UMC St Radboud
Fietsvraag betrouwbaar bij diagnose Parkinson
07-01-2011
`Kunt u nog fietsen?' Het antwoord op deze eenvoudige vraag blijkt van
grote waarde te zijn voor het diagnosticeren van de ziekte van
Parkinson. Wie niet meer kan fietsen heeft hoogstwaarschijnlijk niet de
ziekte van Parkinson, maar een hierop lijkende ziekte met een veel
slechtere prognose en een kortere overleving. De fietsvraag is
bovendien betrouwbaarder dan kostbaar en belastend aanvullend
onderzoek. Artsen van de afdeling Neurologie van het UMC St Radboud
melden dit in het gezaghebbende medische weekblad The Lancet (8
januari).
Diagnose Parkinson lastig te stellen
Zelfs voor een ervaren neuroloog is het lastig om de diagnose `ziekte
van Parkinson' in een vroeg stadium te stellen. Niet zelden blijken
patiënten te lijden aan een vorm van `parkinsonisme': een groep van
hersenziekten die qua ziekteverschijnselen op parkinson lijken, maar
veel moeilijker te behandelen zijn en een veel slechtere prognose
hebben. Het onderscheid tussen de ziekte van Parkinson en parkinsonisme
manifesteert zich meestal pas na enkele jaren, maar bij een vroege
diagnose kan al tijdig met de goede behandeling worden gestart. Om meer
duidelijkheid te krijgen was tot op heden kostbaar aanvullend onderzoek
nodig, waaronder twee hersenscans en een ruggenprik.
Arts-onderzoeker drs. Marjolein Aerts en neurologen prof.dr. Bas Bloem
en dr. Farid Abdo hebben nu ontdekt dat het antwoord op de vraag `Kunt
u nog fietsen?' al in een vroeg stadium een wezenlijke bijdrage kan
leveren aan de diagnose. Aan elke patiënt die zich bij de polikliniek
neurologie meldde met parkinsonachtige verschijnselen werd gevraagd of
hij vroeger had gefietst en zo ja, of hij dit nog steeds kon. Naast
deze vraag ondergingen alle patiënten aanvullend onderzoek. Daarna
werden de patiënten drie jaar gevolgd, totdat duidelijk was geworden
wie van hen aan de ziekte van Parkinson leed en wie aan parkinsonisme.
Simpele vraag bespaart onderzoek
Terugkijkend bleek dat slechts twee van de 45 patiënten met parkinson
kort na het ontstaan van de klachten waren gestopt met fietsen. Van de
64 patiënten met een parkinsonisme konden er 34 al snel niet meer
fietsen. Aerts: `De fietsvraag fungeert dus als een alarmteken,
eigenlijk een soort rode vlag. Wie niet meer kan fietsen heeft een
behoorlijke kans de diagnose parkinsonisme te krijgen. Deze ene simpele
vraag bespaart duizenden euro's aan aanvullend en belastend onderzoek.'
Vorig jaar baarden parkinsondeskundige Bloem en zijn collega's
wereldwijd veel opzien met een video van een patiënt met de ziekte van
Parkinson, die niet meer kon lopen, maar nog prima kon fietsen. Bloem:
`Fietsen is een bijzonder samenspel tussen evenwicht, cadans, beweging
en coördinatie. Bij de ziekte van Parkinson is het samenspel vaak nog
in orde. Bij parkinsonisme zijn andere hersengebieden getroffen, die
subtiele problemen veroorzaken met het evenwicht of de coördinatie.'