VU medisch centrum

Het jaar van Peter Heuts: 'Een revalidatiearts kan bijna niks in z'n eentje'

16 december 2010

"Tijdens mijn studie liep ik voor meer vakken wél warm dan niet. Hoe moest ik kiezen? Tijdens een examen werd ik enorm getroffen door een vraag. Die bleek te zijn opgesteld door een revalidatiearts. Dat was het begin", vertelt hoogleraar en afdelingshoofd revalidatiegeneeskunde Peter Heuts.

Foto: Mark van den Brink "Ik ben me daarna gaan verdiepen in het vak, want het was helemaal niet bekend. Wat overigens nog steeds onvoldoende is, helaas. En toen bleek dat dit specialisme mij paste als een handschoen om mijn hand."

Gegrepen
Peter Heuts, 50 jaar, 25 jaar arts, werd 28 jaar geleden gegrepen door het vak revalidatiegeneeskunde. "Wat mij vooral aanspreekt is dat je je als revalidatiearts goed moet kunnen verplaatsen in die ander. Je moet altijd op persoonlijk niveau insteken. Stel, iemand heeft een aangeboren afwijking, of heeft een ongeluk of een beroerte gehad. Dan gaat het die persoon niet om de symptomen, maar om de consequenties. Hoe ga je daar in het dagelijks leven mee om? Wat kan nog wel en wat niet? Wat wil je met je leven?

Een ander aspect waar ik destijds voor viel en wat me nog steeds inspireert, is het samenwerken met anderen en andere disciplines. Dat is ook typerend voor revalidatiegeneeskunde. Wij werken altijd in een team. Met psychologen, fysiotherapeuten, ergotherapeuten, instrumentmakers... Een revalidatiearts kan bijna niks in z'n eentje."

Samenwerken
Op 19 november 2010 hield Heuts zijn inaugurele rede als hoogleraar, nadat hij op 1 januari van dit jaar was benoemd tot afdelingshoofd van revalidatiegeneeskunde. Hiermee trad hij in de voetsporen van Guus Lankhorst. "Die heeft een prachtige afdeling opgebouwd. Er zijn mij weinig tot geen andere plekken bekend waar op de afdeling revalidatiegeneeskunde vier hoogleraren werken."

Daarnaast is Heuts medisch directeur en lid van de raad van bestuur van revalidatiecentrum Reade. "De bedoeling is dat deze afdeling met 130 medewerkers, en Reade met ongeveer 800 medewerkers, intensief gaan samen werken."
Het zijn twee complementaire groepen. "Bij Reade, met meer dan 220.000 revalidatie-behandeluren per jaar, is behoefte aan innovatie en onderzoek. Bij VUmc zie je het omgekeerde. Veel onderzoeken, veel ontwikkelingen, vier hoogleraren en dus heel veel publicaties en projecten. Maar hier zijn veel minder behandeluren, ongeveer 15.000. Om elkaar te kunnen versterken, om dat voor elkaar te krijgen, daar droom ik van. Want primair gaat toch het altijd weer om die kern; het werk voor de revalidant. Daar is een heleboel voor nodig. En nu ben ik in de gelegenheid om daar met anderen vorm aan te geven."

Mariëlle van der Zwet
bron: Tracer