Einde aan bevriezing tegoeden Yukos International
De Nederlandse vennootschap Yukos International beschikt over de
opbrengst van de verkoop van een olieraffinaderij. Die opbrengst was in
verband met het faillissement van de Russische vennootschap Yukos Oil
op last van de rechter in New York voorlopig op een aparte bankrekening
gestort en Yukos International mocht daarover voorlopig niet
beschikken. In Nederland werd in kort geding gevraagd om Yukos
International te verplichten de verkoopopbrengst bevroren te houden.
Volgens de Hoge Raad is Yukos International daartoe niet verplicht.
Achtergrond
De Russische vennootschap Yukos Oil hield alle aandelen in de
Nederlandse vennootschap Yukos Finance, die op haar beurt alle aandelen
hield in de Nederlandse vennootschap Yukos International. In 2006 heeft
de Russische rechter Yukos Oil failliet verklaard. Yukos International
bezat een olieraffinaderij in Litouwen. Yukos International heeft deze
olieraffinaderij verkocht voor USD 1,2 miljard. De rechter in New York
heeft op 26 mei 2006 een zogenoemde Freezing Order gegeven en beslist
dat de opbrengst van de verkoop moest worden overgeboekt naar een
aparte bankrekening van Yukos International en dat Yukos International
over die opbrengst voorlopig niet mocht beschikken.
De Russische curator van Yukos Oil heeft de aandelen van Yukos Oil in
Yukos Finance verkocht en in september 2007 geleverd aan de Russische
vennootschap Promneftstroy.
Volgens Promneftstroy bezit zij daardoor de aandelen in Yukos Finance.
Als aandeelhouder van Yukos Finance zou Promneftstroy (indirect)
economisch gerechtigd zijn tot het vermogen vanYukos International.
Volgens Yukos International is Promneftstroy echter niet rechtsgeldig
aandeelhouder van Yukos Finance geworden.
De rechtbank Amsterdam heeft op 31 oktober 2007 in een bodemprocedure
beslist dat het Russische faillissementsvonnis in Nederland niet geldig
is. De curator van Yukos Oil was daarom niet bevoegd in Nederland
namens Yukos Oil de aandelen in Yukos Finance aan Promneftstroy te
leveren. (Ook in hoger beroep heeft het hof Amsterdam in deze
bodemprocedure (op 19 oktober 2010, LJN BO1035) inmiddels beslist dat
Promneftstroy geen recht heeft gekregen op de aandelen van Yukos
Finance).
Naar aanleiding van het vonnis van de rechtbank Amsterdam van 31
oktober 2007 heeft Yukos International bij de rechter in New York
opheffing gevraagd van de Freezing Order. De rechter in New York heeft
op 4 januari 2008 bepaald dat de Nederlandse rechter daarover moet
beslissen. Promneftstroy heeft vervolgens bij de rechtbank Amsterdam
een kort geding aangespannen tegen Yukos International. Promneftstroy
eist dat Yukos International de opbrengst van de verkoop van de
olieraffinaderij op een aparte bankrekening laat staan en daarover niet
beschikt.
Het kort geding bij rechtbank en hof
De kortgedingrechter in Amsterdam heeft op 6 maart 2008 (LJN BC6191)
beslist dat Yukos International de opbrengst van de verkoop van de
olieraffinaderij voorlopig op een aparte rekening moet laten staan en
daarover niet mag beschikken.
In hoger beroep heeft het hof Amsterdam op 24 februari 2009 (LJN
BI4330) hetzelfde beslist.
De procedure bij de Hoge Raad
Yukos International (advocaat mr. K.G.W. van Oven in Den Haag) heeft
cassatie ingesteld tegen de uitspraak in kort geding van het hof
Amsterdam. Promneftstroy (advocaten mr. E. Grabandt en mr. L.
Kelkensberg in Den Haag) hebben verweer gevoerd. Het belangrijkste
strijdpunt is of Yukos International over de verkoopopbrengst mag
beschikken.
Op 12 november 2010 heeft advocaat-generaal mr. L. Strikwerda in zijn
conclusie de Hoge Raad geadviseerd de uitspraak van het hof te
vernietigen.
De uitspraak van de Hoge Raad
De rechtbank Amsterdam heeft op 31 oktober 2007 in de bodemprocedure al
beslist dat het Russische faillissementsvonnis in Nederland niet geldig
is. Daar moet ook het hof als kortgedingrechter van uitgaan. Dat
betekent dat de Russische curator van Yukos Oil de aandelen in Yukos
Finance in Nederland niet geldig aan Promneftstroy heeft kunnen
leveren. Promneftstroy is dus geen aandeelhouder in Yukos Finance
geworden. De eis van Promneftstroy dat Yukos International de opbrengst
van de verkoop van de olieraffinaderij voorlopig op een aparte
bankrekening moet laten staan en daarover niet mag beschikken, wordt
afgewezen omdat voor die eis, bij deze stand van zaken, geen juridische
grond bestaat.
De uitspraken van het hof en de rechtbank worden vernietigd.
Gevolgen van de uitspraak
Het is Yukos International niet verboden om over de opbrengst van de
verkoop van de olieraffinaderij te beschikken.
Dit is een samenvatting van de uitspraak van de Hoge Raad van 7 januari
2011. Bij verschil tussen deze samenvatting en de volledige uitspraak
is laatstgenoemde beslissend.
Op vrijdag 7 januari is persraadsheer mr. Willem van Schendel van 10.00
tot 12.00 uur via onderstaand telefoonnummer beschikbaar voor het geven
van toelichting.
Den Haag, 7 januari 2011
Mireille Beentjes,
communicatieadviseur
tel. 070 -3611262
LJ Nummer
BP0015
Zie het origineel
Bron: Hoge Raad der Nederlanden
Datum actualiteit: 7 januari 2011 Naar boven
Hoge Raad der Nederlanden