Rijksvoorlichtingsdienst

Grensregio's verdienen blijvende politieke aandacht

Het bevorderen van grensoverschrijdende samenwerking door het wegnemen van knelpunten verdient blijvende aandacht van de nationale overheid. Die samenwerking is van groot belang voor de economische ontwikkeling van deze regio's. Wel moet de stofkam door de huidige knelpuntenlijst. En deze moet worden omgevormd tot twee actieprogramma's. Het eerste moet een agenda zijn voor de (eu)regio's, waarbij steun van het rijk nodig is. Het tweede moet een agenda zijn van het kabinet, waarbij grensoverschrijdende samenwerking wordt verbonden met grote thema's als Krimp of bovenregionale infrastructuur. Dat schrijft de Raad voor het openbaar bestuur in zijn beschouwing 'Grensoverschrijdende samenwerking: terugblik en aanbevelingen', waar het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties om heeft gevraagd.

Nederland kent een groot grensgebied. Zeven van de twaalf provincies zijn grensprovincie. En ongeveer 2 miljoen Nederlanders wonen in grensgemeenten. Cultuurverschillen en verschillen in wet- en regelgeving werpen barrières op. In 2008 publiceerde de Raad voor het openbaar bestuur zijn advies 'Besturen over grenzen'. Medio 2009 werden twee aanbevelingen uit dat advies realiteit: de instelling van een Taskforce en van een zogenoemde Grensmakelaar.

Rob adviseert: van knelpuntenlijst naar Actieprogramma

Grensmakelaar en Taskforce gingen aan de slag met aanvankelijk 21 knelpunten, inmiddels aangegroeid tot 41. Een aantal knelpunten is opgelost en bij de andere is voortgang geboekt. Opgeloste knelpunten zijn: een digitaal portaal voor grensarbeiders (www.startpuntgrensarbeid.nl), gemakkelijker instromen in het voortgezet onderwijs over en weer door een zogenoemde equivalentielijst en ambulances die aan weerszijden van de Nederlands-Belgische grens in actie kunnen komen.

De Raad voor het openbaar bestuur stelt twee verbeteringen voor van de knelpuntenaanpak. In de eerste plaats is het beter knelpunten te voorkomen dan te moeten oplossen. Dat kan door invoering van een grenslandtoets om wetgeving te toetsen op mogelijk belemmerende effecten voor de decentrale overheden aan de grens. In de tweede plaats kan de te lange knelpuntenlijst beter worden vervangen door een tweejarig actieprogramma met twee agenda's. Enerzijds een agenda voor de (eu)regio's met een regionale ontwikkelingsvisie en waarbij steun nodig is van het Rijk. Anderzijds een agenda van het kabinet, waarin thema's als Bevolkingskrimp of bovenregionale infrastructuur worden bekeken vanuit het perspectief van grensoverschrijdende samenwerking. Want blijvende aandacht op ministerieel niveau is volgens de Raad voor het openbaar bestuur nodig om grensoverschrijdende samenwerking tot een succes te maken.

Grensmakelaar handhaven

Juni 2009 is drs. W.T. van Gelder (oud-CdK van Zeeland) aangesteld als Grensmakelaar. Hij is het boegbeeld geweest van de grensoverschrijdende aanpak en functioneerde als aanspreekpunt voor de buurlanden. Daarnaast was hij voorzitter van de Taskforce. De Raad adviseert de functie van Grensmakelaar te continueren.

Taskforce anders inrichten

De eveneens in juni 2009 ingestelde Taskforce heeft niet optimaal gefunctioneerd. De vergaderingen beperkten zich vooral tot het doornemen van de knelpuntenlijst.

De Raad adviseert de Taskforce anders in te richten, zodat niet alleen de monitor- en aanjaagfunctie maar ook de antenne-, innovatie- en ambassadeursfunctie beter ingevuld worden. De Taskforce moet intensiever contact gaan onderhouden met buurlanden en sleutelfiguren in de regio's, zoals burgemeesters en provinciale bestuurders. Ook ligt er een rol bij het voorbereiden van bezoeken van Nederlandse ministers aan hun buitenlandse collega's. De Raad adviseert tot slot dat aan het hoofd van de Taskforce naast de Grensmakelaar een Directeur-Generaal wordt geplaatst. De Grensmakelaar kan zich dan vooral richten op zijn ambassadeursfunctie naar buiten.

Noot voor redacties (