Rijksoverheid
9 december 2010
Transparantie op de radioadvertentiemarkt
In deze brief informeer ik u over de reactie van de betrokken partijen op de
radioadvertentiemarkt op de schriftelijke oproep die de toenmalige minister van
Economische Zaken op 25 juni 2010 heeft gedaan om transparantie te betrachten
bij bestedingsafspraken. Hiermee kom ik tegemoet aan de toezegging van de
minister in de brief van 25 juni 2010 aan uw Kamer (kamerstukken II 2009!2010,
31 412, nr. 23). Daarin heeft de minister u geïnformeerd over
bestedingsafspraken tussen omroepen en adverteerders op de
radioadvertentiemarkt, waarbij de adverteerder korting krijgt indien hij een
bepaald deel van zijn reclame!uitgaven bij de omroep onderbrengt. De
Nederlandse Mededingingsautoriteit heeft deze afspraken in 2009 onderzocht.
Daarbij stelde zij geen overtreding van de Mededingingswet vast, maar
concludeerde zij wel dat er mogelijk sprake is van een transparantiegebrek.
Daarop heeft de minister de sector opgeroepen om transparantie te betrachten bij
bestedingsafspraken. Op 17 november 2010 hebben de vertegenwoordigende
organisaties Radio Advies Bureau (omroepen), Bond van Adverteerders en
Platform voor Media!adviesbureaus overleg gevoerd. In een gezamenlijke brief en
toelichtende e!mail laten zij mij weten dat alle betrokken partijen (omroepen,
adverteerders en media!adviesbureaus) van mening zijn dat er op de
radioadvertentiemarkt sprake is van transparantie. De bestedingsafspraken tussen
omroepen en mediabureaus, zoals neergelegd in schriftelijke contracten, kunnen
te allen tijde worden ingezien door de adverteerders. Deze reactie is door de drie
bovengenoemde vertegenwoordigende organisaties ondertekend en wordt
daarmee door alle kleine, middelgrote en grote partijen onderschreven.
Gezien dit gezamenlijke standpunt heb ik geen reden om aan te nemen dat er op
dit moment nog transparantieproblemen bestaan op de radioadvertentiemarkt.
Wel blijft de Nederlandse Mededingingsautoriteit, net als op de andere markten
van de Nederlandse economie, mededingingstoezicht houden. Indien daartoe
aanleiding bestaat, zal zij de sector aan een nieuw onderzoek onderwerpen.
(w.g.) drs. M.J.M. Verhagen
Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie