Gemeente Lelystad
Gemeente stimuleert (talent)ontwikkeling 0- tot 4-jarigen
Woensdag 8 december 2010
De gemeente Lelystad geeft hoge prioriteit aan talentontwikkeling van
de jeugd. De uitdrukking `Jong geleerd, is oud gedaan' geeft aan dat je
daar op jonge leeftijd al aan moet beginnen. Het college stelt daarom
de gemeenteraad voor om in te stemmen met de nota `JongLeren; nota voor
de voorschoolse periode en VVE'.
Speerpunten
Met deze nota wil de gemeente Lelystad optimaal bijdragen aan de
(talent)ontwikkeling van de jongste kinderen in Lelystad (van 0 tot 4
jaar) en zo goed mogelijk creëren van een doorlopende leerlijn met het
primair onderwijs. De gemeente wil dit bereiken door in te zetten op de
volgende drie speerpunten:
* Intensivering van de samenwerking tussen peuterspeelzaal en
kinderopvang;
* Versterken van educatief partnerschap en versterken van de
zorgstructuur;
* Gemeentelijke focus op de voorschoolse periode.
Intensivering samenwerking peuterspeelzaal en kinderopvang
In de voorschoolse periode gaan steeds meer kinderen naar de
kinderopvang en gaan steeds minder kinderen naar de peuterspeelzaal.
Daarmee worden de peuterspeelzalen steeds meer tot plaatsen waar vooral
kinderen van laagopgeleide, niet werkende ouders komen. Dit maakt het
erg lastig om deze kinderen zonder taalachterstand te laten doorstromen
naar het basisonderwijs. Het is daarom belangrijk de gehele
voorschoolse educatie opnieuw in samenhang te bekijken.
Door in te zetten op een intensieve samenwerking wordt gewerkt aan
eenzelfde educatief aanbod in de voorschoolse voorzieningen. Daarbij
wordt op termijn gedacht aan het ontstaan van kindercentra voor alle
kinderen in de leeftijd van 0 tot 4 jaar, ongeacht het gezin waar zij
uitkomen. Deze kindcentra moeten de ontwikkeling van de peuters in de
breedste zin van het woord stimuleren. Eén van de middelen om dit te
bereiken is het breed aanbieden van VVE-programma's (Voor- en
Vroegschoolse Educatie). Hierdoor beginnen kinderen beter voorbereid
aan de basisschool waardoor achterstanden en uitval tegengegaan kan
worden.
Versterken educatief partnerschap en zorgstructuur
Uit de analyse van het huidige beleid blijkt dat meer kan worden
ingezet op de samenwerking met de ouders. Het verbinden van het
schoolmilieu met het thuismilieu dient een veel sterkere impuls te
krijgen, zeker voor kinderen waar sprake is van een
achterstandsituatie. Dit gebeurt door in te zetten op educatief
partnerschap, waarbij school en ouders gelijkwaardige partners zijn in
de educatie, de opvoeding en het onderwijs, hoewel de
eindverantwoordelijkheden van ouders en professionals verschillen. Het
gaat om partners die inzien dat ze een gezamenlijk belang hebben,
namelijk optimale voorwaarden creëren voor de ontwikkeling en het leren
van kinderen, thuis en op school. Samen kunnen school en ouders meer
bereiken dan ieder voor zich afzonderlijk.
Een ander punt waarmee de kwaliteit van de voorschoolse voorzieningen
kan worden versterkt is het investeren in de zorgstructuur. Het kunnen
signaleren van achterstanden, zorg en kansen is essentieel. Daarbij is
ook van belang dat de leidsters in de voorschoolse periode voldoende in
staat zijn te kunnen sturen op de gewenste ontwikkeling van de peuters
en dus voldoende pedagogische kwaliteit hebben. Het versterken van een
goede zorgstructuur die hier voldoende aandacht en ondersteuning aan
geeft, is daarbij nodig. Daarbij hoort ook een sluitende aanpak van
signaleren en toeleiden vanuit het consultatiebureau.
Gemeentelijke focus op voorschoolse periode
Het is de gemeentelijke verantwoordelijkheid om de voorschoolse periode
zo in te richten dat kinderen in deze periode voldoende worden
toegerust en zonder achterstanden aan het onderwijs kunnen beginnen. En
het is de verantwoordelijkheid van de schoolbesturen om dit ten aanzien
van de vroegschoolse periode te bereiken. Scholen krijgen (sinds 2006)
dan ook zelf middelen van het ministerie hiervoor. Gezien de
gezamenlijke investeringen tot nu toe, is het van belang om de komende
periode met de partners te kijken hoe toe te groeien naar een
kindcentrum met goede doorlopende leerlijnen naar het onderwijs en naar
de herschikking van middelen. Uitgangspunt van het herschikken van de
middelen is dat per 2013 alle partners hun eigen verantwoordelijkheid
nemen met de bijbehorende financiële lasten. Uiteraard blijft de
inhoudelijke verbinding en aansluiting tussen voorschool en vroegschool
van groot belang. Inhoudelijk kiest de gemeente daarmee voor een focus
op de voorschoolse periode, in plaats van op de voor- én vroegschoolse
periode.
De gemeente Lelystad verwacht veel van het investeren in jonge
kinderen, daarom zet de gemeente in op de speerpunten zoals verwoord in
de nota JongLeren; nota voor de voorschoolse periode en VVE. Hiermee
kan zij samen met alle betrokken partners komen tot een optimale
inrichting van de voorschoolse periode en het creëren van een zo goed
mogelijke doorlopende leerlijn met het primair onderwijs.
Ja