Universiteit van Tilburg

Persbericht 10 januari 2011

In Nederlands en Turks vaardige jongeren integreren het best

Turks-Nederlandse jongeren die de grootste woordenschat in het Turks hebben, beschikken óók over de grootste Nederlandse woordenschat. En zij die de meeste interesse tonen in de Turkse cultuur, zijn ook het meest betrokken bij de Nederlandse cultuur. De huidige politieke focus op alléén Nederlands, kan integratie juist in de weg staan, stelt Nadia Eversteijn, die op 14 januari promoveert.

De Turkse gemeenschap in Nederland krijgt soms kritiek om haar sterke oriëntatie op de taal en cultuur van het land van herkomst. Promovenda Nadia Eversteijn sprak met vijftig Turks-Nederlandse jongeren en toont aan dat beide talen een onmisbare rol spelen in hun dagelijks leven. Ze wisselen Turks en Nederlands voortdurend af, afhankelijk van de gesprekspartner en omstandigheden (codeswitching).

Als dat nodig is, houden de tieners de talen prima gescheiden. Maar met leeftijdsgenoten onder elkaar vervagen de grenzen tussen beide talen soms volledig: ze mixen de woorden dusdanig, dat er een soort onafhankelijke, derde taal ontstaat.

Eversteijn toont aan dat degenen die het sterkst zijn in het Turks, ook het sterkst zijn in het Nederlands. Jongeren die de meeste interesse tonen in de Turkse cultuur, hebben ook de meeste belangstelling voor Nederlandse cultuur, zoals blijkt uit lees- en mediagedrag. Ze stelt dat integratie niet een keuze is tussen twee talen en twee culturen, maar eerder een kwestie is van goede kennis van beide.

Nadia Eversteijn (Eindhoven, 1973) studeerde Taal- en Cultuurstudies aan de Universiteit van Tilburg. Zij geeft nu advies over meertalig opvoeden, onder andere bij de website Ouders Online. Het onderzoek werd mede gefinancierd door NWO.