Waarom er in het tolerante Nederland een verhit integratiedebat bestaat
Sociologen verklaren tolerantieparadox
Internationale waarnemers verbazen zich al tijden over het verhitte
integratiedebat dat in Nederland woedt. Ze vragen zich af hoe zoiets
mogelijk is in een land dat bekendstaat als baken van tolerantie. In
een recente bijdrage aan het tijdschrift Sociologie laten de
cultuursociologen Willem de Koster, Peter Achterberg, Dick Houtman en
Jeroen van der Waal zien dat er onder het seculiere deel van de
Nederlandse bevolking een nieuw cultureel conflict bestaat, dat draait
om de omgang met etnische minderheden. Dit nieuwe culturele conflict
woedt vooral tussen hoog- en laagopgeleiden.
Hoog- en laagopgeleiden vinden elkaar steeds meer in de afwijzing van
allerlei traditionele Christelijke morele standpunten; zo nemen ze
progressieve posities in waar het gaat om vraagstukken rond abortus,
euthanasie, seksuele moraal en vrouwenrechten. Maar juist waar de
Christelijke kerk het sociale leven niet langer van eenduidige zin en
betekenis voorziet reageren zij anders op culturele verschillen. Omdat
lageropgeleiden meer geneigd zijn om cultuur als onveranderlijk te
zien, roept culturele diversiteit bij hen meer onzekerheid op, waardoor
ze er afwijzender tegenover staan. Dit mondt uit in intolerantie ten
opzichte van etnische minderheden, terwijl hoogopgeleiden etnisch
toleranter zijn. Deze bevindingen bieden inzicht in wat bekendstaat als
de `Dutch paradox of tolerance': ze verklaren hoe in een land als
Nederland, dat vanouds bekend staat als tolerant gidsland, een fel
debat over de integratie van etnische minderheden kan woeden.
Dit onderzoek maakt deel uit van het NWO-project The Dutch Paradox of
Tolerance: Post-Christian Cultural Polarization and PVV-Voting dat
onlangs van start is gegaan. Het project loopt tot eind 2012.
Erasmus Universiteit Rotterdam