Partij van de Arbeid
Den Haag, 13 januari 2011
Vragen van het lid Spekman (PvdA) aan de minister voor Immigratie en Asiel
over de onrechtmatige vreemdelingenbewaring van een voormalige alleenstaande minderjarige asielzoeker in de Kerstperiode
1) Klopt het dat u een 18-jarige jongen uit Angola die al negen jaar alleen in Nederland verblijft, op 24 december jl., één dag voor Kerst, in vreemdelingenbewaring heeft geplaatst?{1}
2) Klopt het dat de rechtbank van Dordrecht in een uitspraak van 7 januari jl.{2} heeft geoordeeld dat deze vreemdelingenbewaring onrechtmatig was, derhalve niet had mogen plaatsvinden, en de bewaring van deze jongen onmiddellijk moet worden opgeheven? Is dit laatste inmiddels gebeurd?
3) Is de overweging van de rechtbank juist, dat u de vreemdelingenbewaring in deze zaak heeft gebruikt om deze kwetsbare jongen te dwingen om mee te werken aan terugkeer naar Angola? Bent u ervan op de hoogte dat de mate van medewerking aan terugkeer geen grond is om een vreemdeling in de gevangenis te zetten, en, zo ja, wat is de verklaring dat u hiertoe in deze zaak toch toe bent overgegaan? Waarom plaatst u een vreemdeling in bewaring terwijl er geen aspecten van openbare orde spelen en er geen vluchtgevaar is?
4) Klopt het dat uw procesvertegenwoordiger tijdens de zitting bij de rechtbank in eerste instantie heeft verhuld wat de werkelijke reden was van de inbewaringstelling, en dat dit pas is toegegeven nadat hier door de rechter op is doorgevraagd? Zo ja, wat is hiervoor uw verklaring? Bent u bereid het stenografisch verslag van de rechtszitting aan de Tweede Kamer te zenden?
5) Bent u met de PvdA-fractie van mening dat het mensonterend is om een jonge jongen die al negen jaar in Nederland is, jaren een verblijfsvergunning heeft gehad, alleen naar Nederland is gestuurd en al bijna zijn hele jeugd een onstabiel bestaan heeft geleid, één dag voor Kerst uit zijn vertrouwde omgeving te halen en in de gevangenis te plaatsen, zonder dat hij iets misdaan heeft? Wat is uw verklaring dat, ondanks een poging vanuit de Tweede Kamer om de bewaring van deze jongen in elk geval tijdens de Kerstdagen op te heffen, deze juridisch onrechtmatige en bovendien onmenselijke vreemdelingenbewaring toch is voortgezet?
6) Bent u met de PvdA-fractie en de rechtbank van mening dat in zaken als deze lichtere middelen dan bewaring hadden moeten worden toegepast? Waarom is dit nagelaten? In hoeverre worden lichtere middelen dan vreemdelingenbewaring standaard serieus overwogen door de DT&V en/of de Vreemdelingenpolitie?
7) Bent u bereid deze omstandigheid van de onrechtmatige vreemdelingenbewaring mee te wegen bij mijn eerder gedane verzoek aan u om ten aanzien van deze jonge Angolees gebruik te maken van uw discretionaire bevoegdheid?{3}
8.Bent u bereid deze vragen te beantwoorden vóór het Algemeen Overleg over vreemdelingenbewaring dat u met de Tweede Kamer heeft op 26 januari a.s.?
Onderhands deel (slechts verstrekken aan ministerie - niet betrekken bij publicatie):
Het betreft het dossier van de heer O. Pedro (V-nummer 070.206.7131).
>>>>
{1} De gegevens van dit dossier zijn onderhands aan de minister voor Immigratie en Asiel verstrekt.
{2} Rechtbank 's Gravenhage, nevenzittingsplaats Dordrecht, AWB 10/44272.
{3} De brief met dit verzoek van 24 december jl. is in uw bezit.
Partij van de Arbeid