College van Beroep voor het bedrijfsleven
NZa mag financiële informatie opvragen bij NMT over tandartspraktijken
Den Haag, 7 januari 2011 - De voorzieningenrechter van het College van
Beroep voor het bedrijfsleven heeft het verzoek van de Nederlandse
Maatschappij tot bevordering der Tandheelkunde (NMT) om niet te hoeven
voldoen aan de aan haar opgelegde informatieverplichtingen afgewezen.
NZa had haar deze verplichtingen aanvankelijk opgelegd in de vorm van
een aanwijzing en later, toen bleek dat NMT niet aan de aanwijzing
wilde voldoen, zolang de voorzieningenrechter van het CBb zich hierover
niet had uitgesproken, in de vorm van een last onder dwangsom. De
informatie was door NMT verzameld ten behoeve van het Project
`Peilstations' dat door de Instituut voor Toegepaste Wetenschappen van
de Radboud Universiteit Nijmegen werd uitgevoerd. Uit contractuele
afspraken is gebleken dat de verzamelde informatie eigendom zou blijven
van de NMT.
De NZa stelde de informatie nodig te hebben in verband met de
voorbereiding van haar besluitvorming over de tarieven voor
orthodontie.
De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat de wetsgeschiedenis
onvoldoende aanknopingspunten biedt voor een beperking van de
informatieplicht in die zin dat deze zich niet zou uitstrekken tot het
aanleveren van financieel-economische gegevens van individuele
zorgaanbieders, ook al heeft NMT ter zake geen administratieplicht.
De door NZa gestelde noodzaak om te beschikken over niet
geanonimiseerde en niet geaggregeerde gegevens is door NMT niet
afdoende weerlegd. De voorzieningenrechter vindt daarom dat het
informatieverzoek op goede gronden is gebaseerd en de NZa bevoegd was
gebruik te maken van de beide in de Wet marktordening gezondheidszorg
vastgelegde handhavingsmaatregelen. Een informatieverzoek kan naar zijn
oordeel zowel worden gehandhaafd door een aanwijzing als door een last
onder dwangsom. Beide handhavingsmaatregelen staan als zodanig los van
elkaar. Ten slotte heeft de voorzieningenrechter de belangenafweging
die tot het opleggen van de aanwijzing en de last onder dwangsom heeft
geleid niet onredelijk geoordeeld. Hem is niet gebleken dat NZa daarbij
geen rekening heeft gehouden met de Wet bescherming persoonsgegevens op
grond waarvan het is toegestaan persoonsgegevens te verwerken indien
dit noodzakelijk is om een wettelijke verplichting na te komen waaraan
de verantwoordelijke onderworpen is. Tenslotte is ook het belang dat de
individuele tandartsen minder bereidheid zullen tonen deel te nemen aan
het Project Peilstations wel een serieus belang, maar dit belang wordt
gerelativeerd omdat de deelnemers de gevraagde informatie uiteindelijk
toch op individuele basis zouden moeten verschaffen.
LJ Nummer:
BP0669
Zie het origineel
Bron: College van Beroep voor het bedrijfsleven
Datum actualiteit: 18 januari 2011