Hoofdbedrijfschap Detailhandel (HBD)
Modezaken
Het nieuwe winkelen in de binnenstad
10/01/2011
De consument maakt tijdens het koopproces naast de fysieke winkel
steeds meer gebruik maakt van andere kanalen, zoals internet. Die
ontwikkeling wordt `het nieuwe winkelen' genoemd. Met het project `Het
nieuwe winkelen in de binnenstad' wil het Hoofdbedrijfschap
Detailhandel (HBD) winkeliers en hun medewerkers leren hoe zij als
collectief sneller en beter in kunnen spelen op dit fenomeen.
Zoals eerder de opkomst van de warenhuizen en de zelfbediening betekent
het nieuwe winkelen een revolutie in de detailhandel, meent Jan Willem
Janssen, adviseur innovatie bij het HBD. Die revolutie begon rond 1995
met de komst van de webwinkels. Janssen: "Aanvankelijk waren dat saaie
online catalogi waarin je snel kon zoeken en vervolgens bestellen en
betalen. Die eerste webwinkels namen een aantal lasten van het
traditionele winkelen enigszins weg, maar boden niet de lusten van het
winkelen in een fysieke winkel, zoals persoonlijk contact, emotie,
beleving, etc. Ze bleken dan ook vooral geschikt voor doelgerichte
aankopen van standaardproducten en -diensten (weinig aankooprisico) en
nicheproducten en -diensten. Dit geldt echter niet voor de nieuwe
generatie webwinkels. Het internet wordt steeds meer een kanaal waar je
een leuke winkelbeleving kunt ervaren."
Flipperkast
Ook na de komst van de eerste webwinkels koos de consument aanvankelijk
één kanaal voor één transactie. Janssen: "Nu zien we echter dat de
consument meerdere kanalen gebruikt voor één transactie. Hij oriënteert
zich op internet, stapt vervolgens een fysieke winkel binnen om te
kijken en te voelen. En binnenkort gebruikt hij wellicht zijn mobiele
telefoon voor de uiteindelijke aankoop. Maar vele andere combinaties
zijn mogelijk. Dat is de kern van het nieuwe winkelen."
Detaillisten moeten zich realiseren dat zij hun klanten niet meer via
één kanaal kunnen bedienen. De moderne consument gebruikt meerdere
kanalen. "Kanalen die hij zelf kiest en niet de ondernemer voor hem.
Succesvolle retailformules spelen al in op dit `cross channel' gedrag.
De toppers onder zowel traditionele winkeliers als webwinkeliers zijn
binnen een paar jaar in staat hun klanten een integrale winkelbeleving
te bieden over de verschillende kanalen heen."
Inspelen op dit cross channel koop- en winkelgedrag vereist echter
inzet en investeringen die voor individuele mkb-ondernemers (maar ook
grotere ketens) alleen gezamenlijk zijn op te brengen, dus door zaken
collectief aan te pakken. "De binnenstad met alle ondernemers die
hierin actief zijn is zo'n collectief. Ondernemers in de binnenstad
kunnen gezamenlijk een platform (infrastructuur inclusief de diensten
die hierop worden aangeboden aan zowel consumenten als bedrijven)
opzetten dat het nieuwe winkelen in de binnenstad mogelijk maakt.
Daarnaast is voor detaillisten uiteraard ook samenwerking in de
distributieketen (met groothandels, fabrikanten) van groot belang om
het nieuwe winkelen mogelijk te maken. Denk bijvoorbeeld aan de
noodzaak van actuele en rijke productinformatie (detailfoto's, video's
en dergelijke) in moderne webwinkels."
Omdat het in het nieuwe winkelen gaat om kennis en innovatie en het
voor marktpartijen lastig is een dergelijk project zelf te starten,
heeft het HBD de rol van aanjager op zich genomen. Janssen: "Wij gaan
ervoor zorgen dat collectieven van detaillisten, zoals
ondernemersverenigingen in binnensteden, de beschikking krijgen over
een gedegen plan waarmee zij succesvol kunnen inspelen op het nieuwe
winkelen. Het motto daarbij is `winnaars hebben een plan, en verliezers
hebben een excuus'. Het realiseren van een cross channel platform in
een binnenstad vereist inzet van alle betrokken partijen en kost
uiteraard geld. Dit komt er alleen met een goed plan. Het HBD
financiert het maken van dat plan en begeleidt het proces. Vervolgens
moeten ondernemers, gemeenten en providers samen het plan realiseren."
De taak van het HBD is tweeledig. "We moeten aan de gebruikerskant
clubs van ondernemers en de gemeenten motiveren, mobiliseren en
overtuigen van het nut van een dergelijk platform. Vervolgens moeten we
providers weten te enthousiasmeren, zodat ze bereid zijn samen met die
ondernemers en gemeenten die infrastructuur te maken."
Businessmodel
Het project is breder dan alleen de infrastructuur en de diensten die
hierop worden aangeboden uit te werken in het plan. "De deelnemers
werken ook de zakelijke kant met elkaar uit. Hoe wordt het beheer en
onderhoud georganiseerd en gefinancierd? Hoe worden de diensten aan
ondernemers aangeboden en wat betalen ze hiervoor? Hoe zit het met de
eigendomsrechten? Dus niet alleen de techniek, ook een businessmodel
voor (onderdelen van) het platform moet worden uitgewerkt, voordat
gestart kan worden met de uitvoering." Het HBD is in gesprek met een
aantal binnensteden. In eerste instantie wordt gestart in één
binnenstad. In de loop van 2011 is de planning dat in nog enkele
binnensteden een begin wordt gemaakt. Ook wordt gekeken of het concept
toegepast kan worden in grote winkelcentra, dorpskernen, kleinere
winkelgebieden, etc. "Als een eerste concept gereed is, kun je zo´n
plan een tweede en een derde keer natuurlijk sneller van de grond
tillen. In eerste instantie is vanwege de schaal gekozen voor een
binnenstad."
Draadloos internet voor de gehele binnenstad
Hoe het cross channel platform er exact uit komt te zien, moet het
project duidelijk maken. Maar volgens Janssen zal draadloos internet
voor de gehele binnenstad zeker een element zijn. "Hierbij is
schaalbaarheid, snelheid, toezicht, `remote control' en bereik van
groot belang. Elke consument die straks in de binnenstad winkelt moet
gratis toegang tot internet krijgen, zodat hij met bijvoorbeeld zijn
mobiele telefoon kan zien wat de directe omgeving te bieden heeft. Een
consument die online gaat en ziet direct welke ondernemer, welke
aanbiedingen heeft, wellicht zelfs aangepast aan zijn profiel." Ook een
sms-dienst mag niet ontbreken. "Het is een gemiste kans, dat nog geen
drie procent van de detaillisten daar gebruik maakt uit angst hun
klanten te irriteren. Logistieke services in de binnenstad kunnen ook
een onderdeel zijn. Denk ook aan een dienst die productinformatie
levert, maar ook presentaties maakt van bijvoorbeeld de aanbiedingen en
online zet, zodat de ondernemer daar geen omkijken naar heeft. Voordeel
van een cross-channel platform is dat ondernemers de effecten van hun
acties goed kunnen meten. Dit is ook noodzakelijk om de klant een
optimale winkelbeleving te kunnen bieden. Het cross-channel
winkelgedrag moet men monitoren. Dus daar moet je dus ook voorzieningen
voor treffen. Bij elke mogelijke toepassing is steeds het onderliggende
idee: gezamenlijk aan de achterkant efficiënt diensten en
infrastructuur organiseren, terwijl elke deelnemer richting zijn
klanten dat individuele bedrijf blijft met zijn eigen, unieke
identiteit."