Rijksoverheid
17 december 2010
Stand van zaken maatregelen wanbetalers zorgverzekering
Geachte voorzitter,
Tijdens de parlementaire behandeling van de Wet structurele maatregelen
wanbetalers zorgverzekering (hierna: de wanbetalerswet) in de Eerste Kamer1
heeft mijn ambtsvoorganger toegezegd het parlement voor het einde van 2010 te
informeren over de uitvoering van de wet voor de verzekerden die op het moment
van inwerkingtreding van de wet al een premieachterstand hadden van meer dan
zes maanden (het stuwmeer). Met deze brief voldoe ik hieraan.
Er zijn ruim 13 miljoen Zvw)verzekerden van 18 jaar en ouder. Die zouden ¤14,4
miljard aan nominale Zvw)premie per jaar moeten betalen2. Bij de inwerking)
treding van de wanbetalerswet op 1 september 2009 waren er 304 000
verzekerden die geen of te weinig nominale premie betaalden en een betalings)
achterstand hadden van zes maanden of meer. Op 31 december 2009 was dit
aantal gestegen tot 318.000 personen3. De gederfde premie op jaarbasis bedraagt
derhalve ruim ¤ 350 miljoen (ca. 2,4% van het totale premiebedrag).
Om dit ongewenste verschijnsel tegen te gaan is de wanbetalerswet ingevoerd
met als doel:
1. voorkomen dat mensen wanbetaler worden (preventie);
2. zorgen dat wanbetalers toch premie betalen (bestuursrechtelijke premie
met bronheffing);
3. bewerkstelligen dat wanbetalers terugkeren naar een normaal patroon van
premiebetaling (voorkomen recidive).
De wanbetalerswet moet ertoe leiden dat het aantal wanbetalers dat er was op
het moment van inwerkingtreding van de wet afneemt en dat het aantal nieuwe
wanbetalers zoveel mogelijk wordt beperkt. Eerder heeft mijn ambtsvoorganger
een streefcijfer van een afname met circa 50 000 wanbetalers per jaar genoemd.
De verwerking van het stuwmeer
Zorgverzekeraars Nederland en het CVZ hebben vanwege het grote aantal
wanbetalers op het moment van inwerkingtreding van de wet in de zomer van
2009 aangegeven dat een gefaseerde melding van wanbetalers door
zorgverzekeraars van groot belang was voor ordentelijke uitvoering. Daarop is
besloten dat zorgverzekeraars volgens een door het CVZ vastgesteld schema het
bestaande stuwmeer van wanbetalers zou aanmelden. In de periode van
september 2009 tot en met oktober 2010 is dit gebeurd.
1 Handelingen I, 6 juli 2009, EK 39)1799.
2 Uitgaande van een premie van gemiddeld ¤ 1107 per jaar.
3 Bron CBS.
Aantal wanbetalers
Per eind oktober zijn er volgens opgave van het CVZ 264 000 wanbetalers die in
het bestuursrechtelijke premieregime zitten.
In de VWS)verzekerdenmonitor 2010 is vermeld dat in volgende rapportages over
de omvang van het aantal wanbetalers zal worden uitgegaan van de aantallen
wanbetalers die door zorgverzekeraars bij het CVZ zijn aangemeld.
Tot nu toe vermeldt het CBS het aantal wanbetalers dat volgens opgave van zorg)
verzekeraars een premieachterstand heeft van meer dan zes maanden.
Uit het verschil met de opgave van het CVZ blijkt dat zorgverzekeraars een deel
van de wanbetalers met een premieschuld van meer dan zes maanden niet heeft
aangemeld. De inspanningen die verzekeraars hebben verricht in het voortraject
van de fasegewijze aanmelding, zoals het aanschrijven van wanbetalers, het
wijzen op de mogelijkheid van een betalingsregeling en verbeteringen in de
administratie van de wanbetalers, hebben geleid tot minder instroom van
wanbetalers bij het CVZ dan was voorzien.
Teneinde in de toekomst de afname van het aantal wanbetalers dat in het
bestuursrechtelijk premieregime zit en terugkeert naar het normale premieregime
van de zorgverzekeraar inzichtelijk te kunnen maken, zal ik in toekomstige
rapportages uitgaan van de gegevens van het CVZ.
In tabel 1 wordt het aantal afmeldingen uit het bestuursrechtelijke premieregime
gespecificeerd. Hieruit blijkt dat sedert de invoering van de wet 19 365 mensen
zijn afgemeld uit het bestuursrechtelijk premieregime. Deze mensen hebben hun
schulden afbetaald of hebben een afbetalingsregeling of een stabilisatie)
overeenkomst gesloten en betalen maandelijks de nominale premie aan hun
zorgverzekeraar.
Tabel 1
Aantal afmeldingen 19 365
Premieschuld aan zorgverzekeraar voldaan 10 347
Afbetalingsregeling met zorgverzekeraar 2 324
Geslaagde stabilisatieovereenkomst 5 610
WSNP (wettelijke schuldsanering) 1 084
Inning en opbrengsten bestuursrechtelijke premie
* Via bronheffing wordt 46% van de bestuursrechtelijke premie geheven. Dit
betreft zowel wanbetalers met voldoende regulier inkomen waarop de gehele
bestuursrechtelijke premie van 130% (¤ 136,72) wordt ingehouden als
personen met een uitkering waarop 100% (¤ 105,17) wordt ingehouden. De
laatste categorie betreft 19% van de wanbetalers.
* Bij personen waar bronheffing niet (geheel) mogelijk is wordt de
bestuursrechtelijke premie door het CJIB per incasso geïnd. Het gaat hierbij
onder meer om zelfstandigen, mensen zonder regulier inkomen en
uitzendkrachten, maar ook om de inning van de overige 30% bij uitkerings)
gerechtigden.
In tabel 2 wordt de wijze van inning en heffing van de bestuursrechtelijke premie
getoond.
Tabel 2
Incassostroom Opgelegde premie (¤) Betaalde premie (¤)
Broninhouding werkgevers 62 089 013 48 912 541
Broninhouding SVB 2 331 985 1 762 082
Broninhouding UWV 15 118 987 11 231 717
CJIB 30% 8 092 517 1 100 157
CJIB volledig 99 160 273 7 399 150
Totaal 186 793 575 70 405 648
Conclusies
) Zorgverzekeraars en het CVZ hebben het afgelopen jaar veel inspanningen
verricht om het stuwmeer van wanbetalers in het bestuursrechtelijke
premieregime te brengen. Ik heb geconstateerd dat dit door goede samenwerking
tussen zorgverzekeraars en CVZ zonder noemenswaardige problemen is
gerealiseerd. Ik heb dan ook veel waardering voor de wijze waarop deze taak, in
samenwerking met het CJIB en de zorgverzekeraars, is volbracht.
) Uit de cijfers blijkt dat bronheffing als instrument om de bestuursrechtelijke
premie te innen goed werkt. Inmiddels is voor een bedrag van ruim ¤ 186 miljoen
aan bestuursrechtelijke premie opgelegd, waarvan bijna de helft (46%)
rechtstreeks aan de bron wordt geïnd. Wanbetalers die voorheen niets betaalden,
betalen nu eindelijk hun premie. Wel stel ik vast dat de incasso door het CJIB
moeizamer verloopt dan verwacht.
) Uit de cijfers van het CVZ blijkt dat ruim 19 000 wanbetalers inmiddels zijn
teruggekeerd naar een normaal patroon van premiebetaling aan hun
zorgverzekeraar. Voor een overgangsjaar, waarin fasegewijs het aantal
wanbetalers in het bestuursrechtelijk regime is gebracht en ook gaandeweg
maatregelen om te voorkomen dat mensen met betalingsachterstend in het
bestuursrechtelijk regime terecht komen, zijn geïmplementeerd, stemt mij dit
hoopvol. Niettemin acht ik het op dit moment nog te vroeg om al definitieve
conclusies te trekken over de doelstelling om wanbetalers terug te brengen naar
het normale betaalpatroon hij hun eigen verzekeraar.
) Ik merk hierbij op dat op dit moment voorbereidingen worden getroffen voor het
uitvoeren van een evaluatie, waarbij de doelstellingen van de wet zullen worden
getoetst aan de uitvoeringspraktijk. Ook de effecten van het incassobeleid en de
werking van de preventieve maatregelen zullen daarbij worden betrokken. De
bevindingen van deze evaluatie zullen naar verwachting nog in positieve zin
kunnen bijdragen aan genoemde doelstelling.
Ik informeerde de Tweede Kamer over het treffen van voorbereidingen voor deze
evaluatie al in antwoord op Kamervragen van het lid Leijten over het verzaken van
de acceptatieplicht door verzekeraars van 2 september 20104. Het streven is erop
gericht de evaluatie voor de zomer van 2011 af te ronden en uw Kamer hierover
in het najaar te berichten.
) In de Verzekerdenmonitor 2011 zal ik u tussentijds informeren over de verdere
afname van het aantal wanbetalers uit het bestuursrechtelijk regime.
Ik vertrouw er op u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.
Hoogachtend,
de Minister van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,
mw. drs. E.I. Schippers
4 Tweede Kamer, Vergaderjaar 2010-2011, Aanhangsel van de Handelingen, nr. 82