Rijksoverheid
1
13 januari 2011
Vragen van het Lid Dijkgraaf over EarlyBird scholen.
Hierbij bied ik u de antwoorden aan op de vragen van het lid Dijkgraaf (SGP) over
EarlyBird scholen. De vragen werden mij toegezonden met uw brief van 21
december 2010.
de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
Marja van Bijsterveldt#Vliegenthart
Vragen van het lid Dijkgraaf (SGP) aan de minister van Onderwijs, Cultuur en
Wetenschap over EarlyBird scholen. (Ingezonden 21 december 2010)
1.
Bent u bekend met het vonnis van de rechtbank Rotterdam van 24 november
2010 tegen de Stichting Bestuur Openbaar Onderwijs Rotterdam (BOOR), die
EarlyBird scholen in stand houdt?
Antwoord
Ja.
2.
Wat is uw reactie op het vonnis? Kunt u toelichten hoe het oordeel van de
rechtbank dat de praktijk van EarlyBird scholen duidelijk in strijd is met de wet
zich verhoudt tot de uitspraak van de voormalig staatssecretaris "dat er geen
enkele aanwijzing is, maar dan ook geen enkele, dat wat in Rotterdam gebeurt
zich niet verhoudt tot onze onderwijswetgeving"?
Antwoord
Op 24 november 2010 heeft de rechtbank Rotterdam beslist dat er in een later
stadium een comparitiezitting zal plaatsvinden. Er is nog geen inhoudelijke
uitspraak gedaan over of EarlyBird#scholen zich aan de onderwijswetgeving
houden. Dit zal in februari van dit jaar gebeuren.
Ik kan geen toelichting geven op een rechtelijke uitspraak die nog niet is gedaan.
3.
Op welke wijze gaat u bewerkstelligen dat de EarlyBird#scholen weer binnen de
grenzen van de wet opereren? Kunt u garanderen dat deze scholen het Engels
voor maximaal 15% als voertaal gebruiken, mochten zij als experiment worden
aangemerkt? Bent u in dat geval bereid deze scholen uitdrukkelijk op het tijdelijke
karakter van het experiment te wijzen?
Antwoord
Zie mijn antwoord op vraag 2.
4.
Hoeveel experimenten lopen er inmiddels met scholen die voor maximaal 15%
een andere taal dan het Nederlands als voertaal gebruiken?
Antwoord
Op dit moment experimenteren 14 scholen voor primair onderwijs binnen het
pilotproject van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap met het
lesgeven in een vreemde taal tot maximaal 15% van de onderwijstijd.
5.
Herkent u het signaal dat inmiddels meerdere scholen in Nederland voor een deel
van het curriculum Engels als voertaal gebruiken, zonder dat er sprake is van een
experiment? Hoe maakt u aan scholen duidelijk wat de wettelijke grenzen zijn?
Antwoord
Scholen dienen zich aan de wet te houden en de Inspectie ziet daarop toe. Zij
heeft nergens geconstateerd dat scholen voor een deel van het curriculum Engels
als voertaal gebruiken.