GroenLinks
Duwtjes tegen zwaar lijf zijn niet genoeg
Donderdag 6 januari 2011, 16:10u - Anna van Dijk
* Opiniestukken Wetenschappelijk Bureau
Vincent, een veertiger die al jaren stevig verslaafd is aan alcohol,
heeft zichzelf naar een afkickkliniek gesleept. Hij wil wanhopig graag
controle over zijn drinkgedrag krijgen. Dit blijkt ondanks het goede
afkickprogramma onmogelijk: de gangen van de kliniek hangen vol
whiskyclames en op iedere verdieping is een bar waar patiënten zich
laveloos kunnen drinken.
Klinkt dit vreemd? Toch is het niet anders dan de manier waarop het
leven voor veel mensen in Nederland eruit ziet. Voor hen is onze
dagelijkse omgeving een afkickkliniek vol verleidingen. Uit een onlangs
gepresenteerd onderzoek van het Voedingscentrum blijkt dat de helft van
de Nederlanders gezonder zou willen eten dan ze nu doen, bijna een
derde wijt het feit dat dit niet lukt aan te weinig zelfbeheersing. Een
grote meerderheid geeft aan dat ze daarom meer door maatregelen in de
omgeving gestimuleerd zou willen worden tot een gezonder leefpatroon.
In De Volkskrant van 16 december geven Bert van Ruitenbeek en Wouter
van der Weijden al aan dat deze wens niet onterecht is: ongeveer de
helft van de volwassen Nederlanders is te dik en dit percentage blijft
stijgen. Twaalf procent lijdt aan obesitas. Hart- en vaatziekten en
diabetes nemen als gevolg hiervan toe en de zorgkosten stijgen mee.
Vooral kinderen lijden onder deze welvaartsepidemie: één op de acht
Nederlandse kinderen is te zwaar en dit aantal groeit snel. In de rest
van Europa is het al niet anders.
Reden voor dit massale overgewicht is een te eenzijdig voedingspatroon;
te veel vet, suiker en zout in het eten, en te weinig beweging. De
overheid heeft zich het hoofd gebroken over mogelijke oplossingen.
Allerlei ideeën, van het invoeren van een vettax tot het opnemen van
cursussen gezond leven in het basispakket van de gezondheidszorg, zijn
de revue gepasseerd. Ook organisaties buiten de overheid, zoals het
Voedingscentrum en het Convenant Overgewicht, binden al jaren de strijd
aan met zwaarlijvigheid. Helaas zonder veel resultaat. Nederlanders, en
vooral lager opgeleiden, blijven kroketten naar binnen werken voor de
tv zonder in beweging te komen.
Laten we eerlijk zijn: het is ook dweilen met de kraan open. Zoals een
alcoholverslaafde niet in staat is zijn drankzucht te beteugelen te
midden van kroegen en drankreclames, zijn ook mensen die gewend zijn
aan veel vet en zoet eten niet in staat zichzelf te beheersen in een
samenleving waarin openbare ruimtes zijn vergeven van advertenties voor
dubbele Big Macs, de STER veel reclames voor ongezond eten uitzendt en
vet eten overal voorhanden is, meestal voor veel minder geld dan gezond
eten. Vooral op kinderen hebben deze invloeden een groot effect.
Terecht wijzen Van Ruitenbeek en Van der Weijden op
verantwoordelijkheden van de overheid en het bedrijfsleven die nu
blijven liggen: het reguleren van reclames die de balans vér doen
doorslaan naar ongezonde voeding, en het terugdringen van de
scheefgroei in het Europese landbouwbeleid, waarin het overgrote deel
van de subsidies gaat naar dierlijke producten en genotsmiddelen en
maar een heel klein deel naar groenten en fruit.
De angst voor betutteling is echter groot. Je bepaalt zelf wel wat je
eet. Met dit argument in het achterhoofd probeert de overheid al jaren
mensen te verleiden in plaats van te dwingen. Met zogenaamde kleine
duwtjes zoals het Ik-kies-bewust-logo op producten in de supermarkt,
waardoor mensen eerder een appel zouden pakken dan een Mars, probeert
men mensen gezond te laten leven zonder hun keuzevrijheid af te nemen.
Dit is een mooi streven, maar het is de vraag of er überhaupt wel
sprake was van volledige keuzevrijheid. Ons gedrag wordt immers de hele
dag beïnvloed door prikkels uit onze omgeving en hoe eenzijdiger deze
prikkels zijn, hoe meer we onbewust in een bepaalde richting gestuurd
worden. Bedrijven geven op dit moment 2000 keer zoveel geld uit aan
beïnvloeding van ongezond gedrag, dan de overheid aan het stimuleren
van gezond gedrag. Hiermee laat de overheid toe dat ongezond voedsel
veel gemakkelijker voorhanden is dan gezond eten, terwijl veel mensen
niet in staat blijken zichzelf te beheersen. Duwtjes geven in een
omgeving die erom vraagt ongezond te leven is daarmee een druppel op
een gloeiende plaat. Daarbij: als je per se die Mars wilt, kun je die
altijd pakken. Maar er is onder zwaarlijvigen grote behoefte aan
sterkere ontmoediging. Je kunt immers een goed afkickprogramma
aanbieden, maar de meeste mensen veranderen hun gedrag niet in een
omgeving vol verleidingen. En wie kan het ze kwalijk nemen?Door: Anna
van Dijk, stafmedewerker Wetenschappelijk Bureau GroenLinks
Vincent, een veertiger die al jaren stevig verslaafd is aan alcohol,
heeft zichzelf naar een afkickkliniek gesleept. Hij wil wanhopig graag
controle over zijn drinkgedrag krijgen. Dit blijkt ondanks het goede
afkickprogramma onmogelijk: de gangen van de kliniek hangen vol
whiskyclames en op iedere verdieping is een bar waar patiënten zich
laveloos kunnen drinken.
Klinkt dit vreemd? Toch is het niet anders dan de manier waarop het
leven voor veel mensen in Nederland eruit ziet. Voor hen is onze
dagelijkse omgeving een afkickkliniek vol verleidingen. Uit een onlangs
gepresenteerd onderzoek van het Voedingscentrum blijkt dat de helft van
de Nederlanders gezonder zou willen eten dan ze nu doen, bijna een
derde wijt het feit dat dit niet lukt aan te weinig zelfbeheersing. Een
grote meerderheid geeft aan dat ze daarom meer door maatregelen in de
omgeving gestimuleerd zou willen worden tot een gezonder leefpatroon.
In De Volkskrant van 16 december geven Bert van Ruitenbeek en Wouter
van der Weijden al aan dat deze wens niet onterecht is: ongeveer de
helft van de volwassen Nederlanders is te dik en dit percentage blijft
stijgen. Twaalf procent lijdt aan obesitas. Hart- en vaatziekten en
diabetes nemen als gevolg hiervan toe en de zorgkosten stijgen mee.
Vooral kinderen lijden onder deze welvaartsepidemie: één op de acht
Nederlandse kinderen is te zwaar en dit aantal groeit snel. In de rest
van Europa is het al niet anders.
Reden voor dit massale overgewicht is een te eenzijdig voedingspatroon;
te veel vet, suiker en zout in het eten, en te weinig beweging. De
overheid heeft zich het hoofd gebroken over mogelijke oplossingen.
Allerlei ideeën, van het invoeren van een vettax tot het opnemen van
cursussen gezond leven in het basispakket van de gezondheidszorg, zijn
de revue gepasseerd. Ook organisaties buiten de overheid, zoals het
Voedingscentrum en het Convenant Overgewicht, binden al jaren de strijd
aan met zwaarlijvigheid. Helaas zonder veel resultaat. Nederlanders, en
vooral lager opgeleiden, blijven kroketten naar binnen werken voor de
tv zonder in beweging te komen.
Laten we eerlijk zijn: het is ook dweilen met de kraan open. Zoals een
alcoholverslaafde niet in staat is zijn drankzucht te beteugelen te
midden van kroegen en drankreclames, zijn ook mensen die gewend zijn
aan veel vet en zoet eten niet in staat zichzelf te beheersen in een
samenleving waarin openbare ruimtes zijn vergeven van advertenties voor
dubbele Big Macs, de STER veel reclames voor ongezond eten uitzendt en
vet eten overal voorhanden is, meestal voor veel minder geld dan gezond
eten. Vooral op kinderen hebben deze invloeden een groot effect.
Terecht wijzen Van Ruitenbeek en Van der Weijden op
verantwoordelijkheden van de overheid en het bedrijfsleven die nu
blijven liggen: het reguleren van reclames die de balans vér doen
doorslaan naar ongezonde voeding, en het terugdringen van de
scheefgroei in het Europese landbouwbeleid, waarin het overgrote deel
van de subsidies gaat naar dierlijke producten en genotsmiddelen en
maar een heel klein deel naar groenten en fruit.
De angst voor betutteling is echter groot. Je bepaalt zelf wel wat je
eet. Met dit argument in het achterhoofd probeert de overheid al jaren
mensen te verleiden in plaats van te dwingen. Met zogenaamde kleine
duwtjes zoals het Ik-kies-bewust-logo op producten in de supermarkt,
waardoor mensen eerder een appel zouden pakken dan een Mars, probeert
men mensen gezond te laten leven zonder hun keuzevrijheid af te nemen.
Dit is een mooi streven, maar het is de vraag of er überhaupt wel
sprake was van volledige keuzevrijheid. Ons gedrag wordt immers de hele
dag beïnvloed door prikkels uit onze omgeving en hoe eenzijdiger deze
prikkels zijn, hoe meer we onbewust in een bepaalde richting gestuurd
worden. Bedrijven geven op dit moment 2000 keer zoveel geld uit aan
beïnvloeding van ongezond gedrag, dan de overheid aan het stimuleren
van gezond gedrag. Hiermee laat de overheid toe dat ongezond voedsel
veel gemakkelijker voorhanden is dan gezond eten, terwijl veel mensen
niet in staat blijken zichzelf te beheersen. Duwtjes geven in een
omgeving die erom vraagt ongezond te leven is daarmee een druppel op
een gloeiende plaat. Daarbij: als je per se die Mars wilt, kun je die
altijd pakken. Maar er is onder zwaarlijvigen grote behoefte aan
sterkere ontmoediging. Je kunt immers een goed afkickprogramma
aanbieden, maar de meeste mensen veranderen hun gedrag niet in een
omgeving vol verleidingen. En wie kan het ze kwalijk nemen?
Door: Anna van Dijk, stafmedewerker Wetenschappelijk Bureau GroenLinks