Wageningen Universiteit en Researchcentrum
13 jan 2011
Nummer: R
Wageningen wil meespelen op het koraaltoneel. De eerste aanzetten zijn
veelbelovend. Met een koraalkwekerij op land is er zelfs een Hollandse
primeur.Â
Foto: Hans Wolkers
Voorzichtig plakt bioloog Ronald Osinga stukken koraal op kunststof
voetjes. Het is de eerste vrijdagochtend van het nieuwe jaar. Zijn
nieuwe koraalproef staat op het punt van beginnen. Tot een maand terug
leefden de diertjes nog in de oceaan voor de kust van het Mexicaanse
Cancùn. In de handbagage zijn de beestjes vlak voor Kerst per
vliegtuig naar ons land gebracht. Geheel legaal overigens, benadrukt
Osinga. Met alle benodigde vergunningen dus. Wel een mooi verhaal
overigens.
Vorige maand was Wageningen een week lang het brandpunt van het
internationale koraalonderzoek in de wereld. Osinga was gastheer van
zoân driehonderd congresgangers. Hij maakte van die gelegenheid gebruik
om koraal in te vliegen uit Mexico. In natte tissues gewikkeld en
vervoerd in plastic zakjes. Droog transport heet dat. Osinga: âLichter
dan in water en het mag gewoon in de cabine mee, dus het is ook nog
goedkoper.â Wetenschappers moeten op de kleintjes letten. Bovendien is
de overlevingskans van het koraal veel groter. âWe doen dit liever niet
met koeriers. Te vaak gaat het mis. Een dag vertraging en het spul is
dood. Nu was het allemaal binnen twintig uur van Mexico in Wageningen.â
Osinga gaat onderzoeken hoe zijn Porites porites reageren op
veranderende milieuomstandigheden. In dit geval: de zuurgraad van het
water en de beschikbaarheid van voedingsstoffen. Maar ook variërende
lichtsterkte en stroomsnelheid van het water worden nagebootst.
âAfzonderlijk zijn die effecten al behoorlijk uitgekauwdâ, licht Osinga
toe. âHet nieuwe zit âm in de combinatie van variabelen die we gaan
onderzoeken. We zijn geïnteresseerd in de interactie daartussen.â
Osinga wil, kort gezegd, weten hoe zijn koraal reageert op
klimaatverandering. Hoe de dieren groeien in een veranderend milieu.
Het werk maakt deel uit van een groot Europees project
(www.FORCE-project.eu) waar ook Alterra en Imares een bijdrage aan
leveren.
Koralen op kweek
Een veertigtal kilometers westelijker, op een industrieterrein in
Utrecht, stapt Osingaâs collega Tim Wijgerde in een heel ander
avontuur. Wijgerde begint dit voorjaar één van âs werelds eerste
commerciële koraalkwekerijen op land. In feite is het een
haalbaarheidsstudie naar de kweek van koralen voor de aquariumhandel,
legt Wijgerde uit. Koralen in aquaria komen nu nog vrijwel altijd uit
de natuur. Dat gaat ten koste van de tropische koraalriffen. Wereldwijd
zetten naar schatting een tot twee miljoen aquariumhouders een kleine
300 miljoen euro per jaar om aan koraal. âDie vraag naar koralen voor
aquaria is een gegevenâ, zegt Wijgerde. âDaar kun je weinig aan
veranderen, maar we kunnen de handel wel verduurzamen. Door met
gekweekt koraal aan die vraag te voldoen, kun je de natuurlijke
koraalriffen ontzien.â Dat koraalkweek nu haalbaar lijkt is vooral te
danken aan de ontwikkeling van een nieuwe manier om het water te
filteren. Een manier die het plankton spaart. Wijgerde: âKoralen zijn
heel erg afhankelijk van plankton en licht,maar traditionele
filtersystemen maken het plankton dood. Met een nieuw filtersysteem,
ontwikkeld door het bedrijf EcoDeco, heb je dat probleem niet. Daardoor
is de koraalkweek nu binnen handbereik.â
In het kader van innovatieve ideeën om de biodiversiteit te beschermen
kende het ministerie van LNV afgelopen zomer 350.000 euro toe aan
onderzoek naar koraalkweek. EcoDeco werken samen in dit project, dat
onder leiding staat van Wijgerde.
Pioniers
Wijgerde en Osinga zijn de pioniers van een nieuwe loot aan de
Wageningse onderzoeksboom: de tropische mariene ecologie. Beide maken
deel uit van de leerstoelgroep Aquacultuur en Visserij van hoogleraar
Johan Verreth. âTropische mariene ecologie, waarvan koraalonderzoek
deel uitmaakt, is sinds kort een uitbreiding van onze leerstoelâ, licht
Verreth toe. âHet past goed binnen de strategie van onze leerstoelgroep
en de universiteit. Met de toevoeging van Bonaire, Sint Eustatius en
Saba aan het Nederlandse grondgebied, is naast onderzoek naar de kweek
ook de ecologie van koraal relevant.â Verreth wil er helemaal voor
gaan. âHet is nu nog een klein onderzoeksgebied in Wageningen, maar we
gaan het de komende jaren flink uitbouwen.â
Prettig bijverschijnsel is volgens de hoogleraar dat mariene onderzoek
een grote aantrekkingskracht heeft op studenten. Koraalonderzoek is
sexy en avontuurlijk. Bij de koraalfabriek van Wijgerde zit dat
avontuur in de economische haalbaarheid van de kweek. Wijgerde twijfelt
niet aan zijn missie. âKoralen groeien onder optimale omstandigheden
met zoân 1 procent per dag. Elke twee en een halve maand verdubbelt de
biomassa. De testfaciliteit zal 2000 duimgrote koraalstukjes opkweken
tot stukken ter grootte van een vuist. Op jaarbasis moet 4000
verhandelbare stukken koraal mogelijk zijn. Maar de ambities reiken
verder: binnen vijf jaar wil Wijgerde jaarlijks maar liefst 50.000
stukken koraal kunnen oogsten. âDat is een derde van de EU-markt.
Binnen tien jaar hopen we de wereldkoraalmarkt voor een groot deel te
hebben verduurzaamd.â
Osinga weet over een half jaar hoe zijn koraal uit Cancùn de in scène
gezette klimaatverandering doorstaat. Dan eindigt deel één van de
proef. Voor het koraal betekent dat overigens het einde. âWe gaan dan
langzaam de temperatuur opdraaien om te kijken wat er gebeurt.â
Eigenlijk weet Osinga het wel. Het koraal verbleekt. Letterlijk. âDe
koralen verliezen de algen die het licht invangen. Daarmee verliezen ze
hun belangrijkste motor. Dat is een tamelijk plotseling en snel proces.
Binnen een paar dagen wordt alles wit. Dat omslagpunt, daar zijn we
naar op zoek.â
Netwerk verenigt wetenschappers
Het koraalonderzoek in ons land zit in de lift. Hoogste tijd dus voor
een eigen club. Acroporanet heet het netwerk, naar het meest
voorkomende koralengeslacht ter wereld. De lancering van de nieuwe club
vindt op 30 maart plaats in Naturalis. âAcroporanet is bedoeld voor
kennisuitwisseling voor iedereen in Nederland die zich met tropische
mariene biologie bezighoudtâ, legt Ronald Osinga uit, een van de
initiatiefnemers. Het netwerk omvat enkele tientallen onderzoekers van
universiteiten (Wageningen, Groningen, Nijmegen, Amsterdam) en
instellingen (Naturalis, Deltares, Imares, NIOZ).
Naast uitwisseling van kennis is het vooral ook de bedoeling om samen
het mariene onderzoek in ons land richting te geven. Zie ook
www.acroporanet.nl.| Hans Wolkers en Roelof Kleis
Bovenstaand bericht is geproduceerd door de redactie van Resource, het
blad voor Wageningen UR (University & Research centre). Meer informatie
bij Pers- en wetenschapsvoorlichting van Wageningen UR, e-mail:
pers.communicatie@wur of bij de redactie van Resource, e-mail:
resource@wur.nl. Zie ook www.resource.wur.nl.