Unicef


Reactie SHO op NOS berichtgeving over Haïti

De Samenwerkende Hulporganisaties (SHO) vinden het jammer dat de NOS in haar recente berichtgeving over Haïti koppen gebruikt die mensen op het verkeerde been kunnen zetten over de hulpverlening in Haïti.

12 januari 2011, Den Haag

Het is in onze ogen niet juist, om de forse problemen waarop wij als organisaties stuiten en de kritiek die wij leveren op de Haitiaanse overheid samen te vatten onder koppen als 'merendeel van het geld niet naar Haitianen' en 'Hulp Haïti ten onder aan corruptie'.

Wel resultaten

Door deze typering te kiezen verdwijnt de gecompliceerde context waarin de hulpverlening vanaf het begin moest plaatsvinden naar de achtergrond. De hulpverlening wordt inderdaad bemoeilijkt door de politieke besluiteloosheid en corruptie, maar ook noodweer en de gevolgen van de cholera-epidemie spelen de hulpverlening parten. Door de gekozen koppen lijkt het alsof de SHO-deelnemers geen resultaten bereiken, corruptie het allergrootste probleem is en dat het merendeel van het geld niet bij de Haïtianen terechtkomt. Dit is niet juist. 1,3 miljoen mensen hebben onderdak, water, sanitatie en voedsel gekregen. Feit is wel dat er meer politieke daadkracht op Haïti nodig is om echt structurele wederopbouw mogelijk te maken.

Op 12 januari werd Haïti getroffen door een zware aardbeving die in luttele seconden meer dan 220.000 mensen het leven kostte en meer dan 3 miljoen mensen trof. Een dag na de aardbeving startte de SHO een Nationale Actie. In totaal werd inclusief de bijdrage van de Nederlandse overheid ruim 111 miljoen euro ingezameld.

Zeer complex

Tijdens de televisie-uitzending op 21 januari 2010 benadrukte Farah Karimi, voorzitter SHO-actie 'Help slachtoffers aardbeving Haïti' "dat de hulpverleningsoperatie op Haïti zeer complex zou worden. Want al voor de aardbeving was de situatie op Haïti instabiel, de overheid zwak, de bevolking kwetsbaar en de infrastructuur slecht. Haïti is een van de armste landen op het westelijk halfrond. 80 procent van de bevolking moet rondkomen van minder dan 2 US dollar per dag en woont in slechte huizen zonder watervoorziening, wasgelegenheid en sanitair".

In haar rapportages, website (www.haitinu.nl) en persberichten heeft de SHO keer op keer benadrukt dat bovengenoemde factoren de situatie op Haïti zeer complex maken en dat het de hulpverlening zal bemoeilijken. Ook heeft de SHO in haar rapportages aangegeven welke belemmeringen de hulpverlening ondervindt, waaronder de politieke besluiteloosheid van de Haïtiaanse overheid. Bijvoorbeeld als het gaat om het puin ruimen, en het aanwijzen van gronden waarop mag worden gebouwd. Maar ook de problemen die hulporganisaties ondervinden bij bijvoorbeeld het invoeren van goederen. Hierdoor en door de uitbraak van cholera duurt de noodhulpfase veel langer dan verwacht en verloopt de wederopbouw veel trager dan gehoopt. Bovendien is de noodhulp erg kostbaar, bijvoorbeeld omdat erg veel hulpgoederen moest worden ingevlogen, maar ook - juist om te voorkomen dat het geld verkeerd besteed wordt - aan het inhuren van betrouwbare en deskundige (lokale) staf.

Rapportages SHO

De derde rapportage van de SHO komt eind april 2011 uit. De eerste, tweede en tussentijdse derde rapportage zijn te vinden op haitinu.nl/pages/rapportage. Tot 12 januari 2011 is 42 miljoen euro besteed, in de rapportages is te lezen waaraan en welke resultaten tot nu toe zijn behaald.

Deelnemers van de SHO aan de Haïti-actie: Cordaid Mensen in Nood, ICCO & Kerk in Actie, Nederlandse Rode Kruis, Oxfam Novib, Save the Children, Tear, Terre des Hommes, UNICEF Nederland, World Vision, Dorcas, Plan Nederland, Care Nederland, Habitat for Humanity, Vereniging Nederlandse Gemeenten en het Leger des Heils.