Groen!
Overgewicht pak je niet aan met blitse campagnes
door Mieke Vogels (Vlaams parlementslid) op 4 januari 2011 in "Gezin, welzijn
en zorg", "Gezondheid", "Voeding en landbouw"
Alle overheden van Europees tot lokaal niveau zijn zich steeds meer
bewust van het belang van gezonde voeding en beweging. Allerlei plannen
en acties moeten mensen aanzetten om gezonder te eten en meer te
bewegen. Ook Vlaams Minister van Welzijn Jo Vandeurzen doet mee. Hij
voorziet 1 miljoen euro voor om Vlamingen in 2011 aan te zetten om
massaal te vermageren. Maar zijn blitse campagnes en leuke gadgets wel
de juiste manier om een zo fundamenteel probleem aan te pakken als
overgewicht door ongezonde voeding en gebrek aan beweging? Mieke Vogels
denkt van niet.
Al in 2008 heeft Vlaanderen haar eigen plan voor gezonde voeding en
beweging goedgekeurd. Maar dat heeft tot nu toe weinig opgeleverd.
Vooral het overgewicht bij kinderen neemt toe. Eén op de vijf kinderen
tussen 4 en 14 jaar lijdt aan overgewicht en de meeste dikke kinderen
vind je bij arme en allochtone gezinnen.
Op 8 oktober 2010 organiseerden Groen! en Ecolo een druk bijgewoonde
studiedag met o.m. artsen, vertegenwoordigers van de
consumentenorganisaties en de voedingsindustrie. Met onderzoeker Jo Van
Assche kwamen de sprekers en de aanwezigen tot het besluit dat de
huidige beleidsplannen niet echt tot resultaten leidden. Het aantal
volwassenen en vooral kinderen met overgewicht is alleen maar
toegenomen. Zullen de acties van Vandeurzen Vlaanderen redden van obese
kinderen en volwassenen? De voorstellen zijn erg voorspelbaar; het gaat
vooral om klassieke bewustmaking campagnes, zoals de actie `10.000
stappen per dag' en het promoten van de beroemde voedingsdriehoek.
Specifiek voor schoolkinderen werd in het najaar van 2010 het project
`Tutti Frutti' gelanceerd. Minister-president Kris Peeters, minister
van Onderwijs Pascal Smet en minister van Volksgezondheid Jo Vandeurzen
verdrongen zich in een lagere school in Sint-Katelijne-Waver om appels
uit te delen. Tutti Frutti wil kinderen aanzetten minstens één keer per
week samen een stuk vers fruit te eten op school. Niets mis mee, leuk
ook, maar los je er het fundamenteel probleem mee op dat kinderen
alsmaar ongezonder eten? En bereikt Tutti Frutti kansarme en allochtone
kinderen - of eten die -Tutti Frutti of niet- zoals elke dag een koek
van de Aldi of de Lidl?
Tijdens onze studiedag in oktober reageerde een kinderarts die veel
werkt met te dikke kinderen. Zij probeert de kinderen anders te laten
eten: traag en goed kauwen, veel groenten en fruit eten, en vooral niet
tussen twee maaltijden eten. Deze mooie eetregels botsen echter steeds
meer met de schoolrealiteit, aldus de kinderarts. In de steden - waar
meer dan elders te dikke kinderen wonen - zitten steeds meer kinderen
op school, die qua oppervlakte nauwelijks uitbreiden. Pascal Smet
garandeerde elk kind een plaats in de klas en hield zijn belofte.
Containerklassen werden bij gezet maar de refter bleef even groot voor
soms twee keer zo veel kinderen. Kinderen eten voortaan in shiften en
hebben amper een half uur de tijd om hun brooddoos leeg te eten. Niet
echt de omstandigheden om traag te eten. Voor een gezonde maaltijd met
rauwe groenten of vers fruit is er geen tijd. In diezelfde klassen zien
leerkrachten de kinderen zo tegen tienen indutten; hun concentratie
verzwakt omdat ze 's morgens geen ontbijt hebben gehad. De enige manier
om de middagpauze te halen is een suikerrijk tussendoortje. Het is
trouwens opvallend hoe - net nu zo veel ouders met twee uitwerken gaan
én het aantal éénoudergezinnen toeneemt - in basisscholen de warme
maaltijden systematisch werden geschrapt. Nochtans lijken gezonde warme
maaltijden op school - of op z'n minst het voorzien van verse soep bij
de boterhammen - een ideaal instrument om kinderen van jongs af aan te
leren wat gezond eten is. Het is van cruciaal belang dat warme
maaltijden ook voor kansarme leerlingen -die het nu 's middags soms
moeten stellen met een pakje chips - betaalbaar zijn. Het beleid moet
dringend een extra inspanning leveren voor deze groep. Met blitse
bewustmakingscampagnes alleen geraak je geen hap vooruit. Het meest
gehoorde argument dat warme maaltijden in de basisscholen onbetaalbaar
zijn, snijdt weinig hout; het is vooral een kwestie van politieke
prioriteiten. Want hoe verklaar je anders dat een hogeschoolstudent wél
elke dag kan kiezen uit vijf warme schotels en daar maar vijf euro voor
betaalt?
Meer bewegen dan? Ook hier mooie voorstellen om meer te sporten. Maar
sporten dat doe je in de sportclubs en wie zie je niet in deze
sportclubs, precies diezelfde arme en allochtone kinderen! Trouwens is
de essentie van kind zijn niet `bewegen'? Samen spelen, ravotten, om
ter hardst te lopen, hoog in de boom klauteren... Kinderen hebben in
onze samenleving steeds meer rechten en steeds minder ruimte. Het
geluid van ravottende kinderen heet lawaai en kinderopvanginitiatieven
krijgen aanhoudend te maken met klachten en uitspraken van de
vrederechter die onverdraagzame burgers gelijk geven. Ouders die hun
kinderen op straat laten spelen worden nagewezen als onverantwoord. De
straat is immers te gevaarlijk voor kinderen: te veel verkeer en wie
weet ook wel mensen met slechte bedoelingen. Een goede ouder houdt zijn
kind stil in huis met computerspelletjes en brengt `de kids' na school
of op zaterdag met de bedrijfswagen naar de sportclub. Terwijl gewoon
buiten spelen uitzonderlijk wordt. Alleen als de overheid zorgt voor
ruimte voor spelende kinderen in de nabijheid van hun thuis zullen alle
kinderen - ook arme en allochtone kinderen- meer bewegen.
Een fundamenteel probleem als overgewicht werk je niet weg door plannen
geschreven op maat van de bewuste middenklasse. De campagnes die
Vandeurzen nu financiert om Vlamingen gezonder te laten eten en meer te
doen bewegen, zal de zoveelste illustratie worden van het
Mattheuseffect: 'Wie heeft zal gegeven worden'. Soep voor alle
schoolkinderen en een veilige straat om in te spelen zou al veel meer
effect hebben dan een calorieënteller of een 1000-stappenplan.