Gemeente De Ronde Venen
College teleurgesteld over uitspraak Hoge Raad inzake kosten
dijkverschuiving
Het college van B en W van De Ronde Venen is teleurgesteld over de
uitspraak die de Hoge Raad vandaag heeft gedaan over de vraag wie de
schade moet betalen die de gemeente heeft geleden als gevolg van de
dijkverschuiving in Wilnis in 2003. De gemeente De Ronde Venen en
hoogheemraadschap Amstel, Gooi en Vecht (AGV) voeren al enkele jaren
juridische procedures om hierover duidelijkheid te krijgen. De Hoge
Raad heeft vrijdag 17 december 2010 daarbij de uitspraak van het hof
Amsterdam, dat het hoogheemraadschap de schade als gevolg van de
dijkverschuiving aan de gemeente moet vergoeden, vernietigd en de zaak
verwezen naar het Hof in Den Haag.
In de nacht van 25 op 26 augustus 2003 is de veendijk langs de
Ringvaart in Wilnis (gemeente De Ronde Venen) over een lengte van 60
meter ongeveer 5,5 tot 7,5 meter verschoven, waardoor zoân 230.000 m'
water uit de tussenboezem de achter de dijk gelegen woonwijk is
ingestroomd. Het herstel van de schade heeft de gemeente vele miljoenen
euroâs gekost. Het hoogheemraadschap AGV is eigenaar en beheerder van
deze veendijk. De gemeente heeft het hoogheemraadschap aansprakelijk
gesteld voor de schade die het gevolg is van deze dijkverschuiving.Â
De gemeente baseert deze vordering op de aansprakelijkheid van een
bezitter voor een gebrekkige opstal (bouwwerk). Deze wettelijke
bepaling houdt in dat de bezitter van een opstal aansprakelijk is voor
de door de opstal veroorzaakte schade, als die opstal niet voldoet aan
de eisen die men daaraan in de gegeven omstandigheden uit een oogpunt
van veiligheid mag stellen. Volgens de gemeente voldeed de dijk niet
aan die veiligheidseisen. Het betrof namelijk een al in 1975 door de
Technische Adviescommissie Waterkeringen afgekeurde dijk, waaraan AGV,
ondanks allerlei signalen van omwonenden, gemeente en eigen
organisatie, al die jaren geen noemenswaardig onderhoud had gepleegd om
de dijk te verbeteren.Â
Volgens de Hoge Raad komt de dijkverschuiving niet zonder meer voor
risico van het hoogheemraadschap. De Hoge Raad is, anders dan het
Amsterdamse Hof, van oordeel dat bij beantwoording van de vraag of de
kade gebrekkig was, bijvoorbeeld ook van belang is wat naar de
toenmalige stand van wetenschap bekend kon zijn over de gevaren van
droogte. Ook de stelling van het Hoogheemraadschap dat de
kadeverschuiving zich heeft voorgedaan ten gevolge van specifieke en
uitzonderlijke omstandigheden, moet wordt meegewogen bij de vraag of
voldoende veiligheidsmaatregelen waren getroffen. De Hoge Raad heeft
daarop bepaald dat de vraag of de kade gebrekkig was, opnieuw moet
worden onderzocht door het hof Den Haag.Â
Het college is teleurgesteld en verbaasd over deze uitspraak omdat naar
de mening van het college al voldoende is aangetoond dat de dijk in
Wilnis gebrekkig was en AGV al die jaren onvoldoende onderhoud had
gepleegd. Het college ziet de vervolgprocedure dan ook met vertrouwen
tegemoet.