Buurtbewoners toleranter voor overlastveroorzaker met andere culturele
achtergrond
Datum: 21 december 2010
Burenconflicten heb je overal. Wel is het aantal conflicten in
cultureel diverse wijken groter. Daarbij is het niet zo dat bewoners
zich per definitie meer aan overlastveroorzakers met een andere
culturele achtergrond ergeren, ontdekte Elze Ufkes. `Mensen zijn juist
toleranter voor overlastveroorzakers met een andere culturele
achtergrond.' Ufkes deed onderzoek naar het ontstaan van
buurtconflicten en de beste manier om dergelijke ruzies te voorkomen.
Hij promoveert 6 januari 2010 aan de Rijksuniversiteit Groningen.
Culturele diversiteit in een wijk is een belangrijke voorspeller van
overlast. `Juist daarom zou je verwachten dat deze conflicten over
culturele zaken gaan. Denk aan het stereotype van een geit in de tuin
of kookluchtjes.' Uit interviews en cijfers blijkt echter dat de
sociale conflicten vooral ontstaan door dagelijkse ergernissen.
`Geluidsoverlast, tuintjes die niet goed worden bijgehouden, de galerij
in een flat die niet wordt onderhouden. Dezelfde ergernissen als in
elke wijk dus.'
Zwarte schaapeffect
Voor het onderzoek nam Ufkes meerdere enquêtes af onder de bewoners van
vijf aandachtswijken in Arnhem. Op de vraag in welke mate bewoners zich
ergeren, geven autochtone bewoners aan zich meer te ergeren als het
gaat om overlast veroorzaakt door de Nederlanders in de buurt. Ufkes
verklaart dit met het zwarte schaapeffect. `Als iemand van de eigen
groep rotzooi trapt, straalt dat negatief af op jou. Ook de
verwachtingen zijn vaak anders. Mensen hebben een hogere verwachting
van mensen met dezelfde culturele achtergrond. Als er vervolgens toch
iets negatiefs gebeurt, is dat een extra grote teleurstelling.'
Sneller hoogoplopend conflict door vooroordelen
Ufkes onderzoeksresultaten laten ook zien dat vooroordelen ervoor
kunnen zorgen dat het conflict sneller hoog oploopt als de
overlastveroorzaker uit een andere culturele groep komt. Door negatieve
vooroordelen - het denken in stereotypen - zijn mensen minder geneigd
constructief te reageren. Ufkes: `Het gaat niet om grote culturele
conflicten. Wel worden veel ergernissen door een vooroordeelbril
waargenomen.'
Omgaan met conflicten
Ufkes deed zijn onderzoek in opdracht van het Gemeenschappelijke
Overleg Woningcorporaties (GOW) Arnhem en het Instituut voor Integratie
en Sociale Weerbaarheid (ISW). Het vinden van een goede manier om met
conflictsituaties om te gaan, was dan ook een belangrijk doel.
In Nederland wordt veel geld geïnvesteerd in projecten en interventies
die gericht zijn op het verbeteren van de relaties tussen wijkbewoners.
Denk aan wijkbarbecues en -feesten, projecten waarbij buurtbewoners bij
elkaar op de koffie worden uitgenodigd en buurtbemiddelingsprojecten.
Over dit soort interventies wordt vaak lacherig gedaan. Toch spelen ze
een belangrijke rol in het voorkomen van problemen in een buurt, stelt
Ufkes.
Verminderen vooroordelen
Op conflictgedrag kun je op verschillende manieren reageren, zegt
Ufkes. Hij onderscheidt twee interventietypes. Type één is gericht op
het probleem: wat kun je inzetten als er een conflict is. Type twee
richt zich op het verminderen van vooroordelen in cultureel diverse
wijken. Zo nemen ook de sociale ergernissen af. De buurtbarbecues
vallen in de tweede categorie. Volgens hem worden ze echter wel vaak op
een verkeerd moment ingezet. `Daardoor wordt het wel heel makkelijk om
te zeggen dat zo'n project niet werkt.'
Een sterk gedeelde wijkidentiteit kan de beeldvorming tussen groepen in
cultureel diverse wijken verbeteren. Dit draagt bij aan een grote
tolerantie tussen de verschillende bevolkingsgroepen. Daarmee kunnen
burenconflicten wel degelijk worden voorkomen. Door vooroordelen over
elkaar weg te nemen, voorkom je dat alledaagse conflicten uitgroeien.
`Een jaarlijks wijkfestival kan zo'n wijkidentiteit wel degelijk
versterken. Al heeft het geen zin zo'n middel in te zetten als er al
hoogoplopende conflicten zijn.'
Buurtbemiddeling werkt
Wat wel goed blijkt te werken bij burenconflicten is buurtbemiddeling.
Daarbij worden vrijwilligers opgeleid als bemiddelaar en ingezet bij
conflicten waar bewoners zelf niet meer uitkomen. Ufkes: `Ze bemoeien
zich niet met de oplossing, maar zorgen wel dat beide partijen met
elkaar in gesprek gaan.' Uit een evaluatie in Arnhem blijkt dit goed te
werken. `Conflicten waarin door buurtbemiddeling wordt bemiddeld, zijn
een maand later vaak opgelost. Daarbij is de relatie tussen de buren
vaak ook verbeterd. Ook op de langere termijn.'
Het beste resultaat wordt daarbij behaald bij de conflictpartij die het
meeste conflict ervaart. Zelfs alleen een luisterend oor werkt in
sommige gevallen, merkt Ufkes. `Erkenning en emotionele steun helpen al
enorm. Ook al blijkt dat de overlast daarna niet per se is afgenomen,
de relationele situatie is wel degelijk verbeterd'. In de praktijk
betekent dit vooral dat woningcorporaties goed na moeten denken wat ze
willen bereiken met een interventie. `Timing is heel belangrijk.
Organiseer geen buurtbarbecue als er al hoogoplopende conflicten zijn.
En erken eventuele problemen. Als een buurtbewoner belt met een klacht
kun je aan de telefoon al erkennen dat het een vervelende situatie is.
Bewoners op die manier coachen kan al een eerste vorm van interventie
zijn.'
Curriculum vitae
Elze Ufkes (Assen, 1983) studeerde psychologie in Groningen. Hij
promoveert in de Gedrags- en Maatschappijwetenschappen bij prof.dr. S.
Otten, prof.dr. K.I. van der Zee en prof.dr. E. Giebels. De titel van
zijn proefschrift luidt: `Burenconflicten in Cultureel Diverse Wijken'.
Ufkes gaat vanaf 1 januari 2011 aan de slag als postdoc-onderzoeker aan
Yale University, VS.
Rijksuniversiteit Groningen