Rijksoverheid
17 december 2010
Toezichtsinstrumentarium omroep
Op 13 juni 2009 berichtte NRC Handelsblad over schendingen van de wet en de
eigen gedragscode Goed bestuur en integriteit van de publieke omroep. Mijn
ambtsvoorganger (Plasterk) heeft het Commissariaat voor de Media en - via de
raad van bestuur van de Nederlandse Publieke Omroep (NPO) - de Commissie
Integriteit Publieke Omroep (CIPO) daarop gevraagd de vermeende misstanden te
onderzoeken. Bij brief van 29 juni 2009 is de Tweede Kamer ingelicht over de
eerste uitkomsten van de onderzoeken en is aangekondigd dat samen met het
Commissariaat en de NPO wordt nagegaan of er extra toezichthoudende en
handhavende maatregelen nodig zijn.1 Deze toezegging is herhaald in een
spoeddebat in de Tweede Kamer op 1 juli 2009.2
Een ambtelijke werkgroep, bestaande uit vertegenwoordigers van de (NPO), het
Commissariaat voor de Media en mijn departement, heeft onderzocht welke
aanvullende toezichtsmaatregelen wenselijk zijn om verdere misstanden te
voorkomen. Na twee keer eerder uitstel door mijn ambtsvoorganger heb ik bij
brief van 17 juni 2010 toegezegd de TK in het najaar te informeren. Ik wil u in
deze brief informeren over de uitkomsten van de werkgroep.
Bevindingen
De onderzochte incidenten betreffen overtredingen van de sponsorregels, het
verbod van dienstbaarheid aan winst door derden en belonings$ en integriteits
zaken die op gespannen voet staan met de code Goed bestuur en integriteit van
de publieke omroep. Volgens de werkgroep brengen de incidenten drie dingen aan
het licht:
a. er is in een aantal gevallen een link met problemen in de bestuurlijke
organisatie en goed bestuur;
1 Kamerstukken II, 2008$2009, 31 804, nr 71.
2 Handelingen II, 2008/2009, blz. 8111$8129.
b. ondanks signalen dat er dingen mis zijn of dreigen te gaan, biedt het
bestaande toezichtsinstrumentarium geen of onvoldoende mogelijkheden
om in te grijpen ter voorkoming van problemen of, als er al problemen
zijn, om erger te voorkomen;
c. de inzet van op zichzelf effectieve instrumenten, zoals het staken van de
bevoorschotting, blijkt soms moeizaam als twee instanties, raad van
bestuur NPO en Commissariaat, daar een rol hebben.
Voorgestelde maatregelen
Op basis van de bevindingen van de werkgroep stel ik voor de volgende
maatregelen uit te werken om het toezicht te kunnen verbeteren:
1. Erkenningverlening:
$ Goed bestuur wordt een wettelijk beoordelingscriterium bij de erkenning van
omroepenverenigingen. Als erkenningsvoorwaarde geldt dat de bestuurlijke
structuur op orde moet zijn op moment van de aanvraag. Als na de
erkenning de organisatie in de problemen raakt en herstel uitblijft, kan de
erkenning worden ingetrokken.
$ Daarnaast wordt een deugdelijke administratieve en financiële organisatie
wettelijke erkenningvoorwaarde. Een erkenning kan worden ingetrokken
wanneer de administratieve en financiële organisatie niet langer voldoet aan
de daaraan te stellen eisen en de omroep er niet in slaagt orde op zaken te
stellen.
2. Goed bestuur en integriteit
$ De NPO en Commissariaat bezien de wenselijkheid van aanvulling en
actualisering van de Richtlijnen Goed bestuur en integriteit op basis van
recente bevindingen. De Richtlijnen worden in elk geval aangevuld en
verbeterd op het punt van belangenverstrengeling en niet zakelijke
verhoudingen.
$ Artikel 2.142a Mediawet 2008 (verplichte scheiding bestuur$toezicht) kan
aangevuld worden met enkele hoofdprincipes:
* de samenstelling van het toezichthoudende orgaan moet waarborgen dat
er deugdelijk en onafhankelijk en deskundig toezicht wordt uitgeoefend;
* de werkwijze en onderlinge verhoudingen tussen bestuur en toezichthouder
zijn behalve in de statuten, daarnaast vastgelegd in werkreglementen;
* leden van het toezichthoudende orgaan worden benoemd op basis van
vooraf vastgestelde openbare profielen.
3. Aanvullende maatregelen in de sfeer van handhaving
$ Meer bepalingen zullen onder de werking van de last onder dwangsom
worden gebracht om overtredingen te stoppen. Bij niet voldoen aan een last
onder dwangsom wordt zendtijd verminderd of tijdelijk ingetrokken en kan
de bevoorschotting worden stopgezet. Blijft een omroep dan nog in gebreke,
dan kan de erkenning worden ingetrokken.
$ Het Commissariaat krijgt de bevoegdheid aanwijzingen te geven bij in ieder
geval (dreigend) wanbeheer, waaronder financieel wanbeleid,
ongerechtvaardigde verrijking (van bestuurders/toezichthouders en derden)
en onrechtmatig handelen door bestuurders/toezichthouders. Bij niet
opvolgen van een aanwijzing volgt een boete, vermindering of tijdelijke
intrekken van zendtijd en staken bevoorschotting. Blijft de omroep dan nog
in gebreke, dan kan de erkenning worden ingetrokken.
$ Er komen meer mogelijkheden voor het stopzetten van de bevoorschotting
bij bestaand of (dreigend) wanbeheer en (dreigende) onrechtmatige
uitgaven. Het stopzetten van de bevoorschotting doet de raad van bestuur
op bindend verzoek van het Commissariaat.
$ Naast de al bestaande mogelijkheid om onrechtmatig uitgegeven geld terug
te vorderen, krijgt het Commissariaat de mogelijkheid om onrechtmatig
verkregen voordelen terug te vorderen en te verrekenen met de
bevoorschotting.
De maatregelen behoeven nog verdere wettelijke uitwerking. Die uitwerking kan
prima ingepast worden in de wetgeving die nodig is voor de uitwerking van het
regeerakkoord waarover ik u bij brief van 3 december 2010 heb geïnformeerd. Ik
wijs er nadrukkelijk op dat de geschetste maatregelen niet mogen leiden tot enige
vorm van voorafgaand toezicht op de inhoud van de programmering. Die
(grond)wettelijke grens mag nooit overschreden worden.
De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
Marja van Bijsterveldt$Vliegenthart