Port of Rotterdam
Datum 30-12-2010
Bron Havenbedrijf Rotterdam N.V. ©
Rotterdamse haven komt versterkt uit crisis
* overslag boven niveau 2008
* vergroting marktaandeel
* investeringen Havenbedrijf op hoogste niveau ooit
De goederenoverslag in de Rotterdamse haven is in 2010 toegenomen tot
430 miljoen ton. Dit is 11,1 % meer dan in 2009 en 2,1% meer dan in het
vorige recordjaar 2008. De aanvoer groeide 12% tot 306 miljoen ton, de
afvoer nam met 9% toe tot 124 miljoen ton. Het massagoed groeide met
11% evenals containers/breakbulk. De overslag van kolen liep bijna 2
procent terug en die van agribulk bleef stabiel. De andere
goederensoorten groeiden: ertsen en schroot (71%), overig droog
massagoed (22%), ruwe aardolie(4%), minerale olieproducten (7%), overig
nat massagoed (8%), containers (12%), roll on/roll off (5%) en overig
stukgoed (16%).
Hans Smits, president-directeur van het Havenbedrijf Rotterdam: "Dit
resultaat is boven verwachting. Een recordoverslag door de haven en het
Havenbedrijf investeerde een recordbedrag van EUR460 miljoen. Dit jaar
is de overslag vooral gestimuleerd door de met 15% gegroeide
wereldhandel en de bloeiende Duitse economie. In 2011 zullen de
overheidsbezuinigingen in heel Europa sterker gevoeld gaan worden. Aan
de andere kant blijft Rotterdam de hartslag van de wereldeconomie
voelen en doorgeven. Ik ben dan ook voorzichtig optimistisch over de
overslag, die naar ik verwacht met 2 à 3 procent zal groeien tot circa
440 miljoen ton."
Droog massagoed
De totale behandelde hoeveelheid droog massagoed nam toe met bijna 28%
tot 85 mln. ton.
De overgeslagen hoeveelheid kolen, liep 1,7% terug naar 24 mln. ton.
Het gebruik van ketelkolen liep terug door de verminderde energievraag
vanuit de teruggelopen economie en de lage aardgasprijzen. Daarnaast
werd ingeteerd op in 2009 opgebouwde voorraden. De overslag van
cokeskolen, circa 40% van de Rotterdamse kolenaanvoer, bewoog mee met
de toenemende staalproductie. In 2011 is een toename van de
kolenoverslag tot 25-26 miljoen ton realistisch omdat voorraden zijn
afgebouwd. Structureel blijven kolen een groeiproduct door de
mijnsluitingen in Duitsland.
De overslag van ertsen en schroot sprong met +71% weer terug naar bijna
40 mln. ton. De vraag naar staal door vooral de Duitse autoproducenten
nam sterk toe en ook de, tijdelijke, productie van straalbrammen door
ThyssenKrupp voor de Verenigde Staten vroeg extra ertsaanvoer. In het
vierde kwartaal lag de overslag lager door hoge voorraadniveaus en
tijdelijke capaciteitsreducties bij staalfabrieken. Voor 2011 is de
verwachting gematigd positief. Ondanks prijsstijgingen van grondstoffen
wordt een iets grotere productie van ijzer en staal verwacht. Dit leidt
tot een voorzichtige overslagprognose van maximaal 41 miljoen ton.
Het overig droog massagoed (mineralen, ertsconcentraten,
bouwmaterialen) groeide met ruim 22% tot 12,5 mln. ton. Dit is 4%
boven het niveau van voor de crisis. De belangrijkste gebruikers in dit
segment, de chemische- en de metaalindustrie herstelden zich goed. De
derde grote afnemer, de bouwsector, is laatcyclisch en blijft nog wel
even weinig vraag genereren. Omdat ook het herstel van de staalsector
onzeker is, is in 2011 weinig groei te verwachten van de overslag van
het overig droog massagoed.
De overslag van agribulk (granen, oliezaden, derivaten) is stabiel
gebleven op 8,4 mln. ton. Het Europese oogstjaar 2009-2010 was goed en
dat drukt altijd de import via Rotterdam. Het oogstjaar 2010-2011 is
beduidend minder en dit stimuleerde in het laatste kwartaal 2010 meteen
de import. Daar staat tegenover dat de persinstallatie van ADM minder
overzeese aanvoer van soja had door aanvoer van raapzaad uit het
Europese achterland.
Nat massagoed
Het overgeslagen volume nat massagoed steeg met krap 6% tot 209 mln.
ton. De aanvoer van ruwe olie nam toe met 4% tot 100 miljoen ton, het
niveau van 2008. De vraag naar olieproducten in West-Europa leed onder
de crisis en leidde tot sluiting of productiebeperking van minder
efficiënte raffinaderijen in Noord-Frankrijk en Noord-Duitsland. Dit in
het voordeel van de grotere en meer flexibele raffinaderijen in
Rotterdam. Daardoor konden ze ook goed meekomen in de concurrentieslag
die steeds mondialer wordt.
De aanvoer van olieproducten groeide met 1% tot krap 43 miljoen ton, de
afvoer met 15% tot ruim 34 mln. ton. In totaal werd (weer) een
recordhoeveelheid van 77 mln. ton (+7%) behandeld. De sector groeit al
een jaar of tien uitbundig. In 2009 werd vooral in het eerste kwartaal
uit drijvende opslag voorraad afgebouwd door stijgende prijzen (effect
contango en aantrekkende economie). Ook werd veel gebruik gemaakt van
geografische prijsverschillen (arbitrage). De arbitrage trekt ook
Russische producten, vooral stookolie en gasolie (diesel) naar
Rotterdam. Daar wordt gemengd op specificatie (`blending') voor vooral
Azië. Omdat in Rotterdam vaak VLCC's vrijkomen na de lossing van ruwe
olie, is het retourtransport bovendien relatief goedkoop.
De overslag van overig nat massagoed nam toe met een kleine 8% tot
bijna 32 miljoen ton. Belangrijkste oorzaak is de productietoename van
de Europese chemie met ongeveer 5%. Daarnaast werden er begin dit jaar
veel voorraden aangevuld en groeide de export flink. De aanvoer van
plantaardige oliën, vooral palmolie, liep iets terug. De afvoer bleef
stabiel. De overslag van biobrandstoffen (biodiesel, ethanol en ETBE)
heeft de opgaande lijn nog niet gevonden. De import van ethanol vanuit
Brazilië daalde, ten gunste van de Verenigde Staten en Europese landen.
De uitvoer, naar vooral het V.K, nam wel toe. Per saldo daalde de
overslag van ethanol licht. Ook voor biodiesel, waarvan de overslag
fors terug liep, is het V.K de belangrijkste bestemming.
Containers en breakbulk
De behandeling van containers verbeterde zich bijna 12% ten opzichte
van vorig jaar en werd met 112 miljoen ton weer de belangrijkste
goederencategorie in Rotterdam. De groei in eenheden van 20 voet was
dit jaar weer `als vanouds' (Rotterdam is ook een draaipunt voor lege
containers) groter: 14% tot 11,1 miljoen TEU. Rotterdam bouwde zijn
positie in de kwantitatief grootste `trade', die tussen Europa en Azië,
verder uit. Op dit traject worden steeds meer, steeds grotere schepen
ingezet die hier gemakkelijker terecht kunnen dan bij de concurrentie.
Ook de direct aan de diepzeeschepen gekoppelde `transhipment' op het
Baltisch gebied, deed het goed. Andere `transhipment' regio's dalen:
het VK/Ierland door concurrentie van de Engelse havens en voor
Spanje/Portugal verschuift de het patroon geografisch. De overslag van
intra-Europese containers, `shortsea', op deze gebieden groeit wel
weer: licht op het VK, behoorlijk op het Iberisch schiereiland en zeer
sterk op Rusland.
De roll-on / roll-off sector in Rotterdam is vrijwel geheel gericht op
de Britse markt waar de economie nog langzaam herstelt. Dit beperkt de
groei van de veerdiensten tot 7% en een overslag van 17 miljoen ton. De
sector blijft nog 6% onder het niveau van 2008 en de financiële marges
zijn onder de maat. Door rationalisatie (minder afvaarten maar wel met
grotere schepen, de overname van Norfolkline door DFDS) probeert men
deze op te vijzelen.
Het overig stukgoed, maakte het verlies van 2009 exact goed met een
winst van 16%.
De 7 miljoen ton lading bestaat uit de groeiproducten staal en
projectlading, papier- en houtproducten, metalen (aluminium, koper
etc.), auto's en fruit. Dit jaar werd de oppervlakte voor de
behandeling van breakbulk effectief uitgebreid met 26 hectare.
Zie bijlage onder aan de pagina: Goederenoverslag in de haven van
Rotterdam januari - december 2009 en 2010 (voorlopig).
* Overslagcijfers 4e kwartaal 2010 (pdf)
* Presentatie goederenoverslag 2010 (ppt)
* Presentatie goederenoverslag 2010 (pdf)
* Containeroverslag in 2009 en 2010 TEU's (pdf)
Zie het origineel