Nieuwe politiewet: Kamer op hoofdlijnen `positief kritisch'
De Tweede Kamer is op hoofdlijnen `positief kritisch' over het vormen
van een nationale politie.
De commissie Veiligheid & Justitie (V&J) van de Tweede Kamer heeft woensdag
12 januari weer een algemeen overleg gehad met minster Ivo Opstelten over het
vormen van een nationale politie. Tijdens het debat werd door de
verschillende politieke partijen en de bewindsman gesproken over de
hoofdlijnen van de bijbehorende nieuwe politiewet. De Tweede Kamer is op
hoofdlijnen `positief kritisch'.
De meerderheid van de Tweede Kamer (via vertegenwoordiging in de
commissie V&J) is het met minister Opstelten eens om het huidige
politiebestel te moderniseren en een einde te maken aan het
versnipperde politielandschap met 25 afzonderlijke korpsen en veel
decentrale bevoegdheden op het gebied van het beheer.
Lokale verankering
De meeste partijen hebben hun zorg uitgesproken of het nieuwe
politiebestel voldoende bijdraagt aan de lokale verankering van de
politie: de politie in de wijk en uitvoerder van het lokale
veiligheidsbeleid. Minister Opstelten heeft in zijn reactie nogmaals
verklaard dat dit juist één van de hoekstenen van de nieuwe politiewet
is. De burgemeester is verantwoordelijk voor de veiligheid en vult
samen met de officier van justitie de gezagsrol in. Dit zonder dat deze
bewindspersoon zich nog druk hoeft te maken over het beheer. Ook de
positie en de rol van de gemeenteraad wordt versterkt.
Regioburgemeester
Verschillende Kamerleden hadden ook vragen bij de rol en de positie van
de regioburgemeester. Zal deze zich niet te veel laten leiden door het
eigen belang en als een korpsbeheerder nieuwe stijl nadrukkelijk zijn
stempel gaan drukken op het regionale veiligheidsbeleid? Minister
Opstelten gaf in zijn reactie aan dat de lokale veiligheidsplannen door
de burgemeesters op regionaal niveau op elkaar worden afgestemd. De
regioburgemeester is verantwoordelijk voor dit proces, maar hij of zij
is slechts één van de partijen. De regioburgemeester neemt alleen
beslissingen als de stemmen staken. Indien nodig kunnen burgemeesters
tegen een dergelijk beslissing in beroep bij de minister.
Wetgevingstraject
Daarnaast werd tijdens het commissieoverleg duidelijk dat minister
Opstelten het wetgevingstraject heel snel oppakt. Het is zijn de
bedoeling om eind 2011 de wet te publiceren in de Staatscourant
(laatste stap voor van kracht worden nieuwe wet). De komende tijd
zullen kwartiermakers worden benoemd die het hele proces zullen
begeleiden. Er komt een plan van aanpak, waarin duidelijk zal worden
hoe de overgang naar het politiebestel zal gaan plaatsvinden.
Focus ACP
De ACP volgt de ontwikkelingen op de voet. Nu de structuur duidelijk
is, ligt de focus van de ACP daarbij heel nadrukkelijk op de gevolgen
voor de collega's. Als vakbond zal de ACP minister Opstelten aan het
principe houden dat het vakmanschap en de professionaliteit van de
politieman/ vrouw leidend moet zijn. De verandering van het
politiebestel biedt kansen, maar ook zorgpunten, zoals: ruimte voor het
politievak, inzet van de beschikbare capaciteit, het tegengaan van de
bestuurlijke drukte en de samenhang in de wetgeving. In de onderstaande
MEMO (pdf-bestand) is het (voorlopige) standpunt van de ACP te lezen
met betrekking tot het nieuwe politiebestel.
---
13/01/11 15:57
---
Politiebond ACP