Rijksoverheid
14 december 2010
kamervragen persoonsgebonden budget (pgb)
Geachte voorzitter,
Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van de Vaste Kamercommissie
Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het persoonsgebonden budget
(2010Z18035).
Hoogachtend,
de Staatssecretaris van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,
mw. drs. M.L.L.E. Veldhuijzen van Zanten,Hyllner
Antwoorden op kamervragen van op de vragen van de Vaste Kamercommissie
Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het persoonsgebonden budget
(2010Z18035).
1. Hoeveel personen hebben jaarlijks gebruik gemaakt van de AWBZ - van 2000
tot heden? Wat zijn jaarlijks de kosten van de AWBZ geweest? Kunt u dit
specificeren voor de zzp's?
1 en 2.
Binnen de AWBZ kan onderscheid worden gemaakt in zorg in natura en zorg die
door middel van een persoongebonden budget wordt verkregen. Bij de zorg in
natura kan daarbij het onderscheid worden gemaakt in extramurale en
intramurale zorg. De intramurale zorg wordt vanaf 2009 ingekocht in de vorm van
zorgzwaartepakketten. Voor dat jaar werden bedden in instellingen zoals
verpleeg, en verzorgingshuizen en gehandicaptenzorg geregistreerd. Informatie
over zorgzwaartepakketten is daarom voor 2009 niet beschikbaar. Vanaf 2009
kunnen de zorgzwaartepakketten ook worden weergegeven voor de verschillende
sectoren (V&V, GHZ en GGZ). Uit onderzoek van Research voor Beleid weten we
dat er ongeveer 13.000 mensen zijn met een verblijfsindicatie en een pgb. Van
deze cliëntengroep is van ruim 9.000 cliënten het ZZP bekend. De meeste cliënten
hebben een ZZP VG (37%), V&V 34% of GGZ (17%). Meest voorkomende ZZP's
zijn ZZP VG3 (970), V&V5 (775) en GGZ 3C (625).
In de periode 2000,2009 is de informatievoorziening van de AWBZ doorlopend
verbeterd waardoor ook steeds meer informatie beschikbaar komt over individuele
cliënten. In onderstaand overzicht is inzicht gegeven in de ontwikkeling van het
zorggebruik in 2000 en de periode 2007,2010.
Tabel 1: Zorggebruik AWBZ 2000,2010 (aantal cliënten begin januari)
jaar Cliënten
intramuraal
Clienten
Extramuraal*
Aantal pgb,
houders
2000 242.000 200.000 13.200
2007 259.000 238.000 95.000
2008 259.000 252.000 90.000
2009 260.000 250.000 109.000
2010 259.000 230.000 118.000
*Exclusief huishoudelijke verzorging die in 2007 is overgegaan naar de
gemeenten.
Voor dezelfde periode wordt een overzicht gegeven van de uitgaven van de AWBZ.
Tabel 2: Uitgaven AWBZ 2000,2010 (x 1 mld)
jaar Uitgaven
intramuraal
Uitgaven
Extramuraal*
Uitgaven pgb,
houders **
Uitgaven
overig
Totaal
AWBZ
2000 6,8 2,7 0,130 1,4 11,0
2007 12,6 5,7 1,330 2,9 22,5
2008 12,4 4,4 1,660 2,7 21,1
2009 13,3 4,7 1,950 2,9 22,9
2010 14,0 4,4 2,200 3,0 23,6
*Exclusief huishoudelijke verzorging die in 2007 is overgegaan naar gemeenten.
** Deze bedragen wijken af van het pgb,subsidieplafond (o.a. het antwoord op
vraag 32). Het pgb,subsidieplafond is hoger, omdat er rekening wordt gehouden
met gemiddeld 10% onderbesteding.
In 2000 waren de kosten van de AWBZ (exclusief de reeds overgehevelde AWBZ,
onderdelen huishoudelijke verzorging en kortdurende geestelijke
gezondheidszorg) circa ¤ 11 miljard. Hiervan was in 2000 ¤ 130 miljoen bestemd
voor persoonsgebonden budgetten. In 2010 gaat het om circa ¤ 23,6 miljard.
De kosten van zorg,in,natura (inclusief de loonontwikkeling) zijn in de afgelopen
10 jaar ruim twee keer zo hoog geworden. De kosten van het pgb zijn bijna 20
keer zo hoog als in 2000. Het pgb als percentage van de AWBZ is gegroeid van
ruim 1% in 2000 naar circa 10% in 2010.
2. Binnen de AWBZ: hoeveel mensen gebruikten jaarlijks zorg in natura (ZIN) en
hoeveel mensen het persoonsgebonden budget - voor de jaren 2000 tot heden?
Wat zijn jaarlijks de kosten geweest voor ZIN en voor pgb? Kunt u dit specificeren
voor de zzp's?
2.
Zie het antwoord bij vraag 1.
3. Hoe zijn de kosten van het pgb verdeeld over de verschillende zorgzwaartes
over de meest recente 5 jaren?
3.
Het overgrote deel van de pgb,houders heeft een AWBZ,indicatie voor
extramurale zorg. Bij deze groep wordt niet, zoals bij de indicaties met verblijf,
met een cliëntprofiel gewerkt. Om deze reden is geen goede uitspraak mogelijk
over de verdeling naar zorgzwaarte.
De hoogte van het pgb verschilt sterk tussen budgethouders. Het aantal
budgethouders met een indicatie voor verblijf dat kiest voor het pgb als gewenste
leveringsvorm is flink toegenomen. In 2005 schatte het College voor
Zorgverzekeringen dit aantal nog op circa 2.000 personen. Momenteel moeten we
uitgaan van circa 13.000 personen. Voor inzicht in de meest voorkomende
zorgzwaartepakketten zie het antwoord op vraag 2.
4. Waarom gaat de staatssecretaris nieuwe onderzoeken doen?
4.
In de pgb,brief van 30 november jl. heb ik ten behoeve van zorgvuldige
implementatie van de voorstellen twee onderzoeken aangekondigd die
samenhangen met de nieuwe pgb,tarieven voor cliënten met een verblijfsindicatie
en het gekozen meerjarig overgangstraject voor cliënten met een budgetgarantie.
Het eerste onderzoek richt zich op de budgethouders die als gevolg van de afbouw
van het huidige budget er substantieel op achteruitgaan. Hierbij dient
zorgvuldigheid betracht te worden. Op basis van onderzoek uitgevoerd door
Research van Beleid gaat het om circa 400 personen. Bij dit onderzoek wil ik
weten wie deze cliënten zijn, wat de reden is dat zij een zeer hoog budget
ontvangen en of zij een beroep kunnen doen op de regeling bijzondere
zorgzwaarte. Op basis van deze regeling kunnen personen met een extra
zorgvraag een hoger pgb krijgen. Hiervoor moet de cliënt samen met het
zorgkantoor een aanvraag indienen bij het College voor Zorgverzekeringen. De
maatregel om de pgb,tarieven voor personen met een verblijfsindicatie aan te
passen heeft ook gevolgen voor de kleinschalige wooninitiatieven die met een pgb
zijn gefinancierd. Tijdens het VWS,begrotingsdebat is mij gevraagd om een
garantie af te geven voor het behoud van alle bestaande wooninitiatieven. Deze
garantie kan ik niet geven, omdat ik niet weet welke budgettaire consequenties dit
heeft. Daarom wil ik eerst een onderzoek doen waarbij alle kleinschalige pgb,
gefinancierde wooninitiatieven worden meegenomen. Bij dit onderzoek wordt een
"foto gemaakt" en ingezoomd op aspecten als hun omvang en cliënten die er hier
wonen. Ook ga ik samen met het veld vaststellen wat het minimumaantal
bewoners is voor een verantwoorde exploitatie. Op basis van deze uitkomst en het
onderzoek bekijk ik of er zonodig compenserende maatregelen moeten worden
getroffen.
5.Hoe verhouden de tarieven van ZIN instellingen die aan pgb,houders zorg
leveren zich ten opzichte van de tarieven voor ZIN mogen rekenen?
5.
De zorgaanbieders mogen in het geval van zorg,in,natura uitsluitend tarieven
hanteren die zij in de zorginkoop met het zorgkantoor hebben afgesproken. In het
geval van zorginkoop door een cliënt met een persoonsgebonden budget betreft
het individuele afspraken tussen de budgethouder en de zorgaanbieder. De
budgethouder krijgt een totaalbudget en kan daarmee verzekerde AWBZ,zorg
inkopen in vrijheid, zowel inzake het volume als de prijs. Het is mij niet bekend
welke tarieven zorgaanbieders in rekening brengen aan pgb,houders. Tevens is
mij niet bekend hoeveel zorg (in uren) budgethouders afnemen bij zorgaanbieders
of andere zorgverleners dan wel ondersteuners.
6. Kan een doorberekening worden verschaft van een casus 'zwaar gehandicapte
jongere' met WAJONG uitkering in een zelfstandig wooninitiatief gerund door
ouders? Wat betekent het concreet voor een jongere als deze trapsgewijze afbouw
van de pgb over drie jaren doorgang vindt?
6.
Voor het beantwoorden van deze vraag is uitgegaan van het hoogste
zorgzwaartepakket uit de verstandelijke gehandicaptensector. Een cliënt die
geïndiceerd is voor de functie verblijf in de zwaarste zzp uit de gehandicaptenzorg
ontvangt in 2011 een "bruto" pgb (zonder aftrek van de eigen bijdrage) voor de
zorgkosten van circa ¤ 60.900. Als gevolg van het afbouwtraject zal deze
vergoeding in 2012 nog maximaal 90% bedragen. Dit betekent dat hij/zij nog een
pgb van ¤ 54.800 ontvangt. In 2013 bedraagt de vergoeding nog ¤50.200. Dit is
ook het nieuwe tarief voor dit specifieke zorgzwaartepakket bij zorg,in,natura. De
maatregelen in de pgb,brief van 30 november jl. hebben geen effect op de te
ontvangen Wajong,uitkering.
7. Trapsgewijze afbouw pgb,budget over drie jaren. Wat betekent dit 'onder de
streep' (het bedrag wat overblijft om rond te kunnen komen) inclusief
zorgtoeslag, huurtoeslag en mogelijke andere regelingen voor de financiële
situatie: concreet over 1) een jaar, 2) over twee jaar en 3) over drie jaren?
7.
Een pgb wordt uitgekeerd als vergoeding voor alleen de AWBZ,geïndiceerde
functies persoonlijke verzorging, verpleging en begeleiding. Met de maatregel
nieuwe zzp,pgb tarieven worden de kosten tussen iemand die een vergoeding
krijgt voor dezelfde kosten op basis van de zorg in natura tarieven gelijk
getrokken. De werkgroep pgb,zzp heeft geconcludeerd dat de omrekening van de
pgb,tarieven naar extramurale zorgfuncties betekende dat zij een ruimer
zorgbudget tot hun beschikking hadden. Met andere woorden: de pgb,budgetten
waren in vergelijking met de zorg,in,natura tarieven hoger. Met deze maatregel
zorg ik er voor dat de pgb,houder even veel te besteden heeft als iemand die een
zorg,in,natura vergoeding ontvangt. Ook vanuit het oogpunt van mensen die
aangewezen zijn op een zorg,in,natura vergoeding vind ik het niet te
rechtvaardigen dat alleen vanwege het feit dat hoe de zorg wordt gefinancierd er
bij een gelijke zorgvraag verschillende vergoedingen worden uitgekeerd. Zoals uit
vraag 7 blijkt wordt het zorgbudget voor iemand die nu een pgb,budget ontvangt
in 3 jaar afgebouwd naar het niveau van iemand die een zorg,in,natura
vergoeding ontvangt. Dit betekent per saldo dat er in drie jaar ¤ 10.000 minder
aan zorg is te besteden.
Naast het geld voor de zorg hebben AWBZ,cliënten natuurlijk een inkomen,
eventueel aangevuld met zorg, en huurtoeslag en andere specifieke uitkeringen.
Uit dit inkomen worden onder andere de woonlasten, de verzekeringen, de eigen
bijdrage en het eten betaalt. Door de pgb,maatregel worden de kosten voor deze
uitgaven niet verhoogd. Iemand met een pgb,vergoeding of een zorg,in,natura
vergoeding mag altijd meer zorg inkopen dan de wettelijke vergoedingen vanuit
de AWBZ. Met andere woorden als iemand zijn bestedingsruimte wil gebruiken om
extra zorg in te kopen staat hij daarin natuurlijk vrij.
8. Welke andere regelingen zijn er naast het pgb nog meer die deze jongere
ondersteunen in het zelfstandig kunnen blijven wonen en participeren in de
maatschappij?
8.
De AWBZ vergoedt de kosten die worden gemaakt voor de functies persoonlijke
verzorging, verpleging en begeleiding. Door het verlenen van deze zorg wordt het
mogelijk gemaakt om (langer) zelfstandig te blijven wonen. Ook in de nieuwe
situatie zal er vanuit de AWBZ een vergoeding worden uitgekeerd die het mogelijk
maakt om langer zelfstandig te blijven functioneren en deze groepen te blijven
ondersteunen. Naast de AWBZ zijn daarnaast ook specifieke financiële regelingen
ter ondersteuning van mensen die aangewezen zijn op langdurige zorg, zoals
bijvoorbeeld de compensatie van het eigen risico en de Wet tegemoetkoming
Chronisch Zieken.
9. Is het na de afbouw van het PGB nog mogelijk voor ouders om een
wooninitiatief te starten?
9.
Ja, dit blijft mogelijk. Met de maatregel zorg ik er voor dat de pgb,houder even
veel te besteden heeft als iemand die een zorg in natura vergoeding ontvangt.
Hierbij is het nog steeds mogelijk om gezamenlijk een pgb,gefinancierd initiatief
te starten. Ik besef mij dat de huidige initiatieven opgebouwd zijn op basis van de
tarieven in het verleden. Juist om ten aanzien van deze initiatieven zorgvuldigheid
te betrachten, ga ik nader onderzoek doen naar de bestaande initiatieven.
10. Is het in de toekomst nog mogelijk om zzp bij Langdurig verblijf via pgb te
financieren?
10.
Ja, dit blijft mogelijk. Ook in de toekomst kan een cliënt met een AWBZ,indicatie
voor verblijf en een bijpassend zorgzwaartepakket deze zorg omzetten in een
persoonsgebonden budget. Met deze maatregel zorg ik er wel voor dat de pgb,
houder even veel te besteden heeft als iemand die een zorg in natura vergoeding
ontvangt. Ik heb in mijn brief wel een aantal vormen van zorg benoemd die
binnen een (aangewezen) zorg,in,natura instelling dienen te worden geleverd. Het
betreft zorgzwaartepakketten, waarin het element behandeling aanwezig is en een
prikkelloze, beschermde en besloten setting noodzakelijk is (de zogenaamde B,
zzp´s in de GGZ, de zzp´s inzake de sglvg en lvg 4 en 5).
11. Hoe kan het dat ouderinitiatieven buiten proportioneel getroffen worden door
het afschaffen van tijdelijk verblijf?
11.
Er dient onderscheid te worden gemaakt tussen de 'toeslag op het pgb van ¤
10.600 voor verblijfskosten' en de aanspraak op kortdurend verblijf. Kortdurend
verblijf was tot 1 januari 2011 geen aparte zorgvorm in het Besluit
zorgaanspraken. Vanaf 1 januari 2011 is kortdurend verblijf voor het eerst apart
als aanspraak in het Besluit zorgaanspraken opgenomen. Met deze verankering
geef ik duidelijk aan dat ik veel waarde hecht aan deze vorm van zorg. Een
aanspraak op kortdurend verblijf kan zowel in natura als in de vorm van een pgb
worden afgenomen. Kortdurend verblijf blijft dus bestaan voor pgb,houders. Zie
ook het antwoord op vraag 70.
In de pgb,brief van 30 november jl. trek ik de vergoedingen voor zorg,in,natura
en het pgb weer gelijk. Een belangrijk onderdeel daarbij is de toeslag op het pgb
van ¤ 10.600 voor zogenaamde verblijfskosten. Deze toeslag bestaat niet voor
cliënten met een verblijfsindicatie die die zorg via zorg,in,natura (extramuraal of
intramuraal) ontvangen. Ik heb van de pgb,gefinancierde initiatieven signalen
ontvangen dat met deze maatregelen hun continuïteit onder druk zou staan. Ten
behoeve van de zorgvuldigheid heb ik besloten hier nader onderzoek naar te gaan