Vierde rapport kredietcrisis uitgebreid met overzicht maatregelen
landencrisis
Persbericht | 14-12-2010
De Nederlandse staat heeft eind 2010 naar verwachting voor ongeveer EUR
40,9 miljard aan aandelen, leningen en securities uitstaan bij diverse
financiële instellingen. Eind 2009 was dat nog EUR 43,8 miljard.
Daarnaast heeft de staat garanties verstrekt en participaties genomen
in (de verliezen op) portefeuilles. In totaal loopt de staat eind 2010
vermoedelijk over EUR 95,1 miljard financieel risico. Dat was eind 2009
nog EUR 139,3 miljard. De looptijd van de meeste interventies die het
Ministerie van Financiën ten tijde van de kredietcrisis in de
financiële sector deed is nog onbepaald of onbekend.
Deze bedragen staan los van het risico dat Nederland loopt door de
financiële steun aan staten die vanwege de landencrisis in problemen
zijn geraakt. Dit blijkt uit het rapport Kredietcrisis en
EU-landencrisis: Interventies en vervolg dat de Algemene Rekenkamer op
14 december 2010 publiceert. Deze vierde rapportage op rij gaat over
het tweede en derde kwartaal van 2010, waar mogelijk aangevuld met
ontwikkelingen over het vierde kwartaal 2010.
De Algemene Rekenkamer wijst in dit rapport op enkele aandachtspunten
rond de ontwikkeling en afwikkeling van de interventies, zoals de
herstructurering van financiële instellingen, de afwikkeling van
geschillen en/of beroepsprocedures, de hervorming van het
depositogarantiestelsel en de totstandkoming van een leenovereenkomst
met IJsland.
De Algemene Rekenkamer heeft eerder in mei 2009, januari en mei 2010
rapporten gepubliceerd over de interventies en arrangementen van het
Ministerie van Financiën vanwege de kredietcrisis. Hieronder vallen
uiteenlopende maatregelen, zoals de deelneming van de staat in
Fortis/ABN AMRO, de kapitaalverstrekkingen aan ING, AEGON en SNS REAAL,
de garantiefaciliteit voor bancaire leningen, de voorfinanciering van
de uitkering van het depositogarantiestelsel IJsland (vanwege Icesave)
en de back-upfaciliteit voor ING.
Financiële steun aan Griekenland
In dit rapport is voor het eerst een hoofdstuk opgenomen over de
financiële risico's die de Nederlandse staat loopt als gevolg van
getroffen maatregelen in Europees verband door de zogenoemde
landencrisis. Hieronder valt ook de financiële steun in de vorm van
leningen voor Griekenland van maximaal EUR 110 miljard voor de periode
2010-2014. Hiervan wordt EUR 80 miljard door de landen in de eurozone
beschikbaar gesteld; het Nederlands aandeel is maximaal EUR 4,7
miljard. Naast de steun aan Griekenland zijn Europese
stabiliseringsmechanismen tot stand gebracht, bedoeld om landen uit de
eurozone die in moeilijkheden geraken van leningen te voorzien.
Nederland participeert in totaal voor maximaal EUR 28,8 miljard hierin.
De Europese steun aan Ierland, waarover de minister van Financiën in
zijn reactie op dit Rekenkamerrapport enige toelichting geeft, en het
aandeel van Nederland hierin is niet in dit vierde rapport meegenomen
omdat deze publicatie over het tweede en derde kwartaal 2010 gaat.
Evenmin is de recent bekendgemaakte overeenstemming over terugbetaling
door IJsland hierin te vinden. In de volgende voortgangsrapportage van
de Algemene Rekenkamer over de kredietcrisis en landencrisis, die de
zes maanden van oktober 2010 tot en met maart 2011 behandelt, zal hier
wel op ingegaan worden. Dit rapport verschijnt rond Verantwoordingsdag
in mei 2011.
Verwant onderzoek
* Kredietcrisis
* Kredietcrisis en EU-landencrisis: Interventies en vervolg
Algemene Rekenkamer