SGP
Kabinet te vaag over q-koorts
De SGP vindt dat het kabinet te vaag is over de lessen die getrokken
kunnen worden uit de gebrekkige aanpak van de q-koorts. Kamerlid
Dijkgraaf zei dat in de Tweede Kamer bij de bespreking van het rapport
van de commissie-Van Dijk waarin de aanpak van de q-koortsuitbraak in
de afgelopen jaren wordt geëvalueerd.
---
Plenair debat Q-koorts (rapport commissie Van Dijk)
12 januari 2011
E. Dijkgraaf
Veel vragen en weinig tijd. Dat geldt voor dit debat, maar ook voor de
aanpak van Q-koorts. De Commissie Van Dijk, die ik dank voor en
complimenteer met een helder rapport, laat zien dat hierdoor aan zowel
veterinaire, humane als bestuurlijke zijde fouten zijn gemaakt. Gezien
de trieste gevolgen voor mensen, dieren en de sector had de aanpak
anders gemoeten en anders gekund. De SGP-fractie vindt dat de
kabinetsreactie hier onvoldoende recht aan doet. Zeker gelet op de
vaagheid van de getrokken lessen.
Belangrijke aanbevelingen betreffen het eerder betrekken en aanspreken
van de sector, de integratie van de veterinaire en humane structuur, de
doorzettingsmacht voor VWS en een meer onafhankelijke positie van de
nVWA. Helaas stellen de bewindslieden zich terughoudend op. Dat vindt
mijn fractie niet terecht. Zijn de bewindslieden bereid op korte
termijn een update te geven van de in oktober ontvangen brief over het
zoönosebeleid en hierin aan te geven welke stappen zij concreet gaan
zetten?
LNV hechtte aan waterdicht wetenschappelijk bewijs in verband met te
verwachten juridische toetsing van maatregelen. Daar zit zorg over
aansprakelijkheid aan vast. Twee vragen. Zijn de bewindslieden ervan
overtuigd dat juridisering geen belemmering vormt voor een adequate
aanpak als dat nodig is? Zou het niet verstandig zijn, zeker nu VWS
doorzettingsmacht krijgt, om bij dit ministerie ook de kosten te leggen
van zoönosebestrijding als de humane kant in het geding is? Dan is een
zuivere weging van proportionaliteit beter mogelijk.
Vroegtijdige signalering is cruciaal. De Commissie geeft aan dat het
brononderzoek naar de uitbraak in Herpen niet goed is uitgevoerd, wat
grote invloed heeft gehad op het verdere proces. Hiervoor zijn
verschillende oorzaken aan te wijzen. In de Kabinetsreactie mist mijn
fractie de rol van het RIVM. Ik krijg de indruk dat het RIVM Q-koorts
voor 2008 als âgoed te genezenâ beschouwde en signalen van GD en GGD
negeerde. In de brief staat dat GGD en VWA een samenwerkingsprotocol
hebben opgesteld. Waar is de aanbevolen spilfunctie van het RIVM? Hoe
gaat het centrale RIVM voldoende voeling houden met én de veterinaire
praktijk én de regionale GGDâs?
De werkelijkheid met patiënten, diagnostiek en cijfers is snel
vertekend.
1) Het was lang onduidelijk hoe acute Q-koorts vastgesteld moest
worden. In 2008 en 2009 was het advies: meld liever te veel dan te
weinig. In 2010 werden afspraken gemaakt. Kan het zijn dat de pieken in
2008 en 2009 vertekend waren?
2) De RIVM-cijfers betreffen zowel patiënten met mogelijk acute
Q-koorts als patiënten met bevestigde acute Q-koorts. Een belangrijk
verschil dat in de cijfers nÃet wordt gemaakt. Kan dat alsnog gebeuren?
De Commissie wijst op een twintigtal geitenhouders die via individueel
testen bij een laboratorium in Frankrijk besmetverklaring en ruiming
hebben weten te voorkomen. Waarom heeft het kabinet individueel testen
helemaal afgehouden? Ik erken dat de discussie zich toentertijd richtte
op individueel testen en ruimen als een niet 100% betrouwbaar
alternatief voor collectieve ruiming en nÃet op individueel testen als
extra stap in de gevoerde strategie. Dat was helaas buiten beeld. Het
kabinet voorzag bij individueel testen logistieke problemen. Klopt het
dat onze laboratoria de individuele monsters net als het Franse lab ook
gewoon in één dag hadden kunnen testen? Waarom is deze route dan niet
actief gesteund? De Commissie geeft aan dat de Franse route
nadrukkelijk tegen de wet inging. Welke les trekt het kabinet?