ChristenUnie
Bijdrage Joël Voordewind vreemdelingen- en asielbeleid
Bijdrage Joël Voordewind vreemdelingen- en asielbeleid
woensdag 08 december 2010 12:00
De heer Voordewind (ChristenUnie): Voorzitter. Wij ondersteunen de
brief en het pleidooi inzake Sahar. Zij komt uit een gezin met drie
minderjarige kinderen die langer dan tien jaar in Nederland zijn. Ik
ben het niet met de heer Fritsma eens dat hier de procedure is gerekt.
Het heeft te lang geduurd voor het gezin een definitieve uitslag van de
beoordeling kreeg, en het is onmenselijk om kinderen die nog nooit in
Afghanistan zijn geweest nu terug te sturen.
Ik ondersteun het pleidooi en onderstreep de woorden van de minister
van vorige week over het niet uitzetten van asielzoekers in de
vrieskou. Nu wij dat toch zien gebeuren, vraag ik om een reactie van de
minister. Laten we bezien hoe dit kan worden teruggedraaid.
Het kabinet trekt 1 mln. uit voor het beleid dat de minister, samen met
de heer Knapen, wil inzetten inzake het terugsturen van alleenstaande
minderjarige asielzoekers (ama's) en wil van dat geld weeshuizen
bouwen. Ik heb begrepen dat dit in samenwerking met meerdere landen
gaat. Als dat op die manier gebeurt is dat prima, maar vindt de
minister ook dat opsporing van familie in het land van herkomst de
eerste prioriteit zou moeten zijn? Het wegzetten van ama's in
weeshuizen en vervolgens je handen weer van hen aftrekken lijkt mij
namelijk een kille benadering. De benadering van de UNHCR is altijd
geweest dat tracing, opsporing, het primaire doel is. Mocht dat niet
snel lukken dan is een weeshuis een mogelijkheid, maar in de meeste
gevallen, 80%, is er sprake van familie- of clanrelaties die bereid
zijn het kind weer terug te nemen. Daarop graag een reactie.
De rapportage Vreemdelingenketen laat een daling zien van de
asielaanvragen. Ik heb een aantal opmerkingen betreffende de
verschillende landen. Inzake Somalië heeft het Hof een interim measure
(IM) afgegeven, weliswaar in een individuele zaak, over het terugsturen
naar Mogadishu. Kan de Kamer, in het verlengde van de gisteren
aangenomen motie, deze uitspraak van het Europese Hof tegemoetzien,
zodat wij die kunnen lezen?
Het is goed om te zien dat de maatregelen om de mensenhandel vanuit
Somalië tegen te gaan gewerkt hebben. Het is nu zaak om elk individueel
geval zuiver te toetsen, en daarover heeft de ChristenUnie een aantal
vragen. Ten eerste het vestigingsalternatief dat de minister in de
beantwoording van Kamervragen noemt: als er een vestigingsalternatief
is voor Mogadishu wordt er alsnog uitgezet. Hoe ziet de minister dat
voor zich, gezien de moeilijke situatie in Mogadishu met de
checkpoints, en de verkrachtingen, berovingen en moorden die daar
plaatsvinden? Ook al is er een vestigingsalternatief, hoe komt men dan
door Mogadishu heen? Ik herinner de minister eraan dat zelfs IND'ers
niet verder vliegen dan Nairobi in Kenia vanwege het gevaar. Er zijn
zelfs vliegtuigen beschoten die naar Mogadishu wilden, en wij laten
asielzoekers daar dan alleen naartoe vliegen. In die context bereiken
ons berichten dat mensen die naar Kenia gevlucht zijn -- en dat betreft
8000 gevallen in de afgelopen maand -- van daaruit gedwongen
teruggestuurd worden naar Somalië. Dat gaat in tegen het
Vluchtelingenverdrag. Kan de minister daar een reactie op geven,
misschien in overleg met staatssecretaris Knapen, en zijn afkeer in
dezen laten horen?
Hoe rijmt de minister het terugsturen naar Zuid- en Centraal-Somalië
met wat het Europees Hof aangeeft, te weten dat deze asielzoekers in
elk geval niet teruggestuurd moeten worden naar Griekenland? Erkent de
minister dat Zuid- en Centraal-Somalië nooit kunnen dienen als
vestigingsalternatief?
De Kamer heeft gisteren een motie aangenomen over nareizende
gezinsleden; de criteria die in het kabinetsbeleid stonden moesten
worden aangescherpt, en nu toch weer niet. Hoe gaat de minister die
motie uitvoeren? VluchtelingenWerk bespreekt in zijn brief dat de
maatregelen ook biologische kinderen betreffen, en dat er in de
praktijk soms sprake is van langdurige en zelfs permanente scheiding
van gezinnen. Kent de minister deze gevallen en is hij bereid alles in
het werk te stellen om de gezinnen die bij elkaar horen echt een
gezinsleven te geven waarop zij recht hebben?
Het categoriaal beleid is afgeschaft voor Ivoorkust. Dat leek een
logische beslissing, maar we staan nu voor een heel andere situatie. De
veiligheidssituatie is belabberd, het vliegveld is blijkbaar gesloten
vanaf 2 december. Hoe gaat de minister daarmee om? Het lijkt mij op dit
moment voor de hand te liggen om uitzetting naar Ivoorkust op te
schorten. Is de minister het daarmee eens?
Wat gebeurt er met de mensen die nu niet kunnen worden overgedragen aan
Griekenland? Hoe ziet de procedure er voor hen uit? Nederland doet in
Europa zijn best inzake het Griekse nationaal actieplan, maar wat doet
de minister voor de mensen die nu moeten wachten tot Griekenland de
zaken op orde heeft? En wanneer zal dat zo zijn?
Door de uitvoering van de verbeterde asielprocedure zijn de medische
diensten bij de asielzoekerscentra (azc's) per 1 juli 2010 verdwenen.
Kan de minister aangeven wat de ervaringen zijn in dit eerste halve
jaar, en is de zorgverlening in noodsituaties accuraat?
Klopt het dat in de eerste maanden dat de nieuwe asielprocedure werd
uitgevoerd het verblijf in de centrale ontvangstlocatie onacceptabel
lang was? Het is toch de bedoeling dat de asielzoekers op de tweede of
derde dag overgebracht worden naar de procesopvanglocatie? Hoelang is
de gemiddelde verblijfsduur en hoe wil de minister herhaling van te
lang verblijven op de centrale ontvangstlocatie in de toekomst
voorkomen?
Inzake de alleenstaande minderjarigen die via Schiphol Nederland
binnenkomen kan het toch niet zo zijn dat alleenstaande kinderen hun
asielprocedure in detentie doorlopen, terwijl zij overduidelijk
minderjarig zijn? Hoe verhoudt zich dat tot de rechten van het kind
zoals wij die kennen? Is er een mouw te passen aan het anders
organiseren van de opvang van deze kinderen?
De heer Spekman en oud-collega Anker hebben destijds een motie
ingediend inzake verblijfsvergunningen en minderjarige kinderen en
gisteren is over dit onderwerp een brief gekomen. Vooruitlopend op een
uitgebreider debat hierover merk ik op dat de minister stelt dat het
soms heel lastig is om het verblijf van acht jaar in Nederland vast te
stellen. Het is echter toch simpel om vast te kunnen stellen middels
een schoolverklaring dat deze kinderen acht jaar naar school zijn
gegaan?
De minister geeft aan dat Nederland zich zal inzetten om de
kwalificatierichtlijn zo te wijzigen dat de bewijslast voor het
aantonen van het ontbreken van vluchtalternatieven meer naar de
aanvrager wordt verschoven. De ChristenUnie-fractie wil daarover meer
duidelijkheid. Ik begrijp werkelijk niet wat hier bedoeld wordt. Ik
probeer mij er iets bij voor te stellen. Is dit te vergelijken met
bijvoorbeeld iemand die ligt te slapen, wakker wordt in een dichte rook
en moet rennen voor zijn leven omdat zijn appartement in brand staat?
Snakkend naar adem komt hij bij de nooduitgang van het complex, maar
daar wordt hij door de brandweer tegengehouden en mag pas naar buiten
als hij heeft aangetoond dat er geen alternatieve vluchtroutes waren.
Dat klinkt nogal absurd, dus daarop graag een reactie van de minister.
Joël Voordewind