Stadsdeel Amsterdam Centrum
---
Nieuwe accenten voor horeca Centrum
10 januari 2011
Het nieuwe dagelijks bestuur van stadsdeel Centrum wil een ander accent
in de discussie over horeca in de binnenstad.
De Amsterdamse binnenstad staat bekend als internationale plek van
ontmoetingen. Dit succes zit hem in de mix van wonen, werk en vrije
tijd en in de kwaliteit van de openbare ruimte. De grote hoeveelheid
horeca speelt een verbindende rol als werk- en ontmoetingsplek. Maar
naast de lusten van horeca zijn er ook de lasten. Het nieuwe
stadsdeelbestuur wil een accentverschuiving in de discussie. Die
bestaat uit meer mogelijkheden en verantwoordelijkheden voor de horeca
- onder de voorwaarde van minder overlast. "Belangrijke succesfactoren
zijn de onderlinge afspraken tussen ondernemers en bewoners. En als
stok achter de deur willen we sneller kunnen handhaven", stelt
stadsdeelvoorzitter Jeanine van Pinxteren.
Koffie in kledingwinkel
Er zijn nieuwe trends in de stad. Het aanbieden van horecamogelijkheden
binnen andere functies is al langer gaande, zoals bij musea, theaters
en bakkerijen en inmiddels zelfs bij kledingwinkels en
zorginstellingen. Het nieuwe kabinet stimuleert een ondernemingsgezinde
houding in de culturele sector. Ook dat zien we terug in de plannen: de
wens tot uitgebreidere horecamogelijkheden, al of niet gekoppeld aan
een voorstelling. Stadsdeelwethouder Roeland Rengelink: "De vraag is
niet of we deze ontwikkeling willen, maar hoe de gemeente ermee
omgaat."
Niet nog meer regels
Een bruisend openbaar leven hoort bij een aantrekkelijke stad. Tot
zover zijn de betrokkenen het wel eens. De keerzijde, geluidsoverlast
en verschil van mening over het gebruik van de openbare ruimte en
uitingen van agressie en geweld na sluiting op de grote
uitgaanspleinen, zorgt voor meer discussie. Andere onderwerpen waar
verbetering of duidelijkheid in zou moeten komen zijn de onrust die het
rookverbod op de stoep van gelegenheden teweeg brengt en dat
geluidsoverlast buiten de horecazaak moeilijk te definiëren en dus
lastig te handhaven is. De stadsdeelvoorzitter hierover: "Het vorige
bestuur heeft daar zijn best voor gedaan maar het is niet overal
gelukt. We hebben nu een dik half jaar geluisterd naar hoe het er in
de stad aan toegaat. Met de partijen gesproken, we zijn naar
inspraakavonden geweest. We zien dat er veel goeds gebeurd is maar dat,
nu de trends in de economie en maatschappij anders zijn, ook onze
aandacht voor de horeca een nieuw accent verdient. Dat accent bestaat
niet uit nog meer regels maken, maar uit het met maatwerk willen
verruimen van de mogelijkheden. Tegelijk stellen wij de vraag: `Wat is
uw bijdrage aan de oplossing?'"
Om tafel
Het nieuwe bestuur wil graag dat ondernemers en omwonenden samen op een
wat andere manier naar horeca gaan kijken. Van Pinxteren: "Wij willen
stimuleren dat deze partijen afspraken maken over de te varen koers.
Dus over sluitingstijden en terrassen, maar ook over de
verantwoordelijkheid van de kroegbaas in een woonbuurt om luidruchtige
lieden aan te spreken, of - in het geval van de grote pleinen - samen
de veiligheid te laten bewaken zodat het niet escaleert." Uiteraard
moeten die afspraken passen binnen de kaders die de gemeente stelt.
"Maar door maatwerk per woonstraat of uitgaansplein kan ook meer
vrijheid ontstaan."
Bij de gesprekken tussen betrokkenen zal het stadsdeel het initiatief
nemen en helpen, maar niet langer de hoofdrol claimen. "Het is ons
duidelijk dat het samen afspraken maken vooral per locatie succesvol
kan zijn. Algemene regels die voor de hele stad gelden zijn óf te
streng voor, zeg, 80% van de gelegenheden, of te soft voor de rest. Ze
zijn wat ons betreft niet meer het beste antwoord op de vraag."
Twee pilots
Er zijn grofweg twee soorten situaties: de grote uitgaanspleinen en de
horeca in woonbuurten. "We zijn het gesprek met omwonenden in de
Jordaan al begonnen", zegt stadsdeelwethouder Boudewijn Oranje. "Het is
nog niet zover, maar we zien een grote bereidheid om tot oplossingen te
komen." Op Rembrandt- en Leidseplein is de meeste behoefte aan
verruiming van openingstijden, maar vormen veiligheid en overlast van
mensen die zich misdragen een probleem. Oranje: "Wij willen graag
beginnen met een pilot op het Rembrandtplein. Kern is dat de
ondernemers samen tot een aanpak komen om rust te bewaren, bijvoorbeeld
door gezamenlijke inzet van ordehandhavers."
Rol stadsdeel
Dit zal bepaald niet betekenen dat het stadsdeel zich minder met
horeca bemoeit - integendeel. Het stadsdeel wil er als initiatiefnemer
voor zorgen dat partijen met elkaar in gesprek raken en zal dit
faciliteren. Als het moet zal het als bemiddelaar optreden. Het is ook
de verantwoordelijkheid van het stadsdeel om mee te kijken of de
afspraken nagekomen worden. Daarvoor zal soms onderzoek nodig zijn, en
er zal een definitie van overlast gemaakt moeten worden, zoals ook New
York bijvoorbeeld heeft. En voor het geval het resultaat van de
afspraken niet positief zijn, wil het bestuur een strenger beleid
hebben om strikter en sneller te handhaven. Het stadsdeelbestuur zal
deze manier van werken verder oppakken. Naast ondernemers en omwonenden
zullen ook de centrale stad, de politie, Koninklijke Horeca Nederland
en de Kamer van Koophandel een rol moeten spelen.
Feiten en cijfers
Amsterdam telt ongeveer 3.800 horecazaken, waarvan 1.600 in de
binnenstad.
CAPTION: Verhouding horecazaken (café/restaurant) op aantal inwoners:
Plaats Aantal
Nederland: 1 op 575 inwoners
Utrecht: 1 op 323 inwoners
Den Haag: 1 op 316 inwoners
Amsterdam (hele stad): 1 op 242 inwoners
Amsterdam Centrum 1 op 50 inwoners
---