Partij van de Arbeid
Den Haag, 11 januari 2011
Vragen van het lid Spekman (PvdA) aan de minister voor Immigratie en Asiel
over de uitspraak van het Gerechtshof in Den Haag over de opvang van minderjarige kinderen van vreemdelingen
1) Heeft u kennisgenomen van de uitspraak van het Gerechtshof 's- Gravenhage van 11 januari jl. over de opvang van een Angolees gezin met drie minderjarige kinderen?{1}
2) Wat is uw reactie op deze uitspraak?
3) Bent u bereid naar aanleiding van deze uitspraak met ingang van heden geen (gezinnen met) minderjarige kinderen van asielzoekers en andere vreemdelingen vanuit de vrijheidsbeperkende locatie, een asielzoekerscentrum of vreemdelingenbewaring meer op straat te zetten zonder dat onderdak en middelen van bestaan zijn gewaarborgd?
4) Bent u bereid de uitspraak van het Gerechtshof te respecteren, waarin wordt bepaald dat er voor de Nederlandse Staat een rechtsplicht bestaat om te zorgen voor onderdak en middelen van bestaan voor minderjarige kinderen?
5) Bent u bereid de uitspraak van het Gerechtshof te respecteren, waarin wordt bepaald dat de door u voorgestelde maatregelen, waarbij uitgeprocedeerde minderjarige kinderen van hun moeder worden gescheiden en in een pleeggezin of residentiële zorginstelling worden ondergebracht, een disproportionele inbreuk op het recht van de kinderen om hun gezinsleven vort te zetten, opleveren?
6) Bent u bereid naar aanleiding van deze uitspraak te bezien of er voor uitgeprocedeerde gezinnen met minderjarige kinderen, in de periode dat zij werken aan terugkeer naar het land van herkomst, zo snel mogelijk terugkeerhuizen kunnen worden opgericht, om te zorgen voor onderdak en middelen van bestaan voor de kinderen, conform het voorstel in de initiatiefnota "Altijd onderdak voor kinderen"?
{1} Rolnummer 363137 / KG ZA 10-426
Partij van de Arbeid