Rijksoverheid
Voortgangsrapportage landelijke infrastructuur voor gegevensuitwisseling
in de zorg vierde kwartaal 2010
Geachte voorzitter,
Met deze brief informeer ik u over de stand van zaken met betrekking tot de
invoering van een landelijke infrastructuur voor gegevensuitwisseling in de zorg,
te weten de status van de vrijwillige aansluiting van zorgverleners voor de
uitwisseling van elektronische medicatiegegevens (emd) en e,huisartswaarneem,
gegevens (ewd) via de landelijke infrastructuur. Naast het verstrekken van een
aantal feitelijke gegevens over het vierde kwartaal van 2010 zal ik ingaan op
verschillende beleidsmatige ontwikkelingen rondom de landelijke EPD,infrastruc,
tuur.
1. Status invoering landelijke infrastructuur voor uitwisseling van emd
en ewd
In het stappenplan voor de landelijke invoering (TK 2007,2008, 27529, nr. 38)
dat mijn ambtsvoorganger u op 9 mei 2008 heeft aangeboden, is beschreven hoe
de invoering van een landelijke infrastructuur voor de uitwisseling van emd en
ewd wordt aangepakt. Belangrijke elementen zijn de planning en afstemming met
betrokken ICT,leveranciers en regionale samenwerkingsverbanden van zorg,
aanbieders. De aansluiting van zorgaanbieders op de landelijke infrastructuur
verloopt planmatig en beheerst in overeenstemming met het stappenplan. Het
totaal aantal aan te sluiten zorgaanbieders is 6.8101: 4.552 huisartspraktijken,
129 huisartsenposten, 2.034 apotheken en 95 ziekenhuizen.
Voortgang invoering landelijke infrastructuur voor uitwisseling van emd en ewd
Onderstaande tabel geeft een cumulatief overzicht van de voortgang van de
invoering van de landelijke infrastructuur voor emd en ewd d.d. 31 december
2010.
1 Het aantal aan te sluiten zorgaanbieders is op basis van nieuwe gegevens bijgesteld ten
opzichte van de vorige voortgangsrapportage.
Eerste
kwartaal
2010
Tweede
kwartaal
2010
Derde
kwartaal
2010
Vierde
kwartaal
2009
Landelijk
Schakelpunt
aansluitingen
opvraagbare
dossiers
raadplegingen
730
2.506.524
904.152
980
2.745.447
1.212.192
1.341
3.280.275
1.628.155
2.629
7.404.859
2.257.050
UZI,register abonnees
UZI,passen in
gebruik
Server,
certificaten
18.056
48.037
7.095
18.750
41.5732
7.825
19.968
47.2642
8.860
20.424
56.7052
9.880
SBV,Z aansluitingen
BSN
raadplegingen
10.931
41.834.777
11.501
51.156.060
11.996
62.699.479
12.637
73.991.826
Aangesloten zorgaanbieders
Op 31 december 2010, aan het eind van het vierde kwartaal, waren in totaal
2.629 zorgaanbieders aangesloten op het Landelijk Schakelpunt (LSP).
Totaal aantal aan
te sluiten
zorgaanbieders
Aantal
aangesloten
zorgaanbieders
d.d. 31)12)2010
%
aangesloten
Apotheken (APO) 2.034 1.464 72%
Huisartsenpraktijken (HA) 4.552 1.064 23%
Huisartsenposten (HAP) 129 86 67%
Ziekenhuizen (ZKH) 95 15 16%
Totaal 6.810 2.629 39%
2 Sinds de voortgangsrapportage over het tweede kwartaal van 2010 wordt gerapporteerd
over het aantal UZI,passen dat in gebruik is in plaats van het aantal UZI,passen dat
geproduceerd is. Het aantal UZI,passen dat in gebruik is, is lager dan het aantal
geproduceerde UZI,passen aangezien een aantal UZI,passen inmiddels is ingetrokken,
verlopen of nog niet afgehaald. Dit verklaart het lagere aantal UZI,passen in de tabel ten
opzichte van eerdere voortgangsrapportages.
In onderstaande grafiek is het aantal aansluitingen vanaf 1 juli 2009 cumulatief
weergegeven.
Zoals in de voortgangsrapportage d.d. 9 september 2010 (Kamerstukken II
2009/10, 27 529, nr.61) is aangegeven, hebben ruim 5.000 zorgaanbieders een
aanvraag voor aansluitsubsidie ingediend.3 Op basis van deze aanvragen is de
verwachting dat komend voorjaar circa 75% van de EPD,doelgroep zal zijn
aangesloten op de landelijke infrastructuur voor gegevensuitwisseling in de zorg.
Aantal burgers van wie gegevens kunnen worden geraadpleegd
Het aantal burgers van wie emd, en ewd,gegevens kunnen worden geraadpleegd
via de landelijke infrastructuur bedraagt per eind december 2010 5.846.630. Deze
burgers hebben een persoonlijke brief ontvangen of ontvangen deze op korte
termijn waarin zij zijn geïnformeerd over het feit dat hun zorgverlener hun
medische gegevens heeft aangemeld bij het LSP met daarbij informatie over de
landelijke infrastructuur voor gegevensuitwisseling in de zorg en over de
mogelijkheid tot het maken van bezwaar tegen gegevensuitwisseling. Het
percentage burgers dat ultimo 31 december 2010 bezwaar heeft gemaakt naar
aanleiding van deze brief is 0,29%.
Aantal opvraagbare dossiers
Ten behoeve van de uitwisseling van emd, en ewd,gegevens via de landelijke
infrastructuur kunnen huisartsen elektronisch huisartswaarneemgegevens
aanmelden en apotheken medicatiegegevens. Het totaal aantal opvraagbare
dossiers dat via de landelijke infrastructuur kan worden geraadpleegd, bedraagt
per 31 december 2010 7.404.859. Dit aantal is groter dan het aantal burgers
waarvan emd, en ewd,gegevens kunnen worden geraadpleegd, omdat zowel de
huisarts als de apotheek gegevens van een bepaalde burger kunnen aanmelden.
Aantal emd en ewdraadplegingen
Tot en met eind december 2010 zijn door de zorgaanbieders via het landelijke
netwerk 2.257.050 keer emd, en ewd,gegevens geraadpleegd.
In onderstaande grafieken is het aantal opvragingen emd en ewd vanaf 1 juli
2009 cumulatief weergegeven.
3 Het gaat om circa 90% van de apotheken, circa 75% van de huisartspraktijken en circa
90% van de huisartsendienstenstructuren.
0
500
1000
1500
2000
2500
3000
Aansluitingen cumulatief
0
500.000
1.000.000
1.500.000
2.000.000
2.500.000
Aantal opvragingen EMD cumulatief
0
50.000
100.000
150.000
200.000
250.000
300.000
350.000
Aantal opvragingen EWD cumulatief
Kwalificaties ICTleveranciers
De kwalificatie van de ICT,leveranciers is belangrijk voor de aansluiting van
zorgaanbieders op het LSP. ICT,leveranciers moeten voldoen aan de eisen die
Nictiz stelt voor kwalificatie. Kwalificatie is één van de voorwaarden om aan te
mogen sluiten op het Landelijk Schakelpunt.
Onderstaande grafiek laat het marktaandeel zien van ICT,leveranciers die
gekwalificeerd zijn en ICT,leveranciers die bezig zijn met kwalificatie per 31
december 2010. Ten opzichte van de vorige voortgangsrapportage is de volgende
stijging gerealiseerd:
, Een ICT,leverancier, met minder dan 1% marktaandeel onder de apotheken
heeft XIS,typekwalificatie behaald voor het Apotheek informatiesysteem
(AIS). Hiermee is het totale marktaandeel van ICT,leveranciers die
gekwalificeerd zijn voor apotheekinformatiesystemen bijna 100%.
, Twee ICT,leveranciers, met 15% marktaandeel onder de huisartspraktijken
heeft XIS,typekwalificatie behaald voor het Huisarts informatiesysteem (HIS).
Hiermee is het totale marktaandeel van ICT,leveranciers die gekwalificeerd
zijn voor huisartsinformatiesystemen (HIS) bijna 95%.4
Het totale marktaandeel van ICT,leveranciers die gekwalificeerd zijn voor
huisartsenpostinformatiesystemen (HAPIS) bedraagt bijna 100%.
Drie ICT,leveranciers van ziekenhuisinformatiesystemen met in totaal een
marktaandeel van bijna 65% zijn allen gekwalificeerd. Met de ICT,leveranciers
van ziekenhuisinformatiesystemen die nog niet zijn gekwalificeerd wordt vanuit
Nictiz contact gezocht en onderhouden.
4 Actualisatie van klantenbestanden heeft geresulteerd in een kleine wijziging in
het marktaandeel van ICT,leveranciers voor het huisartsinformatiesysteem.
Marktaandeel ICT-leveranciers
0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
80%
90%
100%
Rapportage
Q3
Rapportage
Q4
Rapportage
Q3
Rapportage
Q4
Rapportage
Q3
Rapportage
Q4
Rapportage
Q3
Rapportage
Q4
HIS HAPIS AIS ZIS
Gekwalificeerd Bezig met kwalificatie
HIS = Huisarts informatiesysteem
HAPIS = Huisartsenpost informatiesysteem
AIS = Apotheek informatiesysteem
ZIS = Ziekenhuis informatiesysteem
Unieke Zorgverlenersidentificatie (UZI)
Toegang tot het LSP is alleen te verkrijgen met een Unieke Zorgverlener Identifi,
catie (UZI),pas. Deze passen worden door het UZI,register uitgegeven. Het UZI,
register zorgt voor de unieke identificatie van zorgaanbieders. Het is gebaseerd op
een Public Key Infrastructure (PKI) die de wettelijke en fysieke identiteit koppelt
aan een elektronische identiteit en deze vastlegt in certificaten. Met de UZI,pas
kunnen zorgverleners en indicatieorganen via elektronische weg bevestigd toe,
gang krijgen tot vertrouwelijke patiëntinformatie.
Er waren op 31 deceber 2010 in totaal 20.424 abonnees bij het UZI,register
waarvan 7.310 binnen de emd, en ewd,doelgroep. Het aantal UZI,passen dat in
gebruik was, bedroeg 56.705.
Naast de UZI,pas geeft het UZI,register een elektronische identiteit uit voor
systemen (zoals applicaties, servers of websites). In totaal zijn aan het einde van
het vierde kwartaal 2010 9.880 servercertificaten uitgegeven.
In onderstaand overzicht zijn de gemiddelde doorlooptijden per kwartaal per UZI,
product afgezet tegen de normtijd.
De gemiddelde afhandeltijden voor passen valt buiten de normtijd. De hogere
afhandeltijd wordt deels veroorzaakt door een hoog aantal pasaanvragen in
oktober en deels door een verstoring in het systeem voor verwerking van de
pasaanvragen. Om de instroom van pasaanvragen op te vangen is het aantal
medewerkers opgeschaald.
Diensten UZI)
register
Gemiddelde
doorlooptijd
Q1 2010
Gemiddelde
doorlooptijd
Q2 2010
Gemiddelde
doorlooptijd
Q3 2010
Gemiddelde
doorlooptijd
Q4 2010
Normtijd
Abonnee organisatie 16 dagen 10 dagen 18 dagen 11 dagen 14 dagen
Abonnee zorgverlener 9 dagen 8 dagen 14 dagen 11 dagen 14 dagen
Passen 11 dagen 12 dagen 19 dagen 28 dagen 19 dagen
Servercertificaten 4 dagen 5 dagen 6 dagen 6 dagen 8 dagen
Sectorale Berichtenvoorziening in de zorg (SBVZ)
Voor verkrijging en verificatie van het Burgerservicenummer van een patiënt geeft
de Sectorale Berichtenvoorziening in de zorg, de SBV,Z, toegang tot de relevante
gegevens in de Gemeentelijke Basisadministratie. Het aantal aansluitingen van
zorgaanbieders op de SBV,Z is gestegen tot 12.637 zorgaanbieders. Het aantal
UZI,abonnees dat de SBV,Z gebruikt binnen de emd, en ewd,doelgroep is per
eind december 2010 4.247. Het aantal raadplegingen bij de SBV,Z is het
afgelopen kwartaal toegenomen tot bijna 74 miljoen.
De dienstverlening van de SBV,Z, wordt continu gemonitord. In het vierde
kwartaal van 2010 hebben zich geen verstoringen van de dienstverlening
voorgedaan. De beschikbaarheid van het SBV,Z Informatiesysteem in deze
periode was gemiddeld 100%.
Uitvoering procedures patiëntenrechten
De stand van zaken met betrekking tot de bezwaarverzoeken per 31 december
2010 is als volgt:
435.222 bezwaren zijn verwerkt, oftewel 2,6% van de totale Nederlandse
bevolking;
13.523 verzoeken zijn dubbel ingediend, deze zijn geparkeerd en daarmee
afgehandeld;
2.042 verzoeken zijn nog niet compleet, de indiener moet nog ontbrekende
gegevens of bijlagen insturen. In dit geval wordt gewacht op de reactie van de
indiener;
6.828 van de verzoeken kon niet in behandeling worden genomen en zijn
afgewezen;
81 bezwaarverzoeken zijn in behandeling.
Tot en met 31 december 2010 zijn 2.161 verzoeken tot intrekking bezwaar en
2.404 verzoeken tot inzage verwerkt.
Via de vernieuwde website voor zorgconsumenten (InfoEPD.nl) kunnen burgers
vanaf november 2010, naast een verzoek voor bezwaar en inzage op papier, ook
elektronisch een verzoek voor bezwaar en inzage indienen middels elektronische
formulieren die te benaderen zijn met DigiD.
2. Beleidsmatige ontwikkelingen landelijke EPD)infrastructuur
Beveiliging
Grootschalige indringerstest
Om veilige en betrouwbare gegevensuitwisseling te kunnen waarborgen, wordt de
landelijke infrastructuur voor gegevensuitwisseling in de zorg (AORTA,keten) aan
een grootschalige ketenbrede indringerstest (GKI) onderworpen. Zoals beschreven
in bijlage 2 van de voortgangsrapportage van 20 juli 2009, is de GKI opgebouwd
uit de volgende onderdelen:
1. Indringerstest SBV,Z
2. Indringerstest UZI,Register
3. Indringerstest LSP
4. Representatieve steekproeven GBZ
5. EPD,keten Indringerstest op de Schakelconnecties (EIS)
In het vierde kwartaal van 2010 zijn ten aanzien van de hierna volgende onder,
delen testen uitgevoerd dan wel voorbereid.
Indringerstest UZIRegister
In december 2010 is de jaarlijkse certificeringsaudit bij het UZI,register succesvol
afgerond. Hierbij is door een geaccrediteerde externe auditor bekeken of de
organisatie en de bedrijfsprocessen voldoen aan de eisen in de Europese
standaard ETSI 101 456, het Programma van Eisen van PKI,overheid en of de
informatiesystemen voldoen aan de beveiligingseisen in de CWA 14167,1 norm.
Indringerstest LSP
Momenteel worden voorbereidingen getroffen om de jaarlijkse indringerstest op
het LSP uit te laten voeren. Deze test zal eind januari 2011, door een
onafhankelijke derde, worden uitgevoerd. Ik hoop u in de volgende voort,
gangsrapportage te informeren over de eerste resultaten.
Representatieve steekproeven GBZ
Door middel van Goed Beheerd Zorgsysteem (GBZ),schouwingen wordt onder
regie van Nictiz geverifieerd of zorgverleners die zijn aangesloten op het LSP
voldoen aan het Programma van Eisen GBZ.
In deze rapportageperiode zijn 30 GBZ,schouwingen afgerond. Er zijn geen
kritieke bevindingen gedaan. Nictiz heeft met de betreffende zorgaanbieders en
hun ICT,leveranciers afspraken gemaakt over de opvolging van de bevindingen.
Deze afspraken richten zich in deze rapportageperiode met name op de inrichting
van beheerprocessen, het instrueren van medewerkers en het voldoen aan de
eisen voor beschikbaarheid van de informatiesystemen in eigen beheer. Daarnaast
is bij de zorgaanbieder aandacht gevraagd voor het contract met de ICT,
leverancier betreffende uitbestede ICT,diensten. De GBZ,schouwingen fungeren
zo als hulpmiddel voor het verbeteren van de informatiebeveiliging in de zorg.
EPDketen Indringerstest op de Schakelconnecties (EIS)
Door middel van de EPD,keten Indringerstest op de Schakelconnecties (EIS) wordt
de informatiebeveiliging van de connecties tussen de GBZ,en, de Application
Service Providers (ASPs) en de Zorgserviceproviders (ZSPs) getest. In de
rapportageperiode zijn door Nictiz verdere voorbereidingen getroffen voor het
uitvoeren van de indringerstesten (afspraken met tester en te testen partijen). De
eerste testen zullen eind januari 2011 worden uitgevoerd. Ik hoop u in de
volgende voortgangsrapportage te informeren over de eerste resultaten.
Toegang patiënt
Zoals in de vorige voortgangsrapportage toegezegd, wil ik u hierbij nader
informeren hoe ik om zal gaan met het verlenen van toegang tot gegevens van de
landelijke infrastructuur aan patiënten. Om diverse redenen stel ik een
vernieuwde strategie voor.
Zo heeft een bezoek aan het Verenigd Koninkrijk uitgewezen dat het vanuit
overheidswege aanbieden van een patiëntenportaal aan de zorgconsument op
zeer beperkte belangstelling kan rekenen.
De ervaringscijfers in het Verenigd Koninkrijk wijzen uit dat van de totale
populatie van 1,2 miljoen burgers, 2.500 burgers een activatiecode hebben
aangevraagd. Hiervan hebben slechts circa 30 burgers meer dan 1 maal ingelogd
via dit centrale patiëntenportaal om hun gegevens in te zien. De belangrijkste
reden voor dit zeer beperkte gebruik zijn een hoge drempel om de activatiecode
aan het loket op te halen gecombineerd met een te beperkte functionaliteit.
In de praktijk in Nederland zijn de ervaringscijfers van bijvoorbeeld het patiënten,
portaal ontwikkeld bij het Medisch Centrum Haaglanden, positief door de geboden
additionele functionaliteit zoals notitie, en afspraakmogelijkheden en inzien van
röntgenbeelden, labwaarden en ontslagbrieven.
Gebruikerscijfers van dit patiëntenportaal wijzen uit dat er ruim 5.000 patiënten
zijn ingeschreven. 1.200 van deze patiënten heeft in een enquête uit 2010
aangegeven eens per 2 weken in te loggen.
Er was eind april 2010 sprake van een wekelijkse toename van 225 patiënten die
zich inschrijven. Toegang wordt verkregen door middel van het DigiD sms in
combinatie met een - op locatie van het Medisch Centrum Haaglanden uitgegeven
- activeringscode en een face,to,face controle.
Met de wetenschap in het achterhoofd dat er thans geen adequaat authen,
ticatiemiddel zoals de eNIK voor handen is en de positieve signalen ten aanzien
van het door de zorgaanbieders geboden patiëntenportalen, is het mijn voor,
nemen om via de website van de zorgaanbieder de patiënt toegang te laten
verkrijgen tot zijn/haar medische gegevens die via de landelijke infrastructuur
worden uitgewisseld. Dit doet tevens meer recht aan de professionele relatie
tussen arts en patiënt daar er met het op landelijke schaal open stellen van één
patiëntenportaal de indruk kan ontstaan dat de overheid eigenaar/beheerder is
van de medische gegevens van de patiënt, wat niet het geval is.
Mocht na evaluatie blijken dat deze vernieuwde strategie niet voorziet in de
behoefte van de patiënt of dat er onvoldoende draagvlak is bij de zorgaanbieders,
dan zal ik heroverwegen om online op landelijke schaal een patiëntenportaal open
te stellen. Onder de voorwaarde dat er dan een adequaat authenticatiemiddel
voorhanden is dat voldoet aan de hoge normen die het CBP aan de landelijke
infrastructuur stelt.
Uiteraard zal er op centraal niveau blijven worden voorzien in functionaliteiten met
betrekking tot verzoeken tot inzagegegevens, het maken van bezwaar of het
intrekken van bezwaar.
Infrastructurele ontwikkelingen
Regionale begrenzing en SMSnotificatie
De uitkomsten van de onderzoeken of binnen de landelijke infrastructuur regionale
begrenzing door de patiënt mogelijk is en of het mogelijk is patiënten die daar
behoefte aan hebben een sms, of e,mail,notificatie te sturen zodra zijn of haar
gegevens worden geraadpleegd zijn naar de Eerste Kamer verstuurd.
In de 'Impactanalyse regionale begrenzing' geeft Nictiz aan dat inperking tot een
regionale context in principe mogelijk is. Het probleem is echter dat er geen
sprake is van bestaande vastomlijnde bestuurlijke zorgregio's. Ook zullen
zorgconsumenten naar alle waarschijnlijkheid deze beperking 'op maat' willen
kunnen aangeven. Daarom heeft Nictiz voorgesteld om de begrenzing zo in te
richten dat een zorgconsument zelf een selectie van zorgverleners kan aangeven
waartoe de uitwisseling van de gegevens via de landelijke infrastructuur beperkt
kan worden.
Op die wijze kan men er bijvoorbeeld voor kiezen om alleen de eigen huisarts, de
eigen apotheek en medisch specialist toegang te geven tot de gegevens en
toegang van alle overige zorgverleners op voorhand te blokkeren.
Nictiz is gevraagd de begrenzing van de toegang van zorgverleners op deze wijze
te implementeren. Regionale begrenzing zal waarschijnlijk al eind tweede kwartaal
2011 te realiseren zijn.
In de 'Impactanalyse SMS,notificatie' heeft Nictiz de mogelijkheid en de gevolgen
in kaart gebracht van een voorziening waarmee zorgconsumenten die dat wensen
automatisch een sms,notificatie krijgen zodra hun gegevens zijn geraadpleegd.
Daarbij is tevens de optie van notificatie per e,mail bekeken voor dit zelfde doel.
Om de positie van de burger verder te versterken en het vertrouwen in de lande,
lijke infrastructuur te vergroten, heb ik (onder meer naar aanleiding van dis,
cussies die in de Eerste Kamer hebben plaatsgevonden) Nictiz de opdracht
gegeven om een voorziening in te richten waarmee burgers die dat wensen
automatisch een notificatie per e,mail of sms kunnen krijgen zodra hun gegevens
zijn geraadpleegd. Hiermee kan worden voorzien in nog meer transparantie en
controlemogelijkheden op de uitwisseling van medische gegevens.
De realisatie is voorzien voor het vierde kwartaal van dit jaar.
Hoogachtend,
de Minister van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,
mw. drs. E.I. Schippers