Siberië en Canada kunnen van jaar op jaar flink verschillen. In het jaar 2008 was de afwijking boven normaal minder groot dan de jaren er voor door een combinatie van La Niña en kou in Canada.

In de tweede helft van 2010 tekende zich voor de kust van Ecuador op de Stille Oceaan een sterke La Niña af met kouder water dan normaal langs de evenaar de de kust van Zuid Amerika. La Niña zorgt er waarschijnlijk voor dat de wereldgemiddelde temperatuur dit jaar weer iets minder hoog uitvalt dan in 2010.

Meer diepgang in KNMI kenniscentrum:
http://www.knmi.nl/cms/content/92231/wereld_in_2010_zeer_warm