Vrije Universiteit Amsterdam
Planten - onbelichte kanten
* Startdatum: 09-12-2010
* Tijd: 15.45
* Locatie: Aula
* Titel: Planten - onbelichte kanten
* Spreker: prof.dr. J.H.C. Cornelissen
* Onderdeel: Faculteit der Aard- en levenswetenschappen
* Wetenschapsgebied: Aard- en levenswetenschappen
* Evenementtype: Oratie
Functionele eigenschappen van soorten in ecosystemen zijn `superhot' in
internationaal onderzoek. Ze helpen ons bijvoorbeeld de gevolgen van
klimaatsverandering voor de vegetatiesamenstelling te begrijpen. Nieuw
is dat we verschuivingen in plantensoorten, via eigenschappen als
nutriëntengehaltes, bladdikte of wortelstructuur, gebruiken om
veranderingen in bodem en klimaat te bestuderen. Immers, iedere
plantensoort verandert zijn leefomgeving op eigen wijze via dergelijke
functionele eigenschappen. Dit zegt Hans Cornelissen in zijn oratie
'Planten - onbelichte kanten' ter gelegenheid van zijn recente
benoeming tot persoonlijk hoogleraar `Functional Biodiversity Effects
on Soil and Climate'.
De chemische en fysieke eigenschappen van plantensoorten bepalen
bijvoorbeeld hun groeisnelheid en daarmee koolstofvastlegging, maar ook
de afbraaksnelheid van hun strooisel en hun brandbaarheid. Zo heeft de
vegetatiesamenstelling grote invloed op de regionale koolstofbalans en
daarmee het klimaat. Cornelissen en zijn collega's testen daarom in
diverse klimaatsgebieden en ecosystemen plantendelen (dood hout,
twijgen, bladeren, wortels) van diverse soorten op afbreekbaarheid in
de bodem, en op brandbaarheid. Variatie in brandbaarheid speelt bij
zowel arctische toendrabranden als Nederlandse bos- en heidebranden een
hoofdrol. De data worden gebruikt in `Dynamic Global Vegetation Models'
ter ondersteuning van modellen die het klimaat voorspellen.
Cornelissen en zijn team testen ook veel plantensoorten op hun rol bij
het tegengaan van bodemerosie in droge gebieden, en op de rol van
mossoorten in de regionale waterhuishouding, ook met terugkoppeling
naar klimaat. Door soorteigenschappen van planten en dieren te koppelen
gaan Cornelissen en zijn team verder gevolgen van interacties tussen
planten (van mos tot woudreus) en dieren (van springstaart tot dino)
voor de koolstofcyclus bestuderen, in heden, verleden en toekomst.
Deze onderzoeken vinden vooral plaats in koude gebieden
(Noordpoolgebied, Kaukasus-gebergte); aride gebieden (China, Mongolië),
tropische bossen (Latijns-Amerika) en zelfs in Nederland.
© Copyright Vrije Universiteit Amsterdam