LET OP: EMBARGO TOT 7 JANUARI 2011, 18.15 UUR
Nederlandse verdachte ontkent betrokkenheid in brief
NL-Belgische terreurverdachten wilden 'aanslagen groter dan Madrid'
HILVERSUM - De in november vorig jaar opgerolde Belgisch-Nederlandse terreurcel wilde aanslagen groter dan die van Madrid in 2004. Dit blijkt uit een uitzending van het televisieprogramma EenVandaag, dat een groot deel van het strafdossier van de Belgische justitie in bezit heeft. Volgens dit dossier waren de doelwitten: "een trein welke Navo-soldaten vervoert, een sportstadion of een sportevenement, een straat welke zeer vaak bezocht zou worden door mensen van de Joodse gemeenschap en / of treinen die veel Joden vervoeren". Verder wordt er gesproken over "oorlogswapens die nodig waren, een automatisch geweer AK 74 en handgranaten, en fondsen".
Eén van de drie Nederlandse verdachten ontkent echter in een brief aan EenVandaag iets te maken hebben met het beramen van aanslagen. "Waarom zat ik hier? Wat had ik gedaan? Is mij een loer gedraaid? Of had ik contact met iemand die niet 'koosjer' of 'halal' is?", laat terreurverdachte Samir S. weten vanuit de extra beveiligde gevangenis in Vught. De Amsterdamse jongerenwerker, die in november vorig jaar werd gearresteerd, zegt ten onrechte vast te zitten. "Je wordt niet zomaar door een AT uit huis gehaald en in Vught gestopt? Althans dat zal ieder weldenkend mens denken. U, maar ik ook. Niets is minder waar!", aldus Samir S. in zijn brief.
Toch dook zijn naam op in het grootste anti-terrorisme onderzoek van de Belgische jusitie ooit. Volgens dat onderzoek is er sprake van een internationaal terreurnetwerk met vertakkingen in België, Nederland, Duitsland en Oostenrijk. Behalve Samir zitten nog twee andere Amsterdamse verdachten vast. In België zitten acht mannen vast. Het Belgische jusitie-onderzoek richt zich vooral op vier Antwerpse Marokkaanse broers - volgens justitie de oprichters van de cel. Maandenlang worden ze permanent afgeluisterd, wordt hun mailverkeer onderschept en worden ze geobserveerd. Justitie concludeert dat er sprake is van toenemende dreiging en voorbereidingen op de jihadistische strijd. Volgens het dossier zeiden de verdachten onderling: "We zien elkaar in het Paradijs terug - als God het wil" en "We moeten voorzichtig zijn omdat mensen van de veiligheidsdiensten meekijken."
De Nederlandse verdachten komen later in beeld. Ze zouden door de Belgische verdachten zijn gerekruteerd voor de strijd. Volgens Samir S. en zijn advocaat is er echter nauwelijks bewijs voor zijn betrokkenheid. De titel van Samir's brief aan EénVandaag is 'Toerist of Terrorist?' De Belgische justitie vindt het verdacht dat Samir en de andere twee Amsterdamse verdachten eind oktober zijn afgereisd naar Oost-Turkije. Volgens Samir S. ging het hier echter om een broodnodige vakantie: "Ik trok het op een gegeven moment niet meer en toen ik te horen kreeg dat twee vrienden van mij op vakantie gingen en zij mij vroegen mee te gaan, was de keus voor mij gauw gemaakt. Ik moest er tussenuit. Ik had het even helemaal gehad met alles".
Noot voor de redactie,