Rijksoverheid
8 december 2010
Geachte voorzitter,
Hierbij zend ik u, mede namens de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
en de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, de antwoorden op de vragen
van de Kamerleden Kooiman, Van Gerven en Smits (allen SP) over het bericht dat
steeds meer kinderen en volwassenen gediagnosticeerd worden met ADHD en het
gebruik van ADHD medicatie de afgelopen vijf jaar is verdubbeld. (Ingezonden 21
september 2010).
Hoogachtend,
de Staatssecretaris voor Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,
mw. drs. M.L.L.E. Veldhuijzen van Zanten+Hyllner
Antwoorden op kamervragen van de Kamerleden Kooiman, Van Gerven en Smits
over het bericht dat steeds meer kinderen en volwassenen gediagnosticeerd worden
met ADHD en het gebruik van ADHD medicatie de afgelopen vijf jaar is verdubbeld.
(Ingezonden 21 september 2010)
1
Wat is uw oordeel over het bericht dat steeds meer kinderen en volwassenen
gediagnosticeerd worden met ADHD en het gebruik van ADHD+medicatie de
afgelopen vijf jaar is verdubbeld? 1) 2)
1. Cijfers van de Stichting Farmaceutische Kengetallen (SFK) laten zien dat er
inderdaad sprake is van een forse groei in het aantal voorschriften en gebruikers
van methylfenidaat, het middel wat gebruikt wordt tegen ADHD klachten. Dit geldt
zowel voor jeugdigen als volwassenen. De cijfers laten het volgende zien.
Gebruikers:
+ In de leeftijdsgroep 0+10 jaar is het gebruik tussen 2005 en 2009 jaarlijks
met zo'n 16% gegroeid. Behalve in de periode tussen 2006 en 2007, toen
is er een uitschieter geweest van 25%.
+ In de leeftijdsgroep 11+20 jaar is het gebruik tussen 2005 en 2009
jaarlijks met zo'n 17% gegroeid. Behalve in de periode tussen 2006 en
2007, toen is er een uitschieter geweest van 20%.
Medicijngebruik:
+ Met betrekking tot het gebruik van methylfenidaat bij kinderen van 0+10
jaar is het gebruik in 2009 in vergelijking met 2005 meer dan verdubbeld.
In 2005 was het gebruik 2,5 miljoen DDD's1 in 2009 is dat gestegen naar
5,4 miljoen DDD's.
+ Met betrekking tot het gebruik van methylfenidaat bij kinderen van 11+20
jaar is het gebruik in 2009 in vergelijking met 2005 meer dan verdubbeld.
In 2005 was het gebruik 6,3 miljoen DDD's in 2009 is dat gestegen
naar 14,1 miljoen DDD's.
+ Bij volwassenen (21 jaar en ouder) is het gebruik ook meer dan
verdubbeld, namelijk van een gebruik van 4 miljoen DDD's in 2005 naar
een gebruik van 10,5 miljoen DDD's in 2009.
2
Wat is uw verklaring voor het feit dat de afgelopen vijf jaar het gebruik van
ADHD+medicatie is verdubbeld?
3
Bent u van mening dat er een mogelijke overdiagnosticering is van ADHD bij
kinderen? Zo ja, wat gaat u doen om dit probleem aan te pakken? Zo nee,
waarom niet?
2 en 3.
Voor het antwoord op deze vragen verwijs ik naar de antwoorden op vraag 2 en
vraag 4 van het lid Bouwmeester over onterechte en gemiste diagnose ADHD en
de gevolgen voor behandeling (ingezonden 21 september 2010)
1 DDD staat voor Defined Daily Dosis. (standaard dagdosering)
4
Klopt het dat uit het MTE onderzoek blijkt dat op de lange termijn ADHD+medicatie
onvoldoende werkt maar behandeling wel positieve effecten laat zien? Zo ja, wat
gaat u eraan doen dat kinderen ook behandeling krijgen voor hun ADHD?
4. Nee. Uit de eerste MTA studie bleek dat afname van ADHD symptomen na 14
maanden het grootst was bij de jeugdigen die behandeld werden met medicatie,
al dan niet in combinatie met gedragstherapie. Na dit onderzoek gingen de
deelnemers verder met een behandeling naar eigen keuze in de eigen omgeving.
Daarna zijn er twee follow+upstudies gedaan onder dezelfde personen, een na 24
maanden en een na 36 maanden.
Bij de follow+up studie na 36 maanden werd geconstateerd dat de verschillen
tussen de jeugdigen die tijdens de eerste 14 maanden werden behandeld met
medicatie en de jeugdigen die tijdens de eerste 14 maanden niet werden
behandeld met medicatie, waren verdwenen. Of voortzetting van de intensieve
medicatiebehandeling na 14 maanden wel geleid zou hebben tot meerwaarde bij
de 36+maandenmeting is niet onderzocht, dus niet bekend.
Voor verdere beantwoording verwijs ik naar het antwoord op vraag 4 van het lid
Bouwmeester over onterechte en gemiste diagnose ADHD en de gevolgen voor
behandeling. (ingezonden 21 september 2010)
5
Hoeveel kinderen krijgen ADHD+medicatie voorgeschreven zonder dat zij ook
behandeld worden voor hun ADHD? Bent u bereid dit te onderzoeken wanneer dit
niet bekend is? Zo nee, waarom niet?
Mij zijn geen signalen bekend dat de multidisciplinaire richtlijn ADHD, waarin
gesteld wordt dat de behandeling van ADHD over het algemeen op twee pijlers
berust, te weten medicamenteuze behandeling en gedragstherapeutische /
psychosociale behandeling, niet wordt nageleefd. Naast deze richtlijn is ook een
medicatieprotocol ADHD beschikbaar op de website van het Landelijk
Kenniscentrum Kinder+ en Jeugdpsychiatrie.
Navraag bij het Landelijk Kenniscentrum Kinder+ en Jeugdpsychiatrie leert dat
wanneer in een behandeltraject ADHD gestart wordt met medicatie, dit vrijwel
altijd in combinatie is met een psychosociale / gedragstherapeutische
behandeling. Als de benodigde veranderingen die de psychosociale /
gedragstherapeutische behandeling tot doel had zijn bewerkstelligd, kan worden
volstaan met alleen medicatie met periodieke controle.
Gezien bovenstaande zie ik geen reden te onderzoeken hoeveel kinderen alleen
medicatie krijgen voor ADHD.
6
Wat gaat u doen om ervoor te zorgen dat leraren in staat worden gesteld om goed
les te geven aan zowel zorgleerlingen (bijvoorbeeld drukke kinderen of kinderen
met ADHD) als aan reguliere leerlingen?
Onderzoek heeft uitgewezen dat als leraren goed zijn in het bieden van structuur
voor zorgleerlingen, dit ook een positief effect heeft op de 'reguliere' leerlingen in
de klas. Goed klassenmanagement is dan ook essentieel om in de klas een
leerklimaat te creëren waarin alle leerlingen kunnen werken.
In de uitzending van Zembla (18 september 2010) wordt hier terecht door een
van de moeders aandacht voor gevraagd.
In het beleid rond passend onderwijs is deskundigheidsbevordering van leraren op
het gebied van het omgaan met zorgleerlingen dan ook een belangrijk speerpunt.
Uw Kamer is eerder in de brief over de voortgang van passend onderwijs
(Kamerstukken 31 497, nr. 21) en in de beleidsreactie op het advies van de
Onderwijsraad ("De school en leerlingen met gedragsproblemen", Kamerstukken
31 497, nr. 23) geïnformeerd over wat er door verschillende partijen in het
onderwijs gedaan wordt om leraren beter toe te rusten op het omgaan met
leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben.
7
Bent u van mening dat kleinere klassen kunnen bijdragen aan goede begeleiding
van zorgleerlingen in de klas? Zo ja, wat gaat u doen om dit te verbeteren?
Er is mij geen onderzoek bekend waarin een directe causale relatie tussen de
grootte van de klassen en goede begeleiding van leerlingen is aangetoond.
Kleinere klassen zijn niet per se in alle gevallen de oplossing. Geen twee scholen
zijn immers hetzelfde. De ervaring van het team van leerkrachten, de
samenstelling van de leerlingenpopulatie en de al aanwezige ondersteuning in en
om de school kunnen zodanig verschillen, dat de ene school de zorg op een
andere manier wil inrichten dan een andere school. De ene school kan dan ook
kiezen voor de inzet van klassenassistenten terwijl een andere school kiest voor
scholing, al dan niet in combinatie met de inzet van een remedial teacher, etc.
8
Bent u bereid om te onderzoeken welke rol de farmaceutische industrie heeft in de
toename van ADHD+medicatiegebruik? Zo nee, waarom niet?
De farmaceutische industrie ontwikkelt geneesmiddelen en brengt deze op de
markt. De registratie autoriteiten (European Medicines Agency / College ter
Beoordeling van Geneesmiddelen) wegen de werkzaamheid en veiligheid af en
laten het middel toe op de markt.
Het is aan de professional om af te wegen of hij dit middel voorschrijft aan een
patiënt, rekening houdend met professionele richtlijnen hieromtrent.
Het staat alle partijen vrij een klacht in te dienen bij de stichting Code
Geneesmiddelen Reclame over ongeoorloofde (publicitaire) druk van de
farmaceutische industrie. De Inspectie voor de Gezondheidszorg houdt toezicht.
Er bereiken mij geen signalen dat dit stelsel van checks and balances onvoldoende
zou functioneren ten aanzien van het ADHD medicatiegebruik.
Gezien het bovenstaande en ook gezien de eerder genoemde oorzaken voor de
stijging van het aantal diagnosen en behandeling voor ADHD zie ik geen noodzaak
om de rol van de farmaceutische industrie in de toename van het
medicatiegebruik voor ADHD te onderzoeken.
1) Zembla, zaterdag 18 september 2010
2) Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2009+2010, nr. 2315 en Aanhangsel
Handelingen, vergaderjaar 2009+2010, nr. 3019
Toelichting:
Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van het lid
Bouwmeester (PvdA), ingezonden 21 september 2010 (vraagnummer
2010z13219)