Raad van State
Mediagevoelige uitspraken
Wekelijks doet de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op
de woensdagen in een groot aantal zaken een uitspraak. De
persvoorlichters van de Raad van State maken op maandag een selectie
van de uitspraken die interessant kunnen zijn voor de media. Deze
selectie vindt u op deze pagina en wordt iedere maandag om 14.00 uur
vernieuwd. Een overzicht van alle uitspraken die op de woensdag worden
gedaan, staat in de rubriek Hoofdzaken.
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met de persvoorlichters van
de Raad van State.
Op woensdag kunt u vanaf 10.15 uur de volledige tekst van deze
uitspraken lezen.
9 uitspraken gevonden
pagina: 1
1. 200909864/1/V6
datum van uitspraak: woensdag 12 januari 2011
proceduresoort: Hoger beroep
rechtsgebied: Kamer 4 - Hoger Beroep Vreemdelingen - Wet arbeid
vreemdelingen
inhoudsindicatie:
(Boete Thaise universiteit vanwege stages studenten in Nederlandse
hotels)
Zitting over de boete die de minister van Sociale Zaken en
Werkgelegenheid op grond van de Wet arbeid vreemdelingen (Wav) heeft
opgelegd aan Rangsit University uit Thailand. De universiteit heeft een
samenwerkingsovereenkomst gesloten met de Christelijke Hogeschool
Nederland waarbij Thaise studenten in Nederland stage lopen bij enkele
hotels. De minister heeft een boete van EUR 176.000 opgelegd na
controles in enkele hotels in december 2006. Bij die controles werden
22 Thaise studenten aangetroffen die in de keuken en in de bediening
aan het werk waren. Volgens de minister waren deze werkzaamheden niet
aan te merken als stagewerkzaamheden en beschikten de studenten niet
over de juiste vergunning. De universiteit bestrijdt dit. Volgens haar
waren voor alle studenten speciale stagevergunningen afgegeven en viel
het werk dat door de studenten werd gedaan gewoon onder hun
stagewerkzaamheden. De rechtbank in Den Haag heeft in november 2009 een
eerder beroep van de universiteit ongegrond verklaard. Tegen die
uitspraak is de universiteit in hoger beroep gekomen bij de Afdeling
bestuursrechtspraak van de Raad van State. Die heeft de zaak 8 juni en
22 november jl. op zitting behandeld.
2. 201003159/1/H1
datum van uitspraak: woensdag 12 januari 2011
proceduresoort: Hoger beroep
rechtsgebied: Kamer 3 - Hoger Beroep - Bouwzaken
inhoudsindicatie:
(Bouwvergunning voor woonzorgcentrum in Boxmeer)
Uitspraak over de bouwvergunning die het college van burgemeester en
wethouders van Boxmeer heeft verleend voor de bouw van woonzorgcentrum
Weijerstaete aan de Raetsingel en de Elsendonck in Boxmeer. Het
woonzorgcentrum zal ruimte bieden aan onder meer 30 verpleegplaatsen,
ruim 130 (sociale) huurwoningen, 45 koopwoningen en 2 huisartsenposten.
Het gemeentebestuur heeft ook vrijstelling van het bestemmingsplan
verleend, omdat het bouwplan niet past in de bestemming voor dit
perceel. Een inwoner uit Boxmeer vindt dat het gemeentebestuur hem
beter had moeten informeren over het bouwplan. Verder vreest hij dat
door de komst van het woonzorgcentrum de parkeerdruk in het gebied te
hoog wordt. De rechtbank in Den Bosch verklaarde in februari 2010 een
eerder beroep van de man ongegrond. Tegen die uitspraak is hij in hoger
beroep gekomen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van
State. Die heeft de zaak op 12 oktober jl. op zitting behandeld.
3. 201003164/1/H1
datum van uitspraak: woensdag 12 januari 2011
proceduresoort: Hoger beroep
rechtsgebied: Kamer 3 - Hoger Beroep - Bouwzaken
inhoudsindicatie:
(Bouwvergunning voor hostel Leger des Heils in Terneuzen)
Uitspraak over de bouwvergunning die het college van burgemeester en
wethouders van Terneuzen heeft verleend aan het Leger des Heils voor de
bouw van een hostel en een dienstencentrum aan de Stationsweg. Omdat
dit bouwplan in strijd is met het bestemmingsplan dat voor die locatie
geldt, heeft het gemeentebestuur vrijstelling van het plan verleend.
Het hostel biedt dag- en nachtopvang aan maximaal twaalf dak- en
thuislozen. Het dienstencentrum biedt daarnaast nog veertig
dagopvangplaatsen. Drie bedrijven uit Terneuzen vinden dat een dak- en
thuislozenopvang niet op een bedrijventerrein thuishoort. Het terrein
ligt ver van het centrum waardoor volgens de bedrijven het idee wordt
versterkt dat de dak- en thuislozen buiten de samenleving worden
geplaatst. Bovendien zou er in het centrum sprake zijn van zogenoemd
'begeleid drugsgebruik', waardoor de bedrijven overlast van dealers en
gebruikers vrezen. Verder zou de opvang niet aansluiten bij de gewenste
ontwikkeling van het gebied als vestigingsplaats voor hoogwaardige
kantoorfuncties en perifere detailhandel. De rechtbank in Middelburg
achtte in februari 2010 de zogenoemde 'ruimtelijke onderbouwing' van
het bouwplan onvoldoende. Naar het oordeel van de rechtbank had het
gemeentebestuur beter moeten motiveren waarom de opvang past in de
toekomstige bestemming voor het gebied. De rechtbank vernietigde het
besluit en droeg het gemeentebestuur op om een nieuw besluit te nemen.
Toch zijn de bedrijven tegen de uitspraak van de rechtbank in hoger
beroep gekomen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van
State. Zij vinden de uitspraak van de rechtbank niet ver genoeg gaan.
Verder zijn zij in beroep gekomen tegen het nieuwe besluit van het
gemeentebestuur in mei 2010 waarbij hun bezwaren opnieuw ongegrond zijn
verklaard. De Raad van State heeft de zaak op 12 oktober jl. op zitting
behandeld.
4. 201003608/1/H1
datum van uitspraak: woensdag 12 januari 2011
proceduresoort: Hoger beroep
rechtsgebied: Kamer 3 - Hoger Beroep - Vrijstelling bestemmingsplan
gebruik
inhoudsindicatie:
(Bouwvergunning voor supermarkt en woningen in Klimmen)
Uitspraak over de bouwvergunning die het college van burgemeester en
wethouders van Voerendaal heeft verleend voor achttien appartementen en
een Jan Linders supermarkt aan het Drossaert de Limpensplein -
Pleinstraat in Klimmen. Het complex komt dicht bij een
hoogspanningsleiding te staan. De rechtbank in Maastricht heeft in
februari 2010 een eerder beroep van de winkeliersvereniging Centrum
Voerendaal en Plus Vastgoed ongegrond verklaard. Het beroep van een
ander vastgoedbedrijf en een Plus supermarkt uit de buurt heeft de
rechtbank gegrond verklaard. Naar haar oordeel had het gemeentebestuur
onderzoek moeten doen naar de mogelijke gevolgen van
hoogspanningsleidingen voor de gezondheid van kinderen die in die
appartementen komen te wonen. Verder had het gemeentebestuur naast een
bouwvergunning ook een ontheffing van de bouwverordening moeten
verlenen, omdat de appartementen en de supermarkt binnen zes meter van
de bekabeling van bovengrondse hoogspanningsleidingen worden gebouwd,
aldus de rechtbank. De rechtbank vernietigde daarom het besluit van het
gemeentebestuur. Toch zijn het vastgoedbedrijf en de Plus supermarkt in
hoger beroep gekomen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad
van State. Zij vinden de uitspraak van de rechtbank niet ver genoeg
gaan. Bovendien heeft het gemeentebestuur inmiddels de ontheffing
verleend en heeft het opnieuw hun bezwaren afgewezen. Om tegemoet te
komen aan de eventuele nadelige gevolgen van de hoogspanningsleiding
voor kinderen, heeft het gemeentebestuur bepaald dat de woningen niet
geschikt zijn voor personen jonger dan 55 jaar. Ook tegen deze
beslissing zijn het vastgoedbedrijf en de supermarkt in beroep gekomen.
Verder vrezen zij voor parkeeroverlast, omdat er te weinig
parkeerplaatsen zouden zijn in de omgeving. De winkeliersvereniging en
Plus Vastgoed zijn ook tegen de uitspraak van de rechtbank in hoger
beroep gekomen. Zij zijn het er niet mee eens dat de rechtbank hun
beroep ongegrond heeft verklaard. De Raad van State heeft de zaak op 15
november jl. op zitting behandeld.
5. 201004122/1/H1
datum van uitspraak: woensdag 12 januari 2011
proceduresoort: Hoger beroep
rechtsgebied: Kamer 3 - Hoger Beroep - Overige
inhoudsindicatie:
(Bouwvergunning reclamemast in Roermond)
Uitspraak over de bouwvergunning die het college van burgemeester en
wethouders van Roermond heeft verleend aan Gelre B.V. voor een
reclamemast ten zuiden van de Elmpterweg, tussen de A73 en de N271, in
Roermond. Het gaat om een mast van 16,5 meter hoog. De gemeente heeft
het bouwplan voor de mast getoetst aan de 'Nota Kleine Reclamemasten'.
In die nota staat beleid voor reclamemasten tot 15 meter. Twee inwoners
van Roermond zijn tegen de vergunning in hoger beroep gekomen bij de
Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Omdat de
reclamemast hoger is dan 15 meter vinden zij dat het gemeentebestuur
niet de 'Nota Kleine Reclamemasten' had mogen toepassen, maar de 'Nota
Landmarks' had moeten gebruiken. In die nota staat namelijk hoe het
gemeentebestuur moet omgaan met reclamemasten die hoger zijn dan 15
meter. Omdat de reclamemast bovendien in strijd is met de
uitgangspunten van de 'Nota Landmarks', had de vergunning niet verleend
mogen worden, aldus de inwoners. De rechtbank in Roermond stelde hen in
maart 2010 in het ongelijk. De Raad van State heeft de zaak op 15
november jl. op zitting behandeld.
6. 201005048/1/H1
datum van uitspraak: woensdag 12 januari 2011
proceduresoort: Hoger beroep
rechtsgebied: Kamer 3 - Hoger Beroep - Vrijstelling bestemmingsplan
gebruik
inhoudsindicatie:
(Bouwvergunning voor supermarkt en woningen in Oldebroek)
Uitspraak over de bouwvergunning die het college van burgemeester en
wethouders van Oldebroek heeft verleend voor een supermarkt, winkels en
appartementen aan de Zuiderzeestraatweg in Oldebroek. Het
bestemmingsplan staat het bouwplan niet toe. Om de komst van de
supermarkt, winkels en appartementen toch mogelijk te maken, heeft het
gemeentebestuur vrijstelling verleend van het bestemmingsplan. De
welstandscommissie heeft een negatief advies over het bouwplan aan de
gemeente uitgebracht. De commissie vindt het bouwplan in strijd met de
redelijke eisen van welstand. Het gemeentebestuur heeft dit advies
naast zich neergelegd, omdat sprake zou zijn van een situatie waarin
het om dringende maatschappelijke, economische, bestuurlijke en
financiële redenen gewenst is om toch een bouwvergunning te verlenen.
Een aantal omwonenden is het niet eens met het besluit van het
gemeentebestuur. Zij vinden dat het gemeentebestuur geen vrijstelling
voor het bouwplan had mogen verlenen, omdat het bouwplan te massaal is
en veel te hoog. Volgens hen gaat ook het bestaande vrije uitzicht
verloren en betekent het bouwplan een verlies van privacy. De rechtbank
in Zutphen heeft in mei jl. een eerder beroep van de omwonenden
ongegrond verklaard. De omwonenden zijn tegen deze uitspraak in hoger
beroep gekomen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van
State. Die heeft de zaak op 9 december jl. op zitting behandeld.
7. 201005409/1/M2
datum van uitspraak: woensdag 12 januari 2011
proceduresoort: Eerste aanleg - enkelvoudig
rechtsgebied: Kamer 2 - Milieu - Wet geluidhinder
inhoudsindicatie:
(Hogere geluidswaarden voor woning bij industrieterrein Bavaria in
Laarbeek)
Uitspraak over de hogere geluidswaarden die het college van
burgemeester en wethouders van Laarbeek heeft vastgesteld voor het
bestemmingsplan 'Geluidzone Bavaria'. Rondom het terrein van
bierbrouwer Bavaria is een geluidzone vastgesteld. Het bestemmingsplan
maakt het mogelijk die geluidzone uit te breiden. Als gevolg daarvan
komt de woning van een inwoner uit Aarle-Rixtel binnen de zone te
liggen. Omdat er daardoor meer geluid kan worden geproduceerd bij de
woning, heeft het gemeentebestuur besloten voor de woning hogere
geluidswaarden vast te stellen. De man is het hier niet mee eens en is
tegen het besluit in beroep gekomen bij de Afdeling bestuursrechtspraak
van de Raad van State. Hij vindt dat het gemeentebestuur eerst had
moeten kijken of er geluidreducerende maatregelen mogelijk zijn. De
Raad van State heeft de zaak op 29 november jl. op zitting behandeld.
8. 201006364/1/R1
datum van uitspraak: woensdag 12 januari 2011
proceduresoort: Eerste aanleg - enkelvoudig
rechtsgebied: Kamer 1 - RO - Drenthe
inhoudsindicatie:
(Bestemmingsplan 'Stadscentrum 2008' van de gemeente Hoogeveen)
Uitspraak over de vaststelling door de gemeenteraad van Hoogeveen van
het bestemmingsplan 'Stadscentrum 2008'. Het bestemmingsplan regelt het
bestaande gebruik van de gronden en de gebouwen in het stadshart van
Hoogeveen en maakt het mogelijk het stadshart gedeeltelijk te
vernieuwen. Eén van de nieuwe ontwikkelingen is het bebouwen van het
Beukemaplein. Een automaterialenhandelaar is bang dat de woningbouw op
dit plein nadelige gevolgen heeft voor zijn bedrijf. Zo vervalt de
verkeersaantrekkende werking van het plein, waardoor klanten de weg
naar zijn bedrijf niet meer kunnen vinden, aldus de man. Hij vreest dan
ook schade aan zijn bedrijf. Ook zou de beleggingswaarde van enkele
panden aan het Beukemaplein verminderen. De man is daarom tegen het
plan in beroep gekomen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad
van State. Die heeft de zaak op 17 december jl. op zitting behandeld.
9. 201006394/1/H3
datum van uitspraak: woensdag 12 januari 2011
proceduresoort: Hoger beroep
rechtsgebied: Kamer 3 - Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
inhoudsindicatie:
(Verzoek om ligplaatsvergunning voor vaartuigen in Amsterdamse
Houthavens)
Uitspraak over het verzoek om voor vier vaartuigen
ligplaatsvergunningen te verlenen aan de Gevleweg in de Houthavens. De
eigenaar van een bedrijf dat tuindervletten repareert en onderhoudt,
had om de ligplaatsen verzocht voor zijn vaartuigen Drijvende Bok,
Blauwe Werkboot, Bok en Oblomof. Niet alleen heeft het dagelijks
bestuur van het stadsdeel Westerpark van de gemeente Amsterdam deze
vergunningen geweigerd, ook heeft het bepaald dat vaartuigen daar
binnen negen maanden weggehaald moesten worden. Volgens het stadsdeel
wist de eigenaar van het bedrijf in 2001 al dat alleen de Blauwe
Werkboot en de Drijvende Bok tijdelijk in de Houthavens mochten liggen,
totdat het gebied definitief was ingericht en de definitieve
ligplaatsen waren opgeleverd. De eigenaar vindt dat hij recht heeft op
de ligplaatsen, omdat hij op de peildatum van 18 december 1996 al
ligplaatsen had in dit gebied. Het is hem niet duidelijk waarom hij
niet voor de vergunningen voor die ligplaatsen in aanmerking komt. De
rechtbank in Amsterdam heeft in juni 2010 een eerder beroep van de man
gegrond verklaard. Naar haar oordeel heeft de man aannemelijk gemaakt
dat hij al in december 1996 drie vaartuigen in het gebied had liggen.
De eis van het gemeentebestuur dat het bewijs daarvoor alleen geleverd
kan worden met officiële documenten zoals jaarrekeningen en
belastinggegevens gaat te ver, aldus de rechtbank. Het stadsdeel is het
niet eens met deze uitspraak en is daartegen in hoger beroep gekomen
bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Die heeft de
zaak op 2 december jl. op zitting behandeld.