Ministerie van Defensie
Ede garnizoensstad af
17 december 2010, 15.28 uur
Ede is sinds gisteren geen
garnizoensstad meer. Het ministerie van Defensie droeg de laatste
militaire terreinen, de Prins Maurits-, Elias Beeckman- en Simon
Stevinkazerne, over aan de gemeente. Sinds het begin van de twintigste
eeuw boden zij onderdak aan infanteristen, artilleristen en
'verbindelaars'.
Rond 1900 vestigden de eerste soldaten zich op de MauritsKazerne in het
stadje in de Gelderse Vallei. Tussen 1938 en 1945 kwamen daar de
Beeckman- en Stevinkazerne bij waardoor de Koninklijke Landmacht
beschikte over een terrein van ongeveer 100 hectare.
Tijdens de overdrachtsceremonie haalde de regimentscommandant van de
verbindingsdienst, luitenant-kolonel De Feiter, de geschiedenis van de
Edense kazernes aan. Brigadegeneraal Theo Ent droeg daarna de kazernes
over aan de gemeente Ede.
Leeuw gaat mee
De regimentsleeuw, ooit geschonken door Rotterdam, gaat mee naar
Amersfoort. Foto: ministerie van Defensie
De verbindingsdienst nam de regimentsleeuw mee naar het nieuwe
onderkomen in Amersfoort. Het monumentale dier, afkomstig van de
Rotterdamse Vierleeuwenbrug, is een geschenk van de maasstad aan het
Regiment Verbindingstroepen. Een onderdeel van deze eenheid heroverde
in 1940 de brug op de Duitsers.
Militaire historie behouden
De kazerneterreinen worden ingepast in het grootschalige
vastgoedproject Veluwse Poort. Daarin krijgen 16 karakteristieke
militaire gebouwen een plaats als rijksmonument.
Achtergrondinformatie
* Regiment Verbindingstroepen