Wageningen Universiteit en Researchcentrum
mestscheiding
Afhankelijkheid kunstmest daalt bij eenvoudige mestscheiding
8 dec 2010
De behoefte aan kunstmest als aanvulling op dierlijke mest kan beperkt
worden door eenvoudige mestscheiding. Dit blijkt uit ervaringen met
aangepaste bemesting op het Koeien & Kansen-proefbedrijf voor duurzame
melkveehouderij De Marke van Wageningen UR. Met mestscheiding beschikt
een veehouder over drie soorten mest, de (ongescheiden) drijfmest en
een dunne en een dikke fractie na mestscheiding. De verschillende
stikstof-fosfaatverhoudingen in deze mestproducten maken het mogelijk
om percelen gerichter op de stikstof- en fosfaatbehoefte te bemesten
waardoor minder kunstmestaanvulling nodig is. Maar het vraagt wel enige
planning.
De stikstof- en fosfaatbehoefte is afhankelijk van het geteelde gewas
en de fosfaattoestand van de bodem. Daardoor varieert de behoefte per
perceel en dus ook de verhouding tussen de behoefte aan stikstof en
fosfaat. Omdat de stikstof-fosfaatverhouding in drijfmest min of meer
vastligt is het onmogelijk om daarmee elk perceel op maat te bemesten.
Zo ontstaan ongewild overschotten en tekorten. Alleen de tekorten kan
de veehouder corrigeren met kunstmest. Overschotten betekenen een
inefficiënt gebruik van de betreffende meststof.
Uiteindelijk bepalen de samenstelling van de scheidingsproducten en de
verhouding waarin ze geproduceerd worden, in hoeverre percelen alleen
op basis van dierlijke mest op maat bemest kunnen worden.
In de praktijkproeven op De Marke werd het gat tussen de behoefte van
gewassen en de voorziening met alleen drijfmest ongeveer gehalveerd
door het scheiden van een deel van de drijfmest. Helemaal gedicht werd
het gat niet. Verder bleek de stikstof-fosfaatverhouding in de dunne
fractie lager dan verondersteld. Hierdoor was de aanvoer van stikstof
op blijvend grasland te laag en die van fosfaat iets te hoog. Ook moest
de geplande verdeling bij uitvoering aangepast worden omdat er
onvoldoende dikke fractie was en de voorraad van de verschillende
mestsoorten soms tijdelijk tekortschoot om gras volgens plan te
bemesten.
De onderzoekers concluderen dat de overeenkomst tussen plan en
uitvoering verbeterd kan worden door al voor het bemestingsseizoen te
bepalen wat de samenstelling van de mestproducten is en in welke
verhouding dunne en dikke fractie geproduceerd worden. Daarmee kan het
bemestingsplan nog voor de uitvoering aangepast worden, zodat het
verschil met de uitgangspunten kleiner wordt.
Gratis downloaden rapport
Het Koeien & Kansen-rapport 58: âHet gebruik van de dunne en dikke
fractie van rundveemest op proefbedrijf De Markeâ is gratis te
downloaden via: http://edepot.wur.nl/157445. Een gedrukt exemplaar is
te bestellen bij het secretariaat van Koeien & Kansen, 0320-293302.
Zie het origineel
Contact
Koos Verloop
Tel. 0317 - 480 525