Rijksoverheid
17 december 2010
Geachte voorzitter,
Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het Kamerlid Bouwmeester
(PvdA) over een grote groep jongens die jarenlang niets doet, stopt met studeren
en de hele dag doorbrengt met drinken, blowen en gamen (ingezonden 25
november 2010).
Hoogachtend,
de Minister van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,
mw. drs. E.I. Schippers
Antwoorden op kamervragen van het Kamerlid Bouwmeester over een grote groep
jongens die jarenlang niets doet, stopt met studeren en de hele dag doorbrengt met
drinken, blowen en gamen.
(ingezonden 25 november 2010)
2010Z17711
Vraag 1
Bent u op de hoogte van de grote groep jongens die jarenlang niets doet, de dag
doorbrengt met gamen en blowen, en wordt aangemerkt als een absolute
risicogroep voor depressie?1
Antwoord
Ik heb kennis genomen van het artikel. Mij zijn echter geen wetenschappelijke
onderzoeksgegevens bekend over de omvang van deze groep.
Vraag 2
Deelt u de mening 'dat de samenleving dit gedrag prima vindt' en geen gevolgen
verbindt aan het niet komen opdagen bij onderwijs door depressies onder
jongeren? Zo ja waarom? Zo nee, welke effectieve preventiemaatregelen zijn er of
worden in de toekomst genomen, met welk meetbaar doel?
Antwoord
Nee. Het is niet normaal als jongeren stoppen met studeren of werken en de hele
dag doorbrengen met drinken, blowen en gamen.
Het voorkomen van uitval van jongeren staat hoog op de agenda van het Kabinet.
De minister van OCW heeft daarom het actieplan 'Aanval op Schooluitval'
opgesteld om zo schooluitval in het VO en MBO terug te dringen tot maximaal
25.000 vroegtijdige schoolverlaters in 2016.
Daarnaast zijn er in het VO en MBO Zorg en Adviesteams. In geval van beginnend
probleemgebruik op scholen kan er vanuit de ZAT's contact worden gelegd met de
verslavingszorg.
In het hoger onderwijs zijn meerjarenafspraken gemaakt om uitval te
verminderen en studiesucces te verbeteren. Voor deze specifieke groep
depressieve jongeren verwijs ik naar voorzieningen die aanwezig zijn bij hoger
onderwijsinstellingen, zoals studentdecanen en studentpsychologen. Hiervoor zijn
geen kwantitatieve doelen gesteld.
Vraag 3.
Is het waar dat dit gedrag mede wordt veroorzaakt doordat ouders gezag over
hun kind hebben verloren, niet begeleiden, en geen structuur in de dag
aanbrengen? Zo nee, waarom niet? Zo ja, welke preventieve maatregelen worden
genomen om ouders hierbij te ondersteunen?
Antwoord
Uit het recent uitgevoerde HBSC*onderzoek2 blijkt juist dat ouders in Nederland
zich sterk bewust zijn van het belang van hun opvoeding voor de ontwikkeling van
hun kinderen. Zij hechten er aan om hun kinderen te leren om zich sociaal en
gezond te gedragen.
Ouders worden hierbij preventief ondersteund via het schoolprogramma de
Gezonde School en Genotmiddelen. Zij krijgen informatie hoe ze bij de opvoeding
1 NRC Next, 'Jarenlang nietsdoen', 22 november 2010
2 Health Behaviour in Schoolaged Children onderzoek, Universiteit Utrecht,
december 2010
aandacht kunnen besteden aan roken, alcohol en drugs en leren dit ook toe te
passen. In de landelijke nota gezondheidsbeleid, die ik in 2011 zal uitbrengen, zal
ik aangeven op welke wijze ik met dit beleid wil verder gaan.
Ook kunnen ouders met vragen over het opvoeden en opgroeien van hun kinderen
terecht bij de Centra voor Jeugd en Gezin. In 2011 zal iedere gemeente hiervoor
een laagdrempelig en toegankelijk front office hebben.
Vraag 4
Vindt u het zorgelijk dat bijna een vijfde van cannabisgebruikende mannelijke
scholieren meer dan tien keer per maand blowt, versus een op de veertien
meisjes?
Vraag 5 Vindt u het zorgelijk dat jongens vaker en meer drinken dan meisjes, zo
drinkt een kwart van de 16*jarigen jongens meer dan 20 glazen op een avond
tegen 6 procent van de meisjes?
Antwoorden op 4 en 5
Ja beide vind ik zorgelijk. Naast het feit dat cannabis* en alcoholgebruik leiden tot
verminderd denkvermogen en concentratiestoornissen, blijkt uit recent
wetenschappelijk onderzoek dat alcohol en cannabis schadelijk zijn voor de zich
ontwikkelende hersenen van jongeren.
De genoemde verdeling geldt overigens binnen de groep actueel gebruikende
scholieren en is afkomstig uit de Nationale Drug Monitor. Bron hiervoor is het
Peilstationsonderzoek scholieren3. Uit die studie blijkt dat voor de groep scholieren
als geheel dit voor cannabis neerkomt op 1,8% van de jongens en 0,5% van de
meisjes.
En voor het totale aantal 16 jarige scholieren komt dit voor alcohol neer op 18%
van de jongens en 4% van de meisjes. Deze getallen hebben betrekking op het
drinkgedrag op een weekenddag.
Vraag 6
Welke preventieve maatregelen op het gebied van jeugd en genotsmiddelen
neemt u momenteel om dit gedrag te verminderen? Wat is tot op heden het
effect?
Antwoord
De huidige preventieve maatregelen voor jongeren en genotmiddelen omvatten
het schoolprogramma de Gezonde School en Genotmiddelen, de alcohol en drugs
infolijn (deze is bedoeld voor jongeren die gericht informatie zoeken) en
leefstijlcampagnes.
De Volksgezondheid Toekomst Verkenning 2010 laat zien dat de trends in alcohol*
en drugsgebruik niet ongunstig zijn. Iets minder jongeren drinken, maar als zij
drinken, drinken zij te veel. Het cannabisgebruik is sinds 1996 met 5% gedaald
tot 17% in 2007. Ook het aantal jongeren dat zich wegens cannabisproblemen
meldt bij de verslavingszorg is sinds 2002 verviervoudigd, terwijl het aantal
gebruikers niet is toegenomen.
Vraag 7
3 Jeugd en riskant gedrag 2007, Kerngegevens uit het peilstationsonderzoek
scholieren. Monshouwer e.a.
Deelt u de mening dat een breder preventiebeleid ten aanzien van jeugd en
genotsmiddelen tot betere resultaten zou hebben geleid? Zo ja, waarom? Zo nee.
Waarom niet?
Antwoord
Het huidige preventiebeleid ten aanzien van jeugd en genotmiddelen is al breed
opgezet. Voorbeelden hiervan zijn de Alcohol en Drugsinfolijn, de Gezonde School
en Genotmiddelen en de integrale aanpak van de leefstijlcampagnes. Mijn visie op
preventiebeleid zal ik uiteenzetten in de landelijke nota gezondheidsbeleid die ik in
het voorjaar van 2011 zal uitbrengen.
Vraag 8
Welke preventiemaatregelen op het gebied van jeugd en genotsmiddelen worden
met ingang van 2011 of tijdens de komende kabinetsperiodes stopgezet?
Antwoord
Voor de beantwoording van deze vraag wil ik verwijzen naar de landelijke nota
gezondheidsbeleid.
Vraag 9
Vindt u dat u naar aanleiding van de nationale Drug Monitor 2009, Emancipatie*
monitor 2008, en Prevalentie van Depressie 2008 van het Nederland
Jeugdinstituut (NJI) nieuwe preventiemaatregelen moet nemen? Zo ja, welke? Zo
nee, waarom niet?
Antwoord
Zie het antwoord op vraag 8.