Hoge Raad der Nederlanden

Kartelboetes NMa niet aftrekbaar van winst

De Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa) legt boetes op vanwege overtreding van het kartelverbod in de Nederlandse Mededingingswet en wegens overtreding van dit verbod in het Verdrag inzake de Werking van de Europese Unie (voorheen: EG Verdrag). De Hoge Raad heeft zich uitgesproken over de vraag of dergelijke boetes mogen worden afgetrokken van de winst, waarover belasting moet worden afgedragen (aftrekuitsluiting van artikel 3.14, derde lid, onderdeel c, Wet IB 2001).
Bij het bepalen van de winst mogen bestuurlijke boetes niet van de winst worden afgetrokken. Een bestuurlijke boete is een verplichting tot betaling van een geldsom die is gericht op bestraffing. Wel mogen bedragen worden afgetrokken die worden betaald aan de Staat als verrekening van in strijd met de wet verkregen voordelen.

Procedure bij rechtbank en Hoge Raad
De rechtbank Haarlem heeft bij uitspraak van 31 december 2008 (nr. AWB 08/2916) in deze zaak geoordeeld dat de NMa-boete niet mag worden afgetrokken van de winst. De boete kan niet worden gesplitst in een (aftrekbaar) voordeelontnemend deel en een (niet-aftrekbaar) bestraffend deel.

Van de rechtbank Haarlem is door de belastingplichtige sprongcassatie bij de Hoge Raad ingediend. Dat wil zeggen dat de procedure bij het hof in overleg met de partijen is overgeslagen.

Advocaat-Generaal P.J. Wattel concludeerde op 22 december 2009 tot ongegrond verklaring van het casatieberoep.

Uitspraak Hoge Raad
De Hoge Raad heeft geoordeeld dat het oordeel van de rechtbank juist is en heeft het cassatieberoep ongegrond verklaard. De boete op grond van de Mededingingswet is gericht op bestraffing. Daaraan doet niet af dat de omzet die met de overtreding is gemoeid, in aanmerking wordt genomen bij het bepalen van de ernst van de overtreding.

Onder verwijzing naar de motivering in deze zaak (09/00617) heeft de Hoge Raad de cassatieberoepen in zaak 09/00618 en 09/00928 verworpen.

In de aanhangige zaak (10/01359) die gaat over de aftrekbaarheid van een Europese boete wegens overtreding van de mededingingsregels heeft de Europese Commissie kenbaar gemaakt opmerkingen te willen indienen.

Gevolg van de uitspraak
Het oordeel van de rechtbank Haarlem is hiermee definitief geworden.

Dit is een samenvatting van de uitspraak van de Hoge Raad van 7 januari 2011. Bij verschil tussen deze samenvatting en de volledige uitspraak is laatstgenoemde beslissend.

Op vrijdag 7 januari is persraadsheer mr. M. A. Fierstra van 10.00 tot 12.00 uur via onderstaand telefoonnummer beschikbaar voor het geven van toelichting.

Den Haag, 7 januari 2011
Mireille Beentjes,communicatieadviseur
tel. 070 -3611262

LJ Nummer

BL0214

Zie het origineel

Bron: Hoge Raad der Nederlanden
Datum actualiteit: 7 januari 2011 Naar boven