Ingezonden persbericht
Amsterdam, 23 december 2010
Retrospectief Maurice Pialat
Alle films van het enfant terrible van de Franse cinema
À nos amours
Van 6 tot en met 19 januari vertoont EYE Film Instituut Nederland alle lange speelfilms van de Franse regisseur Maurice Pialat (1925-2003), de filmer die het leven bij de lurven greep en een afkeer had van alles wat onecht was. Hij baarde opzien met indringende films als Sous le soleil de Satan, À nos amours en Loulou, portretten van intens levende 'gewone mensen', die niet zelden op afwerende reacties van het publiek stuitten. Zijn carrière leed er niet onder: Pialat werd onder andere onderscheiden met de Gouden Palm en twee Césars.
Het retrospectief, het eerste in Nederland, opent 6 januari 2011 met een talkshow waarin speciale gasten werk en leven van Pialat belichten.
Retrospectief Maurice Pialat (alle speelfilms), 6 t/m 19 januari in EYE (Vondelpark 3, Amsterdam). Opening 6 januari 2011 met speciale talkshow.
Het retrospectief maakt deel uit van de overzichtstentoonstelling 'Illusie en werkelijkheid - Naturalistische schilderijen, foto's en film, 1875-1918', een samenwerking van het Van Gogh Museum, EYE en Foam_Fotografiemuseum (www.net-echt.info). Enkele titels worden voorafgegaan door korte Pialat-films die in Nederland vrijwel nooit werden vertoond: Drôle de bobines (1957), L'ombre familiaire (1958), Janine (1961) en L'amour existe (1960).
Een avond met Maurice Pialat
Op donderdag 6 januari presenteert Raymond van den Boogaard, tot voor kort chef kunst van NRC Handelsblad, 'Een avond met Maurice Pialat'. Gesproken columns, interviews en filmfragmenten wekken de Franse filmmaker tot leven. Dana Linssen (hoofdredacteur De Filmkrant) spreekt een column uit over Maurice Pialat en schrijver en essayist Willem Jan Otten gaat in zijn bijdrage in op 'het wonder van Pialat'. Otten: 'Pialat is een sterke, nog altijd opwindende filmer, en Sous le soleil de Satan is een even tegendraadse als klassieke film in een traditie van Bernanos-bewerkingen: films van Bresson, de opera 'Dialogue des Carmelites'. Het verhaal wil dat Depardieu na deze film katholiek is geworden. Als ik een essayboek mocht schrijven over film en religie, zou deze film er een hoofdstuk in krijgen.'
Margriet Schavemaker (conservator Stedelijk Museum Amsterdam) hield onlangs een lezing over de representatie van Vincent van Gogh in de film, onder de titel 'Van Gogh: Hollywoods prisoner?' Een interview met Schavemaker focust op de unieke, typische manier waarop Pialat de beroemde schilder portretteert.
Over de regisseur
Het realisme van Maurice Pialat (1925-2003) is drukkend, eigenwijs en onopgesmukt. Daarbij hebben zijn films een bijna terloops karakter, alsof dingen toevallig gebeuren. De documentaire stijl zit ook in de vaak abrupte montage.
Pialat gold als het enfant terrible van de Franse cinema. Een einzelgänger, maar ook een van de belangrijkste Franse filmmakers van de laatste decennia, vaak in één adem genoemd met Bresson, Rivette en Renoir. De regisseur, die doorgaans zijn films zelf schreef en produceerde, wilde aanvankelijk schilder worden, maar koos op latere leeftijd voor film - hij leverde zijn eerste lange speelfilm pas op 45-jarige leeftijd af. Zijn oeuvre bestaat uit slechts tien lange speelfilms, een televisieserie en enkele korte films en documentaires.
Zijn eerste korte film, L'amour existe (1960) won verschillende prijzen. Na een aantal documentaires debuteerde hij als speelfilmregisseur met L'enfance nue (1970), gevolgd door de tv-serie 'La maison des bois' (1971). Het Franse publiek omarmde het relatieportret Nous ne vieillirons pas ensemble (1972) met de sterren Marlène Jobert en Jean Yanne, maar had meer moeite met de harde emoties in het verhaal van een stervende vrouw in La gueule ouverte (1974). Met Passe ton bac d'abord (1979), een realistisch portret van een eindexamenklas in Noord-Frankrijk, stond Pialat op het punt internationaal erkend te worden. Latere films bevestigden Pialats reputatie, ook door de intense acteerprestaties van de sterren: Gérard Depardieu en Isabelle Huppert in Loulou (1980), de zestienjarige Sandrine Bonnaire in À nos amours (1983, haar debuut), en Gérard Depardieu en Sophie Marceau in Police (1985) en Sous le soleil de Satan (1987), dat Pialat een omstreden Gouden Palm opleverde. Na Van Gogh (
1991)- meer een persoonlijke visie op het kunstenaarschap dan een biografie - keerde Pialat met Le garçu (1995) terug naar het leven van 'de gewone man'.
Het programma komt tot stand met medewerking van Maison Descartes, de Franse ambassade en Net Echt.
---