Persbericht van de Universiteit Utrecht
6 januari 2011
Prof. Albert Heck gaat samenwerking Europese laboratoria coördineren
8 miljoen euro voor Europees onderzoek naar eiwitten
Prof. dr. Albert Heck, biomoleculair onderzoeker aan de Universiteit Utrecht, gaat het eiwitonderzoek in Europa coördineren. De Europese Unie stelt 8 miljoen euro beschikbaar voor de samenwerking in dit veelbelovende onderzoek voor medische toepassingen. Deze subsidie maakt het mogelijk om gastonderzoekers uit Europa toegang te geven tot gespecialiseerde laboratoria voor ewitonderzoek in Europa. Vanaf 1 februari 2011 kunnen de eerste voorstellen worden ingediend om van de onderzoeksfaciliteiten gebruik te maken.
Door meer samen te werken, hopen de Europese onderzoekers uiteindelijk de rol van elk eiwit in het lichaam te achterhalen. Als bekend is welke eiwitten betrokken zijn bij een ziekte, is het ook mogelijk om deze ziekte bij een patiënt relatief eenvoudig te herkennen. Prof. dr. Albert Heck, initiatiefnemer en coördinator van PRIME-XS: "Ik verwacht dat het binnen een paar jaar mogelijk is om uit een beetje bloed of urine verschillende ziektes vroegtijdig te achterhalen die een patiënt onder de leden heeft. Het zal dan niet meer zo lang duren voordat deze techniek in ziekenhuizen gebruikt gaat worden."
Vakgebied naar hoger niveau tillen
Via het samenwerkingsproject PRIME-XS worden gespecialiseerde laboratoria in Europa voor eiwitonderzoek opengesteld voor wetenschappers van andere Europese onderzoeksinstellingen. Deze gastonderzoekers worden geselecteerd aan de hand van hun ingediende onderzoeksvoorstel. Heck: "Wetenschappers met veel kennis van het eiwitonderzoek hebben niet altijd toegang tot de juiste apparatuur of een goed ondersteunend team. Door voor hen de deuren te openen van vooraanstaande laboratoria verwacht ik dat we het hele vakgebied naar een hoger niveau kunnen tillen." Behalve Nederland stellen ook onderzoeksinstellingen uit Zwitserland, België, Engeland, Denemarken, Frankrijk en Spanje hun laboratoria beschikbaar voor gastonderzoekers.
Universiteit Utrecht